1.5 Organellen en transport door membranen

Transport door membranen
Basisstof 5:Transport door membranen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Transport door membranen
Basisstof 5:Transport door membranen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na deze les kun je...
  • de concentratie van een oplossing berekenen.
  • uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
  • beschrijven hoe transport van stoffen via (cel) membranen plaatsvindt. 


Slide 2 - Slide

De cel
afgesloten omgeving
-> hoe gaan stoffen cel in of uit?

via transport 

Slide 3 - Slide

Transport 
cel in
  • voedingsstoffen
  • zouten / zuurstof / water
cel uit: 
  • geproduceerde stoffen zoals hormonen
  • afvalproducten

Slide 4 - Slide

Transport 
actief transport
  • kost energie
  • van laag naar hoge concentratie
  • "berg op"
passief transport
  • kost geen energie
  • van hoge naar lage concentratie (berg af)

Slide 5 - Slide

Concentratie 
De hoeveelheid opgeloste stof per hoeveelheid oplosmiddel.
  • g/L of % of ppm


Lage concentratie
Hoge concentratie
Verdunnen
Concentreren

Slide 6 - Slide

concentratie berekenen
Let op % is per 100

Slide 7 - Slide

concentratie
Concentratie is uit te drukken in:
  • Gram per liter (g/L of GL-1)
  • Gram per kubieke decimeter (g/dm3 off g dm-3)
  • Procenten (%)
  • Parts per million (ppm, 0,0001%)

Slide 8 - Slide

hoe werkt transport dan door het membraan heen? 

Slide 9 - Slide

hoe werkt transport dan door het membraan heen? 

- stoffen zelf (bijvoorbeeld: hormonen) -> via blaasjes
- opgeloste stoffen -> diffusie, osmose of via transporteiwitten

Slide 10 - Slide

Transport door membranen
via blaasjes

bijvoorbeeld
hormonen gemaakt in de cel, nodig buiten de cel
voedingsstoffen, nodig in de cel

Slide 11 - Slide

transport via blaasjes (BS4)
blaasjes vanaf Golgi apparaat of naar binnen 
  • fagocytose: bij voeding stoffen (vorm van endocytose)

Slide 12 - Slide

transport via blaasjes (BS4)
endocytose
exocytose

Slide 13 - Slide

Transport door membranen
  • De stoffen (vb. zouten, gassen zoals zuurstof) in de cel zijn opgelost in water
  • In cellen is er dus een oplossing aanwezig met een bepaalde concentratie.
  • De concentratie van een oplossing geeft aan hoeveel opgeloste stof er in een bepaalde hoeveelheid oplosmiddel aanwezig is. 

Slide 14 - Slide

transport(eiwitten)
actief transport
  • kost energie
  • van laag naar hoge concentratie
  • "berg op"
passief transport
  • kost geen energie
  • van hoge naar lage concentratie (berg af)

Slide 15 - Slide

Diffusie
  • verplaatsing van een stof van een plek met een hoge concentratie naar een plek met een lage concentratie.
  • gasvormig of vloeibaar medium
  • homogene verdeling van moleculen
De diffusiesnelheid is afhankelijk van de
  • temperatuur en 
  • het medium.
dus berg af = passief transport = kost geen energie

Slide 16 - Slide

Diffusie 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

membranen 
permeabel membraan
= doorlaatbaar voor de moleculen die kleiner zijn dan poriën in de wand 

semi-permeabel
= selectief doorlaatbaar -> alleen moleculen die klein genoeg zijn om er door heen te kunnen

Slide 19 - Slide

Diffusie door een permeabele wand

Slide 20 - Slide

Osmose
  • Osmose is diffusie van water door een semipermeabel membraan...

het gaat hier om de waterconcentratie! 

  • van lage -> hoge concentratie water 
  • dus passief transport!!

Slide 21 - Slide

Diffusie van water door een semipermeabel membraan (osmose)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Osmostische waarde/druk
  • Osmotische waarde is het aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid
  • Hoe meer deeltjes, hoe hoger de osmotische waarde.
  • Osmotische druk is de aanzuigkracht van de ene oplossing op de andere oplossing.
  • De grootte wordt bepaald door de concentratie opgeloste deeltjes in een oplossing.

Slide 24 - Slide

Wat is de functie van osmose in de cel? 

  • concentraties van stoffen constant houden
  • membranen van cellen zijn semipermeabel
  • geeft stevigheid aan cellen -> plantencellen

-> volgende les meer hierover! 

Slide 25 - Slide

aquaporines 
  • Speciale eiwitten voor het transport van watermoleculen. 
  • sneller dan osmose
  • met concentratieval mee (-> berg af) dus passief

Slide 26 - Slide

Transport door membranen
Osmose dierlijke cel
Tip voor toets
Maak een tekeningetje met pijlen. Dat maakt de opgave vaak een stuk duidelijker.

Slide 27 - Slide

Transport door membranen
Osmose plantaardige cel
de begrippen hyper- en hypotoon zijn altijd relatief; dus ten opzicht van....
Let daarom altijd goed op of de cel hypotoon of juist de omgeving hypotoon is. 

Slide 28 - Slide

Huiswerk
Basisstof 5: 43, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52

Slide 29 - Slide