Bas 11.3 De bloedvaten deel 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Thema 11.3      De bloedvaten deel 2

Planning

Herhalen basisstof 2 en 3

Theorie naamgeving (basisstof 11.3)

Opdrachten 

Welk van deze bloedvaten heeft een stevige elastische wand, de bloeddruk is hoog.

1. ader
2. haarvat
3. Slagader
4. poortader

Een bloedvat heeft overal kleppen.
Welk soort bloedvat is dit?

1. Slagader
2. Ader
3. Haarvat

Tot welke bloedsomloop hoort de aorta?

1. Grote bloedsomloop
2. Kleine bloedsomloop

De wand van een slagader is ...
De bloeddruk in een slagader is ...

1. Dik en Hoog
2. Dik en Laag
3. Dun en Hoog
4. Dun en Laag

Slagaders hebben aderkleppen.

1. Waar
2. Nietwaar

In de Slagaders..

1. Stroomt zuurstofrijk bloed van het hart weg
2. Stroomt zuurstofarm bloed van het hart weg
3. Stroomt zuurstofrijk bloed naar het hart toe
4. Stroomt zuurstofarm bloed naar het hart toe

wat is de slagader?

1. de rode buis
2. de blauwe buis
3. de kleine draadjes
4. geen een

De grootste slagader is de

1. holle ader
2. beenslagader
3. beenader
4. aorta

Wat is de kleine bloedsomloop?

1. hart - alle organen - hart
2. hart - hersenen- hart
3. hart - longen - hart

In de kleine bloedsomloop wordt...

1. zuurstof en voedingstoffen (onder andere glucose) afgegeven aan de cellen
2. zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide afgegeven aan de lucht (in de longen)
3. voedingsstoffen opgenomen
4. koolstofdioxide opgenomen

Leerdoelen

- Ik kan in het bloedvatenstelsel van een mens slagaders en aders benoemen.

Namen van bloedvaten

1: Het bloed stroomt van het hart naar een een orgaan --> het is een slagader

2: Het bloed gaat naar de nier dus is het een nierslagader

1: Het bloed stroomt van een een orgaan naar het hart --> het is een ader

2: Het bloed komt van de nier dus is het een nierader

Krans(slag)aders

Kransader:

Ader die afvalstoffen en zuurstofarmbloed afvoeren vanuit het hart. Kransaders eindigen in de rechterharthelft 

Kransslagader: 

Slagader die voedingsstoffen en zuurstof naar het hart brengt

Bovenste holle ader --> armen en hoofd

Onderste holle ader --> romp en benen

Longslagader --> naar de longen toe (zuurstofarm)

Longader --> van de longen af (weer naar het

hart toe) (zuurstofrijk)

Aorta --> naar alle organen toe

Bovenste en onderste holle ader --> Naar het hart terug 

Poortader --> verbinding tussen darmen/ maag en lever

(huis)werk

11.3 (Deel 2)
Lees bladzijde 124 t/m 133

Maak opdracht 7 (WB), 8, 9, 10 en 11