What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Feiten, meningen en argumenten
Dinsdag 7 maart
Feiten, meningen
en argumenten
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Dinsdag 7 maart
Feiten, meningen
en argumenten
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je weet wat een feit is
Je weet wat een mening is
Je weet wat een argument is
Je kan een feit/mening/argument herkennen
Belangrijk omdat
Nederlands examen
Feiten en meningen kunnen herkennen in het dagelijks leven.
> Weten wat ''echt'' is.
Slide 2 - Slide
Feiten
Uitspraak over iets wat waar is of niet
Een feit is controleerbaar
Voorbeeld
De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.
> Je kunt controleren of dit waar is. > Zoeken in de krant, op internet.
Slide 3 - Slide
Noem een voorbeeld van een feit
Slide 4 - Open question
Meningen
Wat iemand ergens van vindt
Een mening is niet controleerbaar
Je kunt het eens of oneens zijn met een mening
Je herkent een mening aan
signaalwoorden: -
..
Voorbeeld
Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen
Ik vind dat..
Zij/hij vindt dat..
Ik ben van mening dat..
Slide 5 - Slide
Noem een voorbeeld van een mening
Slide 6 - Open question
Argumenten
Een argument is
een uitleg
waarmee je een mening ondersteunt.
Je herkent een argument aan signaalwoorden:
Voorbeeld
Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zijn met geld omgaan (argument)
Want
Namelijk
Omdat
Ik vind dit,
omdat...
Zij vindt dat,
want...
Slide 7 - Slide
Bedenk een argument bij jouw mening
Slide 8 - Open question
Wat weten we nu?
Feit
: Is controleerbaar
Mening
: Wat iemand vindt, niet controleerbaar
Argument
: Onderbouwt een mening
Signaalwoorden
Mening: Ik vind
,
hij/zij vindt
,
Ik ben van mening dat..
Argument: Want
,
Namelijk
,
Omdat
Slide 9 - Slide
Aan de slag
Maken les 57 opdracht 1 t/m 12
Geef antwoord in hele zinnen.
Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
Slide 10 - Slide
Herhaling
Feit
: Is controleerbaar
Mening
: Wat iemand vindt, niet controleerbaar
Argument
: Onderbouwt een mening
Signaalwoorden
Mening
: Ik vind, hij/zij vindt, Ik ben van mening dat..
Argument
: Want, Namelijk, Omdat
Slide 11 - Slide
Feit
Mening
Er zijn 22 soorten aasgieren
Het heeft al een week niet geregend
Hij komt altijd op de fiets
Dat was een spannende film
Ik vind de zomer veel leuker
Zij vindt friet het allerlekkerst
Slide 12 - Drag question
Wat hebben we vandaag geleerd?
Slide 13 - Open question
Nog vragen?
Nog een keertje herhalen?
Slide 14 - Open question
More lessons like this
H4 - Feiten, meningen en argumenten
January 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leesvaardigheid: Feiten, meningen en argumenten
November 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Feiten, meningen en argumenten
January 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
EVE Klas 2 Leesvaardigheid: Feiten, meningen en argumenten
March 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
lezen H5 les 2:feit,mening,argument,conclusie
May 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Herhalingsles AR3 Nederlands
May 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Leesvaardigheid: Feiten, meningen en argumenten (les 1)
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
lezen H5 les 2:feit,mening,argument,conclusie
May 2024
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3