Proeftoets 1 HV blok 4

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
     www.redekundig.nl 
     It's Learning : vak Nederlands proeftoets maken
3. Filmpjes om naar te kijken
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
     www.redekundig.nl 
     It's Learning : vak Nederlands proeftoets maken
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 1 - Slide

Noteer het meewerkend voorwerp van deze zin.
De verpleegster gaf de behandelend arts ter controle het behandelplan.

A
de behandelend arts
B
De verpleegster
C
het behandelplan
D
gaf de behandelend arts

Slide 2 - Quiz

Hieronder staan drie zinnen. Geef aan welke van deze zinnen geen meewerkend voorwerp bevat.
1 De huisarts heeft de patiënt aan de telefoon gerustgesteld.
2 De haaienonderzoeker wacht voorzichtig aan de kant van het water op de grote haai.
3 In het najaar geeft Joris zijn vijvervissen geen extra voeding.


A
zin 1
B
zin 1 en 2
C
zin 1 en 3
D
zin 2

Slide 3 - Quiz

Lees de zin hieronder. Noteer het aantal bijwoordelijke bepalingen van deze zin.
De afgelopen maand vloog een toestel zonder piloot door het luchtruim.

A
1
B
2
C
3
D
Geen

Slide 4 - Quiz

Lees de zin hieronder. Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) van deze zin.
In een Chinees restaurant werken sinds kort tien robots.

A
In een Chinees restaurant, sinds kort
B
In een Chinees restaurant
C
tien robots
D
In een Chinees restaurant, tien robots

Slide 5 - Quiz

Lees de zin hieronder. Noteer de persoonlijke voornaamwoorden van deze zin.
Ze neemt ons in de voorjaarsvakantie mee naar het Rijksmuseum, zodat mijn broer en ik weten wat daar te zien is.

A
ze
B
ze, ons ik
C
ze, ik
D
ons

Slide 6 - Quiz

Hieronder staan twee woordcombinaties. Maak van elke combinatie een samenstelling.

hoogte + vrees = …
reus + groot = …



A
hoogtevrees, reuzegroot
B
hoogtenvrees, reuzengroot

Slide 7 - Quiz


Hieronder staan twee woordcombinaties. Maak van elke combinatie een samenstelling.

zon + scherm =

seconde + wijzer

A
zonnescherm, secondewijzer
B
zonnenscherm, secondenwijzer
C
zonnescherm, secondenwijzer
D
zonnenscherm secondewijzer

Slide 8 - Quiz

Hieronder staan drie woorden. Noteer van elk woord het verkleinwoord
1 souvenir
2 afmeting
3 tv

Slide 9 - Open question

Noteer de betekenis van het woord

In de gebruiksaanwijzing stond expliciet dat je het apparaat niet zelf mag openschroeven.
expliciet =
A
toch
B
echter
C
aangegeven
D
nadrukkelijk

Slide 10 - Quiz

Noteer de betekenis van het woord

Mariska wilde niet met een foto in de krant en haar vriendinnen evenmin. Evenmin =
A
wel
B
ook niet

Slide 11 - Quiz

Noteer het woorddeel dat de onderstaande drie samenstellingen compleet maakt.
Noteer één woord dat in alle drie de samenstellingen past.
a …….tegoed
b oor…….
c deur…….
2 Maak met een van de samenstellingen een zin waaruit de betekenis blijkt.

Slide 12 - Open question


Bijtgrage beesten

Alle honden kunnen bijten, maar je moet ze natuurlijk wel leren wáár ze moeten bijten. De beesten mogen een verdachte natuurlijk niet in de hals grijpen. Dan gaat hij dood.
Hij=
A
verdachte
B
honden
C
beesten

Slide 13 - Quiz

De honden leren daarom om hun tanden alleen in armen en benen te zetten. Dat oefenen ze op mensen die daar speciaal voor opgeleid zijn.
ze =
A
mensen
B
De honden

Slide 14 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Antwoord

Hoofdgedachte: Het evenement Wild in the Streets wordt op 5 juli gehouden.

Slide 15 - Slide

Wat is de hoofdgedachte?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat.

Slide 16 - Quiz

Lees (en beluister) de tekst

Slide 17 - Slide

Noteer de hoofdgedachte van de luistertekst

Slide 18 - Open question

Je zoekt een lekker recept om te koken voor vanavond.
A
verkennend lezen
B
zoekend lezen
C
grondig lezen
D
studerend lezen

Slide 19 - Quiz

Welke zin is
de kernzin?

Slide 20 - Open question

Wat zijn voorbeelden van tekstdoelen?
A
artikel, tijdschrift, krant
B
informeren, amuseren, activeren, overtuigen
C
informerende tekst, activerende tekst, amuserende tekst

Slide 21 - Quiz

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
     www.redekundig.nl 
     It's Learning : vak Nederlands proeftoets maken
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link