This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
in de afbeelding zie je kroonbladen
A
juist
B
onjuist
Slide 1 - Quiz
Bij geslachtelijke voortplanting hebben de nakomeling niet precies dezelfde eigenschappen als de ouders.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quiz
in deze bloem heeft bestuiving plaatsgevonden
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
in deze bloem heeft bevruchting plaats gevonden
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Uit een vruchtbeginsel ontstaat een bevruchte eicel.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
op plaats 3 kan bevruchting plaatsvinden
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Bij honden vindt uitwendige bevruchting plaats.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Als je een banaan eet, dan eet je het vruchtvlees.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Bij geslachtelijke voortplanting versmelten de kernen van twee geslachtscellen met elkaar.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
nummer 3 is groen
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
In een bloem zitten de zaadbeginsels in de helmhokjes.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Een bevrucht visseneitje bevat alleen erfelijke eigenschappen van de moeder.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
dit zijn windbloemen
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
De plant in deze afbeelding heeft opvallend gekleurde kroonbladeren.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Wat is de functie van deel P?
A
Het aanlokken van insecten.
B
Het beschermen van de bloem in de knop.
C
Het vormen van eicellen.
D
Het vormen van stuifmeelkorrels.
Slide 15 - Quiz
Bij welke pijl(en) is er sprake van bestuiving? Je kunt meerdere antwoorden noteren!
Slide 16 - Open question
Drie gebeurtenissen in het leven van een plant kunnen zijn: 1 De top van een stuifmeelbuis barst open. 2 Er vindt bestuiving plaats. 3 Er groeit een stuifmeelbuis uit een stuifmeelkorrel.
wat is de juiste volgorde?
Slide 17 - Open question
Een bepaalde bloem bevat veel zaadbeginsels. In een van de zaadbeginsels zit een bevruchte eicel.
Heeft in deze bloem bestuiving plaatsgevonden? En heeft er bevruchting plaatsgevonden?
A
Er heeft bestuiving en bevruchting plaatsgevonden.
B
Er heeft alleen bestuiving plaatsgevonden.
C
Er heeft alleen bevruchting plaatsgevonden.
D
Er heeft geen bestuiving en geen bevruchting plaatsgevonden.
Slide 18 - Quiz
Een bepaalde bloem heeft veel zaadbeginsels. In een van de zaadbeginsels zit een bevruchte eicel.
Wat ontstaat er uit de bevruchte eicel?
A
een kiem
B
een zaad
C
een vrucht
Slide 19 - Quiz
Welke stelling hierover is juist of welke stellingen hierover zijn juist? (over afbeelding)
Stelling 1: Bij de vorming van deze paprika is slechts één stuifmeelkorrel betrokken geweest. Stelling 2: Bij de vorming van deze paprika is slechts één zaadbeginsel betrokken geweest.
A
alleen stelling 1
B
alleen stelling 2
C
beide stellingen
D
beide stellingen onjuist
Slide 20 - Quiz
Zitten er in deze kers kiemen? Zo ja, hoeveel?
A
in deze kers zit geen kiem
B
in deze kers zit 1 kiem
C
in deze kers zit meer dan 1 kiem
Slide 21 - Quiz
In welke delen van bloemen komen zaadbeginsels voor?
A
Alleen in de helmdraden.
B
Alleen in de helmhokjes.
C
Alleen in de vruchtbeginsels.
D
In de meeldraden en in de stampers.
Slide 22 - Quiz
Uit welke onderdelen bestaan bloemen van buiten naar binnen?
A
Kelk, kroon, meeldraden en stamper(s).
B
Kelk, kroon, stamper(s) en meeldraden.
C
Kroon, kelk, meeldraden en stamper(s).
D
Kroon, kelk, stamper(s) en meeldraden.
Slide 23 - Quiz
benoem onderdeel 1 en 4
Slide 24 - Open question
benoem onderdeel 1-2-3
Slide 25 - Open question
In een peul van de plant zitten erwten. Uit welk deel van een bloem is een peul gegroeid?
A
uit een stempel
B
uit een vruchtbeginsel
C
uit een zaadbeginsel
Slide 26 - Quiz
Uit een bepaalde bloem ontwikkelt zich een peul met drie kikkererwten. Hoeveel stuifmeelkorrels zijn er ten minste in de bloem terechtgekomen om deze peul te kunnen vormen?
Slide 27 - Open question
in de afbeelding zie je een stuifmeelkorrel. komt dit van een windbloem of insectenbloem en waarom?