This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
2 minuten voordat de les begint
jassen uit
telefoon weg tot toestemming
boeken/chromebook op tafel
oortjes uit en kleppen dicht
timer
2:00
Slide 1 - Slide
korte herhaling vorige lessen
Introductie fossielen
zelfstandig werken
pauze
kahoot
Slide 2 - Slide
genotype kan veranderen
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
genotype wel
fenotype niet
B
genotype niet
fenotype wel
C
genotype niet
fenotype niet
D
genotype wel
fenotype wel
Slide 4 - Quiz
Hoe ontstaat het fenotype?
A
Invloed van de omgeving
B
Invloed omgeving en genotype
C
Door het genotype
Slide 5 - Quiz
Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen
Slide 6 - Quiz
Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
Slide 7 - Quiz
Zet in de juiste volgorde van klein naar groot:
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
gen - chromosoom - DNA - cel
C
gen - chromosoom -cel - DNA
D
gen - DNA - chromosoom - cel
Slide 8 - Quiz
wanneer een moedercel zich splitst, dan heb je aan het eind .... over
A
een dochter en een moedercel
B
2 dochtercellen
C
een eicel en een zaadcel
Slide 9 - Quiz
In de afbeelding zie je twee egels. Het albino-fenotype bij egels is ooit ontstaan door een mutatie in één egel waaruit veel nakomelingen zijn ontstaan. Waar heeft deze mutatie waarschijnlijk in plaatsgevonden?
A
lichaamscel
B
geslachtscel
Slide 10 - Quiz
Plotselinge verandering van het genotype heet een
A
mutageen
B
mutatie
C
DNA verandering
D
celdeling
Slide 11 - Quiz
De grondlegger van de evolutietheorie
A
Lamarck
B
De Vink
C
Darwin
D
Beagle
Slide 12 - Quiz
Natuurlijke selectie is noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Waarvan spreken we als het gaat om het sterkste dier overleeft?
A
Isolatie
B
Natuurlijke selectie
C
Kunstmatige selectie
Slide 14 - Quiz
Hoe noemen we het als twee populaties van elkaar gescheiden raken door een natuurlijke oorzaak?
A
Isolatie
B
Evolutie
C
Natuurlijke selectie
Slide 15 - Quiz
Waarom kon er eerst geen leven zijn op aarde?
A
het was er veel te koud
B
er was geen land
C
het was er veel te heet
Slide 16 - Quiz
Wanneer kon leven ontstaan?
A
toen er land ontstond
B
toen de aarde was afgekoeld en zeeën waren ontstaan
C
toen het warmer werd
Slide 17 - Quiz
Uit hoeveel cellen bestond het eerste leven?
A
meerdere cellen
B
een cel
C
4 cellen
Slide 18 - Quiz
Hoe noemen we die ene eerste cel?
A
oerschimmel
B
oerbacterie
Slide 19 - Quiz
Welke dier is niet in de begintijd van de aarde ontstaan?
A
koraal
B
dinosaurus
C
zee-egel
D
degenkrabben
Slide 20 - Quiz
Hoe weten we dat deze dieren in de begintijd al hebben bestaan?
A
doordat het in boeken stond
B
door fossielen
C
doordat mensen dit hebben verteld
Slide 21 - Quiz
Hoe kon leven op het land ontstaan?
A
doordat er regen ging vallen
B
doordat er een ozonlaag ontstond die de zonnestraling tegen hield
C
doordat de dieren op het land gingen
Slide 22 - Quiz
Welke organismen zorgen voor de eerste zuurstof op het land?
A
mossen en bomen
B
mossen en dieren
C
mossen en varens
Slide 23 - Quiz
Welke dieren met een geschubde huid ontwikkelde zich op aarde?
A
reptielen
B
vogels
C
vissen
Slide 24 - Quiz
0
Slide 25 - Video
Doel van de les
Je kunt uitleggen wat fossielen zijn
Je kunt vertellen hoe fossielen ontstaan
Slide 26 - Slide
0
Slide 27 - Video
Fossielen
Versteende afdrukken
of
Versteende organismen
Slide 28 - Slide
wat zijn fossielen?
versteende overblijfselen van organismen.
Fossielen ondersteunen de evolutietheorie omdat het overblijfselen zijn van de harde delen van een organisme.
Deze harde delen zitten in diepe oude aardlagen.
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
0
Slide 31 - Video
Basisstof 7 lezen en opdrachten maken ( ook Testjezelf)