What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 7 SPELLING
doel van de les
Je herhaalt de regels van spelling
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
doel van de les
Je herhaalt de regels van spelling
Slide 1 - Slide
Onderdelen SPELLING
werkwoordspelling
meervoud van ZN
interpunctie apostrof en accent
hoofdletters koppelteken en trema
Slide 2 - Slide
Hij (leiden) al jaren een elftal.
A
leid
B
leit
C
leidt
Slide 3 - Quiz
(Vinden) jij Engels ook zo moeilijk?
A
Vind
B
Vint
C
Vindt
Slide 4 - Quiz
Hij heeft zijn knie (schaven).
A
geschaavt
B
geschaaft
C
geschaafd
D
geschaavd
Slide 5 - Quiz
Ik (bieden) je mijn excuses aan.
A
biedt
B
biet
C
bied
Slide 6 - Quiz
Dat (gebeuren) iedere dag.
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 7 - Quiz
Hij (voeden) die puppy alleen op.
A
voet
B
voedt
C
voed
Slide 8 - Quiz
Haar gedrag is (veranderen).
A
verandert
B
veranderd
Slide 9 - Quiz
Ze (herhalen) het voor de derde keer.
A
herhaald
B
herhaaldt
C
herhaalt
Slide 10 - Quiz
LEESTEKENS
Slide 11 - Slide
Eind van de zin:
punt
uitroepteken
vraagteken
Hij is geslaagd voor zijn rijexamen.
Weet je met welk cijfer? Een 10!
Slide 12 - Slide
dubbele punt
er komt een uitleg
er komt een opsomming
er komt een citaat
Dat gaat als volgt: ..............
Ik houd van deze groentes: ......
Ze riep: ............................
Slide 13 - Slide
Aanhalingstekens "........"
Gebruik je bij een citaat.
Maaike zei: "Ga je mee?"
Als je iets op een andere manier moet lezen.
"Leuk" ben jij.
Slide 14 - Slide
De komma
Tussen twee werkwoorden in een samengestelde zin -
als ik eet, kijk ik tv.
In een opsomming -
vrienden, vriendinnen, buren, familie
Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden -
een mooie, warme dag
Woorden als: toch, hoor, ja en oké -
ik haal jou op, oké?
Slide 15 - Slide
Hoe schrijf je het meervoud?
baby melodie horloge
slee muis
café graf bacterie
Slide 16 - Slide
Noteer het meervoud van 'industrie'.
A
industrieën
B
industriën
C
industries
Slide 17 - Quiz
Wat is het meervoud van slee?
A
sleën
B
slees
C
sleeën
Slide 18 - Quiz
Wat is het meervoud van zeef?
A
zefen
B
zeven
C
zeeven
D
zeefen
Slide 19 - Quiz
Wat is het meervoud van etage?
A
etages
B
etage's
Slide 20 - Quiz
Wat is het meervoud van MACHINE?
A
machine's
B
machines
Slide 21 - Quiz
Wat is goed?
A
financieel
B
financiëel
Slide 22 - Quiz
Wat is goed?
A
naäpen
B
na-apen
C
na apen
Slide 23 - Quiz
Wat is goed?
A
ge-introduceerd
B
geintroduceerd
C
geïntroduceerd
Slide 24 - Quiz
Oefen voor de toets:
Leestekens/interpunctie: punt, komma, hoofdletters
Meervoud van zelfstandige naamwoorden
Werkwoordspelling (t.t. v.t. en v.d.)
apostrof, accent, koppelteken, trema
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Hoofdstuk 7.3 SPELLING Talent
October 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Hoofdstuk 7.2 en 7.3 SPELLING Talent
November 2022
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Hoofdstuk 7.3 SPELLING Talent
September 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
M4: voorbereiden SE Spelling 7.2 en 7.3
October 2023
- Lesson with
53 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Spelling
November 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Uitleg en oefenen spelling+interpunctie+hoofdletters
November 2024
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Uitleg en oefenen spelling+interpunctie+hoofdletters
December 2024
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
MBO
vmbo t
Leerjaar 4
Spelling
January 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3