This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Examentraining geschiedenis
Staatsinrichting
Slide 1 - Slide
Vandaag
Uitleg Staatsinrichting
Zelfstandig werken: examen staatsinrichting
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Revolutiejaar
1848
De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en
ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.
Slide 4 - Slide
Paniek bij de vorsten
in heel Europa!
Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal
Slide 5 - Slide
Gevolgen (1)
De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:
Koning is onschendbaar
Ministeriële verantwoordelijkheid
Klassieke grondrechten
censuskiesrecht
Rechtstreekse Tweede Kamer verkiezingen
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Taken parlement (1e +2e kamer)
Controleren van de regering
*recht van budget
*recht van interpellatie
*recht van enquete
2. Maken van goedkeuren en wetten(alleen 2e kamer!)
*recht van amendement
*recht initiatief
Slide 8 - Slide
Willem III, Luxemburgse Kwestie en artikel caoutchouc
Slide 9 - Slide
Koning Willem III
opvolgen vader Willem II.
1849 op troon na woelige tijd (Belgische onafhankelijkheid - revolutiejaar 1848 - nieuwe grondwet van Thorbecke)
Dromen van vergane glorie van macht koning Willem I
Slide 10 - Slide
Luxemburgse kwestie (1866 - 1867)
Slide 11 - Slide
vóór 1839:
Koninkrijk der Nederlanden
* Nederland
* België
(!) koning Willem I ook Groot -Hertog van Luxemburg (onderdeel Duitse Bond)
Tekst
Slide 12 - Slide
1839: Officiële onafhankelijkheid België
=> Koninkrijk der Nederlanden (Nederland)
=> Groot-Hertog Luxemburg (Duitse Bond)
Slide 13 - Slide
1866 - 1867:
Pruisisch - Oostenrijkse Oorlog
Pruisen (Otto von Bismarck) >< Oostenrijk
Noord Duitse Bond
Slide 14 - Slide
Pruisen wordt een machtig Duits keizerrijk
Noord Duitse Bond olv Pruisen
Luxemburg tegen plan !
(!) FRANKRIJK
Duitse Bond?
Voor 1871 bestond Duitsland niet. De Duitse Bond was een unie van ongeveer 40 Duitse staatjes. De grootste en machtigste staten waren Pruisen en Oostenrijk. De Duitse Bond hield op te bestaan na de Pruisisch-Oostenrijkse oorlog (1866). Die machtsstrijd werd door Pruisen gewonnen.
Slide 15 - Slide
Frankrijk
Neutrale houding => compensatie?
Machtsevenwicht Europa herstellen
Luxemburg overkopen Willem III
Slide 16 - Slide
Luxemburgse Kwestie
Verloop
Luxemburg (lid Noord-Duitse Bond)
Willem III akkoord (fl 5 miljoen)
Otto von Bismarck stiekem akkoord.
Slide 17 - Slide
Luxemburgse Kwestie
Verloop
Luxemburg (lid Noord-Duitse Bond)
Frankrijk rekent nu op Luxemburg.
Slide 18 - Slide
Luxemburgse Kwestie
Verloop
Oorlog dreigt!
Otto von Bismarck bedenkt zich.
Pruisen dreigt met oorlog tegen NL en FR.
Slide 19 - Slide
Luxemburgse Kwestie
Verloop
1867 :
neutraal Groot Hertogdom Luxemburg
Slide 20 - Slide
De Nederlandse Tweede Kamer was niet op de hoogte van de hele situatie. Waarom is dit een probleem?
Slide 21 - Open question
Willem III => grondwet (1848) omzeilen door Parlement buiten te sluiten (Parlement wist niet van dreigende oorlog met Pruisen of Frankrijk)
motie van wantrouwen tov regering door Parlement
Willem III => herkiezen Parlement
motie van wantrouwen
regering stapt op !
Willem III verliest de strijd om de macht met het Parlement
Slide 22 - Slide
Elke regering heeft sindsdien de steun nodig had van een meerderheid in de Tweede Kamer*.(vertrouwensregel)
*Ook een minderheidsregering heeft steun nodig van de meerderheid in de Tweede Kamer. Zo had Rutte I (VVD en CDA) slechts 52 zetels. Het kabinet kreeg echter gedoogsteun van de PVV die 24 zetels had. Op die manier werd de regering gesteund door een meerderheid (76 zetels).
Slide 23 - Slide
Caoutchouc - artikel (1887)
Slide 24 - Slide
Censuskiesrecht betekent dat...
A
Je mag stemmen als je genoeg belasting betaalt
B
Iedereen mag stemmen
C
Je kiest wie er koning wordt
D
Als je van adel bent mag je stemmen
Slide 25 - Quiz
Caoutchouc - artikel
rubberen artikel
1887
einde censuskiesrecht
kiesrecht voor mannen die beschikten over kenteeken van geschiktheid en maatschappelijke welstand
Slide 26 - Slide
Noem een socialist uit de 19e eeuw
Slide 27 - Open question
Pieter Jelles Troelstra (SDAP)
Ferdinand Domela Nieuwenhuis (SDB)
Slide 28 - Slide
SOCIALE KWESTIE
Slide 29 - Slide
Discussies over de ‘sociale kwestie’
*Opvattingen over oorzaken en mogelijke oplossingen naar voren, variërend van niets doen tot ingrijpen door de overheid.
* Arbeiders richtten vakbonden op om gezamenlijk met werkgevers te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden.
* Algemeen kiesrecht
* Sociale wetten
Slide 30 - Slide
Herman Schaepman (Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen)
Abraham Kuyper (ARP)
'De kleine luyden'
Slide 31 - Slide
Schoolstrijd
- Schoolstrijd: liberale regering stichtte openbare scholen --> voor iedereen toegankelijk
- katholieken en protestanten wilden bijzondere scholen = katholieke en protestantse scholen.
- regering wilde deze scholen niet subsidiëren --> Schoolstrijd --> liberalen en socialisten <--> katholieken en protestanten
Slide 32 - Slide
Oplossing sociale kwestie Confessionelen
Katholieken
De katholieken willen dat de overheid dekatholieke scholen betaald (schoolstrijd).
Rekenen op christelijke naastenliefde en samenwerking om sociale kwestie op te lossen.
De rol van de kerk is belangrijker dan de rol van de overheid.
Zijn voor algemeen kiesrecht.
Slide 33 - Slide
Opgelost in de Pacificatie van 1917
actief kiesrecht voor mannen
passief kiesrecht vrouwen
gelijkstelling onderwijs
Stelsel van evenredige vertegenwoordiging
Slide 34 - Slide
Gevolgen van de Pacificatie
Van districtenstelsel (1848-1917)naar evenredige vertegenwoordiging (1917-NU).
Liberalen buiten spel gezet.
Slide 35 - Slide
Verhoudingen politieke stromingen vóór en na de Pacificatie van 1917 -> wat is veranderd? Hoe komt dit?