M4: voorbereiden SE Spelling 7.2 en 7.3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

     Taalverzorging

Voorbereiden op SE

Lezen

Onderdelen SPELLING

Werkwoordspelling               

Meervoud van ZN (zelfstandige naamwoorden)

Interpunctie                                         

Hoofdletters                                              

Apostrof en accent

Koppelteken en trema

Ik heb er vertrouwen in dat ik het SE spelling ga halen

😒🙁😐🙂😃

Hoe weet je of een werkwoord in VT of VD een d of een t krijgt?

(Vinden) jij Engels ook zo moeilijk?

1. Vind
2. Vint
3. Vindt

Hij heeft zijn knie (schaven).

1. geschaavt
2. geschaaft
3. geschaafd
4. geschaavd

Dat (gebeuren) iedere dag.

1. gebeurt
2. gebeurd

Hij (voeden) die puppy alleen op.

1. voet
2. voedt
3. voed

Haar gedrag is (veranderen).

1. verandert
2. veranderd

Wat is het tegenwoordig deelwoord (td) van schreeuwen?

1. schreeuwt
2. schreeuwen
3. schreeuwde
4. schreeuwend

Had je nog een paar fouten? 

Ga dan nog extra oefenen met werkwoordspelling

7. 3 LEESTEKENS 

Eind van de zin:

• punt
• uitroepteken
• vraagteken

Hij is geslaagd voor zijn rijexamen. 

Weet je met welk cijfer? Een 10!

Je gebruikt een dubbele punt bij:

dubbele punt 

• er komt een voorbeeld
• er komt een uitleg
• er komt een opsomming
• er komt een citaat

Dat gaat als volgt: ..............

Ik houd van deze groentes: ......

Ze riep: '...........................'

Aanhalingstekens '........'

Gebruik je bij een citaat.                                 Maaike zei: 'Ga je mee?'

Bij een titel.           Het boek 'Backpacken' is een spannend boek. 

De komma

Als je een pauze hoort bij hardop voorlezen

Tussen twee werkwoorden in een samengestelde zin - als ik eet, kijk ik tv.

In een opsomming - vrienden, vriendinnen, buren en familie.

Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden -  een mooie, warme dag.

Woorden als:  toch, hoor, ja en oké - ik haal jou op, oké?

Voor bepaalde voegwoorden - maar/omdat/hoewel/zodat etc.

Achter of voor een aangesproken persoon - Harry, pak jij je tas?

Piet zei "Je krijgt geen cadeautjes dit jaar."

1. goed
2. fout

Welk leesteken mis je hier?
Terwijl Piet op vakantie was heeft zijn zus een nieuwe auto gekocht.

Een komma staat
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. tussen twee onderwerpen
2. na een naam of uitroep aan het begin van een zin
3. tussen delen van een opsomming
4. tussen twee persoonsvormen

Welke leestekens gebruik je bij een citaat?

1. Uitroeptekens
2. Dubbele punt en aanhalingstekens
3. Alleen aanhalingstekens
4. Komma's

7.2+7.3

Even van alles door elkaar

Hij (leiden) al jaren een elftal.

1. leid
2. leit
3. leidt

Ze (herhalen) het voor de derde keer.

1. herhaald
2. herhaaldt
3. herhaalt

'Heb je dat boek al gelezen?' vroeg hij.

1. goed
2. fout

Bas vond hoe overleef ik mijn vakantie? een leuk boek.

1. goed
2. fout

Wanneer gebruik je hoofdletters?
(4 situaties)

Goed of fout:
In Januari is het vaak heel koud.

1. Goed
2. Fout

HOOFDLETTERS

- Begin van een zin 

Uitzondering:

's Avonds ging ik naar....

80% van de mensen

20 dagen nadat .....

Hoofdletters

• Namen --> personen, landen, steden, boeken, films etc.
• Feestdagen en historische gebeurtenissen --> Kerstmis, Pasen, Eerste wereldoorlog,  Hemelvaart, Bevrijdingsdag

Hoe schrijf je het meervoud?

baby         melodie      horloge

slee             muis

café             graf         bacterie 

melodieën

bacteriën

Meervoud van café

Meervoud van baby

De laatste vier spellingstekens

1. apostrof:  Emma's tas, Max' mobiel, vwo'er, A4'tje, 't regent

2. accent:  café, crème, hé!, crêpes, hét middel tegen haaruitval

3. koppelteken:  zo-even, 60-plusser, Noord-Brabant,

diploma-uitreiking (bij klinkerbotsing, samenstelling)

4. trema: beïnvloeden, ruïne (2 klinkers naast elkaar met  verschillende klank)

apostrof 

Theorie (accent)

Een accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt.

Wij gebruiken drie accenttekens in Nederland:
- accent aigu (streepje naar rechts): cliché
- accent grave (streepje naar links): barrière
- accent circonflexe (dakje): enquête

Koppelteken als ...

Trema 

• Verkeerde uitspraak, trema op klinker nieuwe lettergreep. 
  
• Samengestelde telwoorden.
• Géén trema, maar koppelteken in andere samenstellingen.
• Géén trema als je het niet verkeerd uit kan spreken.

’K weet niet wat ik moet zeggen.

1. goed
2. fout

Noteer het meervoud van 'industrie'.

1. industrieën
2. industriën
3. industries

Wat is het meervoud van slee?

1. sleën
2. slees
3. sleeën

Wat is het meervoud van zeef?

1. zefen
2. zeven
3. zeeven
4. zeefen

Wat is het meervoud van etage?

1. etages
2. etage's

Wat is goed?

1. financieel
2. financiëel

Wat is goed?

1. ge-introduceerd
2. geintroduceerd
3. geïntroduceerd

Wat is goed?

1. stageüren
2. stage uren
3. stage-uren
4. stageuren

Wat is goed?

1. naäpen
2. na-apen
3. na apen

schema werkwoordspelling

Zet het leesteken op de goed plaats:
Terwijl Piet op vakantie was heeft zijn zus een nieuwe auto gekocht.

De vrouw riep boos uit: "bah ik lust geen komkommersoep!"

1. goed
2. fout

Hij zegt ik ben jarig.

1. goed
2. fout

Oefenen en voorbereiden

Hoofdstuk 7: digitaal

Test jezelf hoofdstuk 7

Extra oefenen op Cambiumned