This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
www.cambiumned.nl
www.jufmelis.nl
www.redekundig.nl
It's Learning : vak Nederlands proeftoets maken
3. Filmpjes om naar te kijken
Slide 1 - Slide
Lees de zin hieronder. Breid deze zin uit met een deel wanneer? en een deel hoe? Bepaal zelf de volgorde van de delen. Deze politieagent zong…
Slide 2 - Open question
Lees de zin hieronder. Geef aan uit hoeveel zinsdelen deze zin bestaat. Om drie uur heeft het ambulancepersoneel de gewonde dieren bij het asiel ondergebracht.
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 3 - Quiz
Lees de zin hieronder. Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?
De automobilist negeerde net het stopsein van de politieagent.
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 4 - Quiz
Welk vraagwoord hoort bij het zinsdeel : het stopsein van de politieagent?
De automobilist negeerde net het stopsein van de politieagent.
A
wat?
B
wie?
C
hoe?
D
waarom
Slide 5 - Quiz
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?
De gamers hebben de nieuwste spellen in een speciale ruimte van het gebouw uitgetest.
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 6 - Quiz
Lees de zin hieronder. Geef aan of het voltooid deelwoord in deze zin goed gespeld is of niet. Wow, die deur heb je netjes geschildert!
A
Fout
B
Goed
Slide 7 - Quiz
Na drie jaar zijn we … (verhuizen) naar een dorp. Gebruik de verleden tijd
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuisdt
Slide 8 - Quiz
Het … (gonzen) van de geruchten tijdens het schoolfeest. Gebruik de verleden tijd.
A
gonsden
B
gonste
C
gonsten
D
gonsde
Slide 9 - Quiz
De zakenman … (missen) zijn vliegtuig op een haar na. Gebruik de verleden tijd
A
miste
B
misste
C
misde
D
mistte
Slide 10 - Quiz
De docent heeft ons goed … (coachen) tijdens de proefwerkweek. Gebruik de verleden tijd
A
gecoachdt
B
gecoachd
C
gecoacht
D
coachde
Slide 11 - Quiz
Geef aan wat de betekenis is van het woord sporadisch 1 Jonas heeft iets wat je sporadisch ziet bij een voetballer: echte vechtlust.
Slide 12 - Open question
Geef het antoniem van perfect
Slide 13 - Open question
Geef een antoniem van complex
Slide 14 - Open question
Noteer de onderdelen die altijd bij oriënterend lezen horen.
Slide 15 - Open question
Bekijk de tekst.
Hoeveel alinea's tel je?
Slide 16 - Slide
Hoeveel alinea's heeft deze tekst?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 17 - Quiz
Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld
Slide 18 - Quiz
Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?