Leer klein kijken! (Heb oog voor alle kleine signalen die de cliënt geeft).
Wees geduldig en neem de tijd om de mogelijkheden van de cliënt te leren kennen. (Denk in (heel) kleine stappen).
Biedt structuur en houvast.
Creëer rust in de omgeving. (Gebruik kleuren, geluiden of muziek waarbij de cliënt zich prettig voelt).
Als een cliënt zich verslikt, blijf dan kalm en benoem altijd wat je gaat doen, zodat de cliënt niet schrikt van jouw handeling.
Pas je communicatie aan, aan de mogelijkheden van de cliënt. (Verbale communicatie, lichamelijk contact, voorwerpen, gebaren, computers en hulpprogramma’s).