oefentoets spelling klas 2 (1)

Proeftoets Spelling
Vandaag: gezamenlijk maken proeftoets spelling!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Proeftoets Spelling
Vandaag: gezamenlijk maken proeftoets spelling!

Slide 1 - Slide

Doel 1: Ik kan de PV in TT schrijven.
  • Maak gebruik van de SPIEKTRUC
  • Dus: vul SPIEKEN in! 
  • Wat hoor je? 

Oefenen:
1. Wat ... (vinden) je daarvan?
2. Hij ... (lopen) altijd naar school.

Slide 2 - Slide

... (vinden) je dat wel eerlijk?

Slide 3 - Open question

Het weer ... (worden) er niet beter op.
A
Wordt
B
Word
C
Wort

Slide 4 - Quiz

Het... (gebeuren, tt) helaas steeds vaker.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 5 - Quiz

Doel 2: Ik kan de PV in VT schrijven.
Maak gebruik van:
  • De langermaaktruc
  • xtc-koffieshop

Oefenen:
1. Hij ... (vertellen) mij dat gisteren. 
2. Zij ... (dansen) vorige week in een tv-show. 

Slide 6 - Slide

Verliefde Thijs … (overhandigen) de jarige een romantisch boek.
A
Overhandigte
B
Overhandigde
C
Overhandigdte
D
Overhandigten

Slide 7 - Quiz

Iedereen … (grijnzen) toen een beetje.

Slide 8 - Open question

Die man … (inspireren) mij enorm!
A
Inspireerde
B
Inspireerte
C
Inspireert
D
Inspireerden

Slide 9 - Quiz

De leerlingen(verwachten, vt)... een moeilijke toets, maar uiteindelijk viel het allemaal mee.
A
verwachten
B
verwachte
C
verwachtten
D
verwachtte

Slide 10 - Quiz

Doel 3: Ik kan het VD van sterke en zwakke werkwoorden goed schrijven.
Maak gebruik van:
  • De langermaaktruc
  • xtc-koffieshop

Oefenen:
1. Dat heb ik gisteren ... (horen).
2. Dat heeft zij vorige week ... (zien).

Slide 11 - Slide

Er werd keihard op de deur … (bonzen).
A
Gebonst
B
Gebonsd
C
Gebonzt
D
Gebonzd

Slide 12 - Quiz

Heb jij die deur zelf … (verven)?
A
Geverft
B
Gevervt
C
Geverfd
D
Gevervd

Slide 13 - Quiz

De computer is zojuist … (crashen).

Slide 14 - Open question

Doel 4: Ik weet hoe ik een TD afgeleid van een werkwoord moet schrijven 
  • Hele werkwoord + d



Oefenen:
1. Hij ging ... (schreeuwen) naar huis.
2. De leerlingen gingen ... (rennen) naar buiten.

Slide 15 - Slide

De leerling keek … (afwachten) naar de docent.

Slide 16 - Open question

… (berekenen) ging hij te werk.
A
Berekenent
B
Berekend
C
Berekenend
D
Berekent

Slide 17 - Quiz

Doel 6: Ik weet wanneer ik wel en wanneer ik geen hoofdletters moet gebruiken.
Wanneer wél?
  • Begin van de zin
  • Let op: als de zin begint met een apostrof dan schrijf je het tweede woord met een hoofdletter.  >  ‘s Middags doet mijn vader altijd een dutje.
  • Let op: als een zin met een cijfer begint, krijg je geen hoofdletter > 25  leraren waren ziek.

  • Namen:  mevrouw Ten Brink, Marianne Betzema-ten Brink, Ajax, de Tweede Wereldoorlog, Tweede Kamerlid, Gelderland

  • Namen van volkeren: Arabier, Eskimo, Palestijn, Bosjesman.

Slide 18 - Slide

Doel 6: Ik weet wanneer ik wel en wanneer ik geen hoofdletters moet gebruiken.
Wanneer niet?
  • Namen van dagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, ...
  • Maanden: januari, februari, maart, april, mei, juni, ...
  • Windstreken: noorden, oosten, zuiden, westen
  • Jaargetijden: winter, lente, zomer, herfst
  • Tijdperken: middeleeuwen, renaissance, romantiek

Slide 19 - Slide

gebruik hoofdletters en leestekens en zet in directe rede

gisteren vroeg ik aan mijn zoon hoe ging je toets

Slide 20 - Open question

Schrijf de zin opnieuw op mét hoofdletters:

meneer de vries woont op het spaanse eiland gran canaria

Slide 21 - Open question

Schrijf de zin opnieuw op mét hoofdletters en leestekens in directe rede
ben jij in januari jarig vroeg mijn beste vriendin sanne

Slide 22 - Open question

Doel 7: getallen schrijven
389
2.390

Slide 23 - Slide

Doel 6: aan elkaar of los
minimum inkomen
koffie zet apparaat
vijftien miljoen
niets zeggend
lange afstands raket

Slide 24 - Slide

Ik heb de doelen behaald!
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

tot vrijdag!

Slide 26 - Slide