K3 Ne week 37

Welkom klas K3!
timer
10:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom klas K3!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
1 groepscode invoeren voor online lesmateriaal
2 terugblik les 1: Wat weet je van leesstrategieën en signaalwoorden?
3 Bespreken en maken: les 2 opdracht 1 t/m 10 en les 3 opdracht 1 t/m 8
Maak een lijst van de woorden en hun betekenis van les 1, 2 en 3 in je schrift.
4 Huiswerk controle: Laat de antwoorden van les 1 opdracht 1 t/m 12 zien via notities of in je schrift. Vragen?

Slide 2 - Slide

Les 1:  Leesstrategieën

Slide 3 - Slide

les 1: Welke leesstrategie gebruik je als je informatie nodig hebt om iets uit te voeren?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
anders lezen

Slide 4 - Quiz

Als je snel wilt weten waar de tekst over gaat en om te zien of deze interessant is ga je de tekst ...
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
overschrijven

Slide 5 - Quiz

Als je meer wilt weten over een onderwerp of het antwoord op een vraag zoekt, ga je de tekst ...
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
kopiëren

Slide 6 - Quiz

Waar let je op als je een tekst globaal leest?

Slide 7 - Open question

 Signaalwoorden

Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet! 
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.

Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!
En geeft dus een opsomming aan. 

Slide 8 - Slide

Signaalwoorden geven dus een seintje over de soorten verbanden in een tekst. 
Bijv. Bij de ijssalon:



tijd: Voordat ik naar huis ga, fiets ik even langs de ijssalon.
opsomming: Ik wil graag een bolletje sinaasappel en een bolletje hazelnoot .
tegenstelling: Nee meneer, ik wil geen citroen maar hazelnootijs!
oorzaak: Ik ben nu boos omdat ik het verkeerde bolletje ijs heb gekregen.


Slide 9 - Slide

Geef een paar andere voorbeelden van signaalwoorden.

Slide 10 - Mind map

Geef een voorbeeld van een verslaving.

Slide 11 - Open question

      Welkom
       klas K3

Slide 12 - Slide

Waar woon jij? ( plaats/dorp)

Slide 13 - Open question

Hoeveel broers en/of zussen heb jij?
A
0
B
1
C
2
D
meer dan 2

Slide 14 - Quiz

Wat doe jij graag in je vrije tijd?

Slide 15 - Open question

Nederlands vind ik ...
A
gemakkelijk
B
moeilijk
C
saai
D
leuk

Slide 16 - Quiz

specifiek is ...
A
uit evenwicht
B
kenmerkend
C
onderling verband
D
onbeperkt

Slide 17 - Quiz

de verhouding is ...
A
het vermaak
B
het aanbod
C
het onderlinge verband
D
het evenwicht

Slide 18 - Quiz

Les 2:  Herhaling en overdrijving (blz. 8)
Je leert dat een schrijver zijn tekst kan versterken door te herhalen of te overdrijven. 

Slide 19 - Slide

les 2: Kijken, kijken, niet kopen!
De schrijver versterkt zijn tekst hier door ...
A
Herhaling
B
Overdrijving

Slide 20 - Quiz

De regen viel met bakken uit de lucht.
De schrijver versterkt hier zijn tekst door ...
A
Herhaling
B
Overdrijving

Slide 21 - Quiz

ongelimiteerd is ...
A
onbeperkt
B
ongecontroleerd
C
onevenwichtig
D
onterecht

Slide 22 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van schots en scheef?

Slide 23 - Open question

Wat kan stollen? Geef een voorbeeld.
Stollen is dus ...

Slide 24 - Open question

Beantwoord de vragen bij de tekst van Nick en Simon.
1 Lees de tekst eerst globaal. Waar gaat de tekst over?
2 Welke signaalwoorden herken je?
3 De titel is: Kijk omhoog. Waarom moet je omhoog kijken?
4 Met welke bedoeling heeft de schrijver deze tekst geschreven?
5 Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link