In deze lessenserie lees en bekijk je verhaalfragmenten om vervolgens zelf een verhaal te schrijven. Je onderzoekt hoe in verhalen spanning wordt opgebouwd. Je past deze kenmerken toe op je eigen spannende verhaal.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Een spannend verhaal schrijven
In deze lessenserie lees en bekijk je verhaalfragmenten om vervolgens zelf een verhaal te schrijven. Je onderzoekt hoe in verhalen spanning wordt opgebouwd. Je past deze kenmerken toe op je eigen spannende verhaal.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
01:54
Hoe wordt er spanning gecreëerd?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Video
02:06
Hoe wordt er spanning gecreëerd?
Slide 5 - Open question
Hoe maak je een verhaal goed/spannend?
Je moet mee kunnen leven met de hoofdpersoon.
De hoofdpersoon is herkenbaar (zelfde leeftijd, uiterlijk, door wat hij/zij doet)
Je weet wat de hoofdpersoon denkt en voelt.
Slide 6 - Slide
Waar speelt het verhaal zich af? (ruimte)
Gebeurtenissen spelen zich af in een donkere of enge omgeving.
Welke rol heeft het weer? Regen, storm en onweer passen goed in een spannend verhaal.
Slide 7 - Slide
Tijd
Begin in het midden van het verhaal en vertel stukje voor stukje wat ervoor gebeurd (flashback) is of juist wat er in de toekomst gaat gebeuren (flashforward), zodat jij meer weet dan de personages.
Creëer open plekken: informatie die je verborgen houdt voor de lezer.
Cliffhanger: breek het verhaal af op een spannend moment
Slide 8 - Slide
Wanneer Lotte onverwacht een kaart ontvangt van haar zus Nina, die als fotomodel naar Parijs is vertrokken, krijgt ze argwaan. Op de kaart ontdekt ze de noodkreet HLP. Lotte beseft dat Nina in gevaar is en begint aan een beklemmende zoektocht. In de sinistere catacomben onder de wereldstad belandt Lotte in een levensgevaarlijke situatie. Ongewild komt ze in contact met de schaduwzijde van de Parijse kunstwereld.
De tijd dringt... Zal ze Nina vinden?
Slide 9 - Slide
Welke manieren herken je die spanning in dit fragment creëren?
Slide 10 - Open question
Een spannend verhaal schrijven
Kies één van de volgende beginzinnen en start met schrijven:
Die avond wachtte Sasha een grote verrassing.
Toen de deur achter me in het slot viel voelde ik dat ik niet alleen was.
In die allerlaatste milliseconde gebeurt er van alles.
Ik kijk in het rond en zie niks.
Slide 11 - Slide
Welke zin lees je liever?
A
Sue had het koud.
B
Er stonden ijsbloemen op de ruit. Sue wreef er met verstijfde, witte vingers over om een kijkgaatje te maken, maar de wolk van haar adem bevroor meteen op de vrijgemaakte plek.
Slide 12 - Quiz
Waarom?
Slide 13 - Open question
Show don't tell
Laat een lezer zien wat er gebeurt, vertel het niet.
TELL: Sue voelde zich verdrietig en angstig.
SHOW: Een traan liep langs haar wang. Sue slikte maar haar keel bleef dichtgeknepen. Haar ogen flitsten heen en weer, zoekend naar een uitweg.
Slide 14 - Slide
Waarom show don't tell?
- Lezer is meer betrokken bij je verhaal, laat zich beter meeslepen en ervaart.
- Je krijgt als lezer meer informatie.
- Meer informatie: SPANNING!
- Meer sfeer
Slide 15 - Slide
TIPS
- Vermijd niet-noodzakelijke bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden; woorden die beschrijven.
- Gebruik zintuigen om te beschrijven.
- Gebruik dialogen
-Gebruik lichaamstaal
Slide 16 - Slide
Welke zin is SHOW?
A
Er was een vogel buiten.
B
Er tikte een roodborstje tegen het raam.
Slide 17 - Quiz
SHOW?
A
Hij vermoedde dat ze hem bedroog.
B
Toen ze even naar de keuken was, greep hij direct haar telefoon en zocht haar berichtje op. Waren er onbekende mannennamen bij?