Biologie: Voedselrelaties

Biologie: Voedselrelaties
Meneer de Vries
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieSpeciaal OnderwijsLeerroute 1Leerroute 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Biologie: Voedselrelaties
Meneer de Vries

Slide 1 - Slide

Les planning
Les doelen bespreken
Les doelen van de vorige les
Theorie
Korte quiz
Zelfstandig werken
Einde les

Slide 2 - Slide

Les doelen
Aan het einde van deze les
Weet jij wat een voedselrelatie is en herken jij het verschil tussen planteneters en vleeseters;
Kun jij een voedselweb aflezen;
Weet jij wat reducenten, producenten en consumenten zijn


Slide 3 - Slide

Welk begrip past het beste bij biotisch?
A
Levend
B
Niet levend

Slide 4 - Quiz

Welk begrip past het beste bij abiotisch
A
Levend
B
Niet levend

Slide 5 - Quiz

Storm is een voorbeeld van
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 6 - Quiz

Licht is een voorbeeld van
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 7 - Quiz

Een organisme is een voorbeeld van
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 8 - Quiz

Regen is een voorbeeld van
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 9 - Quiz

Bacterie is een voorbeeld van
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 10 - Quiz

Een gebied zoals de Veluwe, waar biotische en abiotische factoren een eenheid vormen, noem je een
A
Individu
B
ecosysteem
C
levensgemeenschap
D
Populatie

Slide 11 - Quiz

Alle populaties die op de Veluwe samenleven, vormen een
A
Individu
B
ecosysteem
C
levensgemeenschap
D
Populatie

Slide 12 - Quiz

Een enkel organisme noem je een
A
Individu
B
ecosysteem
C
levensgemeenschap
D
Populatie

Slide 13 - Quiz

Voedselketen 
Paardenbloem, konijn en de wezel vormen een voedselketen.

Het ene soort is het voedsel van het andere soort.

Schakel 1: De paardenbloem is het voedsel van het konijn

Schakel 2: Het konijn is het voedsel van de wezel

Let op: Schakel 1 i altijd een plant.


Slide 14 - Slide

Voedselweb
In een ecosysteem zijn er altijd meerdere voedselketens. 

De verschillende voedsel relaties noem je een voedsel web

Dieren die planten eten (herbivoren)
Dieren die planten eten (carnivoren)
Dieren die planten en dieren eten (omnivoren, alleseters) 


Slide 15 - Slide

Producenten
Planten zijn producenten, want ze maken voedsel voor mens en dier d.m.v. fotosynthese.


Slide 16 - Slide

Consumenten
Dieren consumeren (eten) de stoffen die door de planten zijn geproduceerd. Daarom noemen we dieren consumenten.


Slide 17 - Slide

Afvaleters
Als een dier of plant dood gaat, ruimen de afvaleters dit op.

Afvaleters zijn ook consumenten.

Slide 18 - Slide

Reducenten
Bacteriën en schimmels zijn reducenten.

Afval eters eten niet alles. De restjes die overblijven worden afgebroken door de reducenten. 

Bij het afbreken van de dode resten van planten en dieren, komen voedingstoffen vrij voor planten. 

Planten nemen deze voedingstoffen weer op en zo komen de afgebroken dode resten van planten en dieren weer terug in de kringloop.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Maak deze langste voedselketen af.
Lijsterbes → bladluis →

Slide 21 - Open question

Afval eters zijn
A
Reducenten
B
consumenten
C
producenten

Slide 22 - Quiz

Bacteriën zijn
A
Reducenten
B
consumenten
C
producenten

Slide 23 - Quiz

Dieren zijn altijd
A
Reducenten
B
consumenten
C
producenten

Slide 24 - Quiz

Planten maken hun eigenvoedsel dit noem je?
A
Reducenten
B
consumenten
C
producenten

Slide 25 - Quiz

Schimmels zijn
A
Reducenten
B
consumenten
C
producenten

Slide 26 - Quiz

Organismen in de eerste schakel van een voedselketen zijn
A
Reducenten
B
consumenten
C
producenten

Slide 27 - Quiz

Organismen in de tweede schakel van een voedselketen zijn
.
A
Reducenten
B
consumenten
C
producenten

Slide 28 - Quiz

Organismen in de derde schakel van een voedselketen zijn
.
A
Reducenten
B
consumenten
C
producenten

Slide 29 - Quiz

Zelfstandig werken
Maak paragraaf 6.2 voedselrelaties 
timer
30:00

Slide 30 - Slide