H3 Spelling persoonsvorm tegenwoordige tijd -d of -t - 14 september 2022

Doel van deze les

Je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd: -d of dt
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doel van deze les

Je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd: -d of dt

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

- Theorie over lastige werkwoordsvormen - d of -dt
- Zelf aan de slag met de opdrachten


Slide 2 - Slide

ik
jij achter de pv
hele werkwoord
MIN -en
ik vind / ik wacht 
vind je/ wacht je?
je is onderwerp
jij / zij / hij / het
hele werkwoord
MIN -en +t
jij vindt/ hij fietst
het regent/ zij valt
wacht je coach?
je coach is onderwerp
wij/jullie/zij
hele werkwoord

wij vinden
jullie fietsen
zij wachten

Slide 3 - Slide

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 4 - Slide

Zelf aan de slag
Maak opdracht 1 - blz. 96
Schrijf alleen de juiste vorm van de persoonsvorm op.

Weet je niet meer hoe het zit? Lees dan de theorie 
op blz. 96

Ben je al klaar? Maak dan opdracht 2 - blz. 97

timer
5:00

Slide 5 - Slide

Antwoorden opdracht 1 blz. 97

Slide 6 - Slide

Zelf aan de slag
Maak opdracht 2 - blz. 97. Ga uit van de persoonsvorm
tegenwoordige tijd.
Weet je niet meer hoe het zit? Lees dan de theorie 
op blz. 96

Ben je al klaar? Maak dan opdracht 4

timer
5:00

Slide 7 - Slide

Antwoorden opdracht 2 blz. 97

Slide 8 - Slide

Zelf aan de slag
Maak opdracht 4. Ben je al klaar? Maak dan opdracht 5. Wat niet af is, is huiswerk voor vrijdag.
pvtt - persoonsvorm tegenwoordige tijd
pvvt - persoonsvorm verleden tijd
gw - gebiedende wijs
vd - voltooid deelwoord
inf - infinitief (hele werkwoord)
od - onvoltooid deelwoord
vd - voltooid deelwoord

Slide 9 - Slide

Antwoorden opdracht 4 blz. 97

Slide 10 - Slide

Antwoorden opdracht 5 blz. 97

Slide 11 - Slide

Je kunt/weet nu...
de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd op -d en -dt correct spellen. 


Slide 12 - Slide

Huiswerk
Leren:
- hoofdstuk 3 - koppelteken en weglatingsstreepje, blz. 94
- hoofdstuk 3 - persoonsvormen in de tegenwoordige tijd, blz. 96

Maken:
- opdracht 4 en 5 op blz. 97


Slide 13 - Slide