13.4 Kou en hitte

Planning
  • Welkom!
  • Leerdoelen
  • Uitleg
     -Warmbloedig en koudbloedig
     - Warm blijven
     - Afkoelen
     - Woestijnplanten
  • Afsluiten

Dit hoofdstuk 
SO H13
PW H13 +H14 in de toetsweek

Ben je startklaar?
- telefoon in de kluis
- jas aan de kapstok of in je kluis
- tas van tafel
- kauwgom uit
- spullen voor je


Log in in LessonUp!
Ben je ingelogd?
Super! Draai je laptop om.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning
  • Welkom!
  • Leerdoelen
  • Uitleg
     -Warmbloedig en koudbloedig
     - Warm blijven
     - Afkoelen
     - Woestijnplanten
  • Afsluiten

Dit hoofdstuk 
SO H13
PW H13 +H14 in de toetsweek

Ben je startklaar?
- telefoon in de kluis
- jas aan de kapstok of in je kluis
- tas van tafel
- kauwgom uit
- spullen voor je


Log in in LessonUp!
Ben je ingelogd?
Super! Draai je laptop om.

Slide 1 - Slide

13.4 Kou en hitte
  • Welkom!
  • Leerdoelen
  • Uitleg
     -Warmbloedig en koudbloedig
     - Warm blijven
     - Afkoelen
     - Woestijnplanten
  • Afsluiten




Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan kou.
  • Je kunt uitleggen waardoor een klein dier sneller afkoelt dan een groot dier.
  • Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan hitte.
  • Je kunt uitleggen hoe koudbloedige dieren reageren op temperatuursveranderingen.
  • Je kunt uitleggen hoe planten droogte overleven.




Slide 2 - Slide

 30 sec per vraag!
15 seconden per vraag!
3 vragen terugblik + 3 vragen voorkennis

Slide 3 - Slide

Hoe worden zuurstof en koolstofdioxide door het lichaam van een insect vervoerd?
A
Door lucht
B
Door bloed
C
Door water

Slide 4 - Quiz

In een plant stroomt water met opgeloste stoffen.

Water met voedingsstoffen stromen naar boven en naar beneden door..
A
houtvaten
B
bastvaten

Slide 5 - Quiz

Mensen hebben een..
A
Open enkelvoudige bloedomloop
B
Open dubbele bloedsomloop
C
Gesloten enkelvoudige bloedsomloop
D
Gesloten dubbele bloedsomloop

Slide 6 - Quiz

Bij verbranding wordt warmte-energie..
A
verbruikt
B
gemaakt

Slide 7 - Quiz

Een kamerthermostaat staat meestal ingesteld op ongeveer 20 ˚C.
Op hoeveel graden is de thermostaat in je hersenen ingesteld?
A
36˚C
B
37˚C
C
38˚C
D
39˚C

Slide 8 - Quiz

Op welke manieren blijft je lichaam warm?
A
Verwijding van de bloedvaten en kippenvel
B
Verwijding van de bloedvaten en rillen
C
Vernauwing van de bloedvaten en kippenvel
D
Vernauwing van de bloedvaten en rillen

Slide 9 - Quiz

Warmbloedig = constante lichaamstemperatuur
Koudbloedig = lichaamstemperatuur hangt af van de omgeving

Slide 10 - Slide

Warmbloedige dieren
Aanpassingen aan de kou

isolatie = lichaamswarmte vasthouden
  • stilstaande lucht tussen haren of veren 
  • vetlaag bij waterdieren

- meer verbranding

- speciaal gedrag (winterrust of winterslaap)


Slide 11 - Slide

Winterrust
  • af en toe wakker
  • lichaamstemperatuur, hartslag en ademfrequentie dalen
Winterslaap
  • vetvoorraad 
  • slapen van de herfst tot het voorjaar
  • lichaamstemperatuur, hartslag en ademfrequentie dalen

Slide 12 - Slide

Warmbloedige dieren
Aanpassingen aan de hitte

- luchtstroom

- hijgen

- koelere omgeving


Slide 13 - Slide

Lichaamsoppervlak en afkoelen
Kleine hond: 1 kubus met 6 vlakken
Grote hond: 4 kubussen met 24/ 48 vlakken 


Slide 14 - Slide

Woestijnplanten
  • vetlaagje
  • klein oppervlak
  • kleine/geen bladeren
  • haren of stekels
  • verzonken huidmondjes

Slide 15 - Slide

Wat?
Maken: 13.4 opdr. 1-3, 5, 6, 9-12, 14, 15, 18, 19
Hoe?
In je (online) boek. Werkbladopdrachten maak je in je schrift. Keuze: fluisterend overleggen.
Hulp?
Steek je hand op. Je mag zacht overleggen met je buurman/buurvrouw.
Tijd?
15 minuten
Klaar?
Goedzo! Kijk de opdrachten na. Pas de stof toe in opgave 22 en 23!
Opbrengst
Als je klaar bent heb je je huiswerk af! Nu weet je meer over de aanpassingen van dieren en planten aan kou of warmte!

Slide 16 - Slide

Afsluiten
  • Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan kou.
  • Je kunt uitleggen waardoor een klein dier sneller afkoelt dan een groot dier.
  • Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan hitte.
  • Je kunt uitleggen hoe koudbloedige dieren reageren op temperatuursveranderingen.
  • Je kunt uitleggen hoe planten droogte overleven.
Klassikaal bespreken






Wachten met opruimen!
Blijf zitten tot de bel gaat
Vergeet straks je stoel niet aan te schuiven

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan kou.

  • Je kunt uitleggen waardoor een klein dier sneller afkoelt dan een groot dier.

  • Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan hitte.

  • Je kunt uitleggen hoe koudbloedige dieren reageren op temperatuursveranderingen.

  • Je kunt uitleggen hoe planten droogte overleven.




Slide 18 - Slide