Hoofdstuk 7.3 SPELLING Talent

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

 SPELLING

                                                            

Leerdoelen van de spellinglessen

• Ik kan interpunctie correct toepassen (punt, uitroepteken, vraagteken, aanhalingsteken, komma). 
• Ik kan hoofdletters correct gebruiken.
  
• Ik ken de verschillende vormen van het meervoud van een zelfstandig naamwoord en ik kan deze correct spellen. (Bijvoorbeeld: baby > baby's, melodie > melodieën)
  
• Ik ken de leestekens apostrof, accent, weglatingsstreepje, koppelteken en trema

Hoe goed denk jij dat je de leerdoelen al beheerst?

😒🙁😐🙂😃

dubbele punt 

• er komt een voorbeeld
• er komt een uitleg
• er komt een opsomming
• er komt een citaat

Dat gaat als volgt: ..............

Ik houd van deze groentes: ......

Ze riep: '...........................'

Einde van de zin:

• punt
• uitroepteken
• vraagteken

Hij is geslaagd voor zijn rijexamen. Weet je met welk cijfer? Een 10!

Aanhalingstekens "........" 

Gebruik je bij een citaat.                                 Maaike zei: 'Ga je mee?'

Als je iets op een andere manier moet lezen.           "Leuk" ben jij.

De komma

Tussen twee werkwoorden in een samengestelde zin - als ik eet, kijk ik tv.

In een opsomming - vrienden, vriendinnen, buren, familie

Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden -  een mooie, warme dag

Woorden als:  toch, hoor, ja en oké - ik haal jou op, oké?

Piet zei "Je krijgt geen cadeautjes dit jaar."

1. goed
2. fout

Welke leestekens gebruik je bij een citaat?

1. Uitroeptekens
2. Dubbele punt en aanhalingstekens
3. Aanhalingstekens
4. De puntkomma

Bas vond hoe overleef ik mijn vakantie? een leuk boek.

1. goed
2. fout

Wanneer gebruik je hoofdletters?

HOOFDLETTERS

Altijd aan het begin van een zin.

Uitzonderingen:

's Avonds ging ik naar....

80% van de mensen

20 dagen nadat .....

Hoofdletters

• Namen --> personen, landen, steden, boeken, films etc.
• Feestdagen en historische gebeurtenissen --> Kerstmis, Pasen, Eerste wereldoorlog,  Hemelvaart, Bevrijdingsdag

Goed of fout:
In Januari is het vaak heel koud.

1. Goed
2. Fout

Hoe schrijf je het meervoud?

baby         melodie      horloge

slee             muis

café             graf         bacterie 

Klemtoon

melodieën --> melodie

bacteriën --> bacterie

Er zijn veel minder meervouden die op -iën eindigen dan meervouden die op -ieën eindigen.

https://onzetaal.nl/taalloket/kolonien-epidemieen

De laatste vijf leestekens die je moet kennen

1. apostrof:  Emma's tas, Max' mobiel. vwo'er, A4'tje. 't regent

2. accent:  café, hé!, crêpes, hét middel tegen haaruitval

3. weglatingsstreepje: land-, tuin- en akkerbouw (= landbouw, tuinbouw en akkerbouw), radio- en televisieprogramma's (= radioprogramma's en televisieprogramma's), in- en uitvoeren (= invoeren en uitvoeren)

koppelteken:  zo-even, 60-plusser, Noord-Brabant,

diploma-uitreiking.

4. trema: beïnvloeden, ruïne

’K weet niet wat ik moet zeggen.

1. goed
2. fout

Noteer het meervoud van 'industrie'.

1. industrieën
2. industriën
3. industries

Wat is het meervoud van zeef?

1. zefen
2. zeven
3. zeeven
4. zeefen

Wat is het meervoud van etage?

1. etages
2. etage's

Wat is goed?

1. financieel
2. financiëel

Gebruik het weglatingsstreepje.
bankrekening en bankpas

Gebruik het weglatingsstreepje. dinsdagavond en woensdagavond

Gebruik het weglatingsstreepje:
schooltoetsen en schoolexamens

Einde van de les

Neem volgende keer je leesboek mee!