Je kijkt dan onder andere naar:
- afbeeldingen, zoals tekeningen, foto's en grafieken. --> Die geven extra informatie of helpen om je te indentificeren met de schrijver of de tekst.
- opmaakelementen zoals kaders, tabellen, witruimte en het gebruik van vet of cursief in de tekst. --> Die geven structuur aan de tekst en laten vaak zien wat belangrijke dingen zijn.