Mercredi le 4 décembre (h2c-s49)

Bienvenue au cours!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours!

Slide 1 - Slide

menu du jour
- huiswerk bespreken
- uitleg app 10: meervoud!
- LIRE
- apprendre 2 F-N

Slide 2 - Slide

Huiswerk gemaakt?
- leren apprendre 8 p. 117
-afmaken: Grammaire II ex. 16c-16d 







Slide 3 - Slide

Vertaal deze zin:
Hij is kaal en hij heeft een blonde snor.

Slide 4 - Open question

Vertaal deze zin:
Haar uiterlijk is gewoon maar verzorgd.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Exercice 16D 
1 filles créatives
2 matchs internationaux
3 robe blanche
4 poils gris
5 vieil entraineur
6 bonne idée
7 sœur jalouse
8 beaux placards

Slide 7 - Slide

uitleg apprendre 10 p.118
meervoud
zelfstandig naamwoorden

Slide 8 - Slide

HOOFDREGEL


zelfstandig nw meervoud = zelfstandig nw enkelvoud + s
de lidwoorden le, la, l' wordt les
de lidwoorden un en une wordt des

Slide 9 - Slide

BIJZONDERHEDEN
eindigt op -s            + [niets]                     le bus → les bus
eindigt op -x            + [niets]                     le prix → les prix
eindigt op -z            + [niets]                     le nez → les nez

eindigt op -au          -aux                            le bureau  → les bureaux
eindigt op -eu          -eux                            le jeu          → les jeux
eindigt op -al            -aux                            l’animal     → les animaux

Slide 10 - Slide

BIJZONDERHEDEN
LET OP - 2 hele bijzondere vormen:

le travail  →  les travaux   (de werkzaamheden)
l'oeil          →  les yeux         (de ogen)

Slide 11 - Slide

Meervoud van la fille
A
les filles
B
les fillex
C
les fils
D
les fills

Slide 12 - Quiz

Maak meervoud:
un hôtel
A
l'hôtels
B
les hôtels
C
des hôtels

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van:
le cheval
A
les cheveaux
B
les chevals
C
les chevaux
D
les cheveux

Slide 14 - Quiz

Wat is het meervoud van:
le gâteau
A
les gâteaus
B
les gâteaux
C
le gâteaux
D
gâteaux

Slide 15 - Quiz

Wat is het meervoud van:
le tapis
A
les tapis
B
les tapiss
C
les tapises
D
le tapis

Slide 16 - Quiz

Meervoud van l'hôpital
A
les hôpitalles
B
l 'hôpitals
C
les hôpitaux
D
les hôpitaus

Slide 17 - Quiz

Maintenant
- maken: lire ex 3-5-6 p.89/91

- leren: apprendre 2 F-N p.114 en apprendre 10 p.118

Hierboven is ook huiswerk voor vrijdag 6 december!

Slide 18 - Slide