Beweringsvragen

Beweringsvragen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Beweringsvragen

Slide 1 - Slide

Beweringsvragen
Ook wel de juist/onjuist vraag of de waar/niet waar vraag genoemd.


Slide 2 - Slide

Stappenplan
  1. Oriënterend lezen  
  2. Waar gaat de tekst over? (bepaal de grote lijn)
  3. Streep/markeer de alinea's (aan) die je moet lezen
  4. Lees de beweringen. Zoek per bewering 3 kernwoorden.
  5. Kom je 1 van de beweringen tegen? Streep aan in de tekst!
  6. Kloppen ALLE elementen van de bewering? Dan JUIST

Slide 3 - Slide

Tip voor als je er niet uit komt:
Staan er overdrijvingen (te, meest, altijd, nooit, etc) in de stelling?

Dan is de kans aanwezig dat de stelling NIET JUIST is.

Slide 4 - Slide

Lees de tekst op pagina 46
  • Begin met oriënterend lezen. Wat zie je? Waarover denk je dat de tekst gaat?
  • Lees nu de vraag: ''Geef van elke van de volgende beweringen aan of deze op grond van de tekst juist of onjuist is.''
  • Kies de drie kernwoorden per bewering. 
  • Ga nu scannen in de tekst op zoek naar de kernwoorden van de beweringen.
  • Vind je een bewering die klopt? Onderstreep de zin in de tekst.

Slide 5 - Slide

Geef van elke van de volgende beweringen aan of deze op grond van de tekst juist of onjuist is.
  1. Het meenemen van de fiets in de trein moet makkelijker worden.   J / OJ  

  2. Er moet meer werk gemaakt worden van het aanpakken van
    fietsdiefstal.    J / OJ  

  3. Automobilisten die fietsers in gevaar brengen, moeten streng worden aangepakt.  J / OJ

  4. Fietsers zouden altijd voorrang moeten krijgen.  J / OJ  

Slide 6 - Slide

In ''step 3'' staat duidelijk vermeld dat het meenemen van je fiets in de trein makkelijker gemaakt moet worden

Slide 7 - Slide

In ''step 5'' staat duidelijk vermeld dat er meer werk gemaakt moet worden van fietsdiefstal

Slide 8 - Slide

In ''step 8'' staat duidelijk vermeld dat automobilisten die fietsers in gevaar brengen, strenger aangepakt moeten worden

Slide 9 - Slide

Nergens in de tekst is een vermelding te vinden die verwijst naar de bewering dat fietsers altijd voorrang moeten krijgen. Deze bewering is dus onjuist

Slide 10 - Slide

Geef van elke van de volgende beweringen aan of deze op grond van de tekst juist of onjuist is.
  1. Het meenemen van de fiets in de trein moet makkelijker worden.   JUIST

  2. Er moet meer werk gemaakt worden van het aanpakken van
    fietsdiefstal.    JUIST

  3. Automobilisten die fietsers in gevaar brengen, moeten streng worden aangepakt.  JUIST

  4. Fietsers zouden altijd voorrang moeten krijgen.  ONJUIST

Slide 11 - Slide