DNA voor 5DO

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiotechniekSecundair onderwijs

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

- (max) 20 min vragen 
                    => verder werken aan de opdracht

- Instructie

Slide 2 - Slide

- (max) 20 min vragen 
                    => verder werken aan de opdracht

- Instructie: DNA

Slide 3 - Slide

- (max) 20 min vragen 
                    => verder werken aan de opdracht

- Instructie

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

DNA staat voor desoxynucleïnezuur:
- Dubbele helix
- bouwsteen = nucleotiden

Nucleotide:
1. desoxyribose (pentose-suiker) - een suiker
2. fosforzuur - een fosfaatgroep
3. nucleïnebase - een organische stikstofbase
  
  - Adenine
  - Guanine
  - Cytosine 
  - Thymine 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

- 3' einde en 5' einde
- ruggengraat van pentose-fosfaatgroep
- nucleotiden verbonden door h-bruggen

Slide 10 - Slide

5'-posities kunnen fosfaatgroepen binden. 
Op de 3'-posities kunnen de hydroxylgroepen van de suiker binden.
3' => 5' = Sense
5' => 3' = Antisense
3'
3'
5'
5'

Slide 11 - Slide

Welke base paren komen voor in DNA
A
Adenine-Uracil Cytosine-Thymine
B
Adenine-Thymine Cytosine-Guanine
C
Adenine-Thymine Guanine-Uracil
D
Adenine-Uracil Cytosine-Guanine

Slide 12 - Quiz

Nucleotide is een...
A
Stikstofbase + fosforgroep
B
Stikstofbase + suikergroep
C
Stikstofbase + suiker +fosforgroep
D
Stikstofbase

Slide 13 - Quiz

Met de term menselijk genoom bedoelt men het geheel aan erfelijke informatie in één enkele cel uit het menselijk lichaam. Zo'n cel bevat 46 chromosomen (22 paren + 2 geslachtschromosomen), voor een totaal van ongeveer
....... baseparen (bp) aan DNA.
A
3,2biljoen (3.200.000.000.000)
B
3,2miljard (3.200.000.000)
C
3,2miljoen (3.000.000)
D
3,2honderduizend (320.000)

Slide 14 - Quiz

133.000.000.000.000 = 133 Biljoen
gemarmerde longvis

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

De productie van m-RNA gebeurt door
A
ribosomen
B
RNA-polymerase
C
transcriptase

Slide 20 - Quiz

Om m-RNA te maken is er RNA-polymerase nodig maar ook...

Slide 21 - Open question

De ribosomen zorgen voor de....
A
Transcriptie
B
Translatie

Slide 22 - Quiz

Welk codon bestaat?
A
A-G-G
B
A-G-T
C
A-G-G-A
D
A-G-U-A

Slide 23 - Quiz

2m in een kern van 5µm

1µm = 
0,000 001 m

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Zusterchromatiden
=Identieke genetische informatie

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

1 chromosoom biologische vader 
1 chromosoom biologische moeder

2n= 2
2n= 4

Slide 31 - Slide