Je kent de vraagproef en de tijdproef om de pv te vinden.
Soms is het lastig om het onderwerp of de persoonsvorm in een zin te vinden, of weet je het niet zeker.
Gebruik dan de getalproef.
Het onderwerp (OND) en het werkwoordelijk gezegde (WWG) horen bij elkaar.
Ze zijn allebei enkelvoud of allebei meervoud. (het getal)
Verander je het onderwerp van enkelvoud naar meervoud (of andersom) dan verandert de persoonsvorm mee.
Verander je de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud (of andersom) dan verandert het onderwerp mee.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De getalproef
Je kent de vraagproef en de tijdproef om de pv te vinden.
Soms is het lastig om het onderwerp of de persoonsvorm in een zin te vinden, of weet je het niet zeker.
Gebruik dan de getalproef.
Het onderwerp (OND) en het werkwoordelijk gezegde (WWG) horen bij elkaar.
Ze zijn allebei enkelvoud of allebei meervoud. (het getal)
Verander je het onderwerp van enkelvoud naar meervoud (of andersom) dan verandert de persoonsvorm mee.
Verander je de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud (of andersom) dan verandert het onderwerp mee.
Slide 1 - Slide
Uitleg over zinsdelen
Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen je wat iemand of iets doet, of wat er gebeurt.
De Getalproef
Bij de getalproef verander je dus het onderwerp en de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud of andersom.
De jongens lopen op straat -> De jongen loopt op straat
De kikker spring in het water -> De kikkers springen in het water.
De auto stond in brand -> De auto's stonden in brand.
De paarden liepen in de wei -> Het paard liep in de wei.
Slide 2 - Slide
Uitleg over zinsdelen
Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen je wat iemand of iets doet, of wat er gebeurt.
De Getalproef
Bij de getalproef verander je het onderwerp en de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud of andersom.
De overige werkwoorden in de zin veranderen dus niet mee. Kijk maar:
Jullie staan te praten voor de deur -> Jij staatte praten voor de deur
Hij gaat een mop vertellen -> Wij gaan een mop vertellen
Slide 3 - Slide
De persoonsvorm is in getal altijd gelijk aan het onderwerp. Dus als het onderwerp meervoud is, dan is de pv dat ook. Is het onderwerp enkelvoud, dan is de pv dat ook.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
In welke zin is onjuist?
A
De nieuwe leden werden gevraagd de contributie steeds voor het einde van de maand te betalen.
B
Pieter studeert nu veel langer, maar de nieuwe studie bevalt hem echter beter.
C
Na het sporten kwam Jette achter de ontdekking dat haar fiets gestolen was.
D
Aan de goede bedoelingen van zijn docent heeft mijn broer lang getwijfeld.
Slide 5 - Quiz
De media besteedt veel aandacht aan de formatie van het kabinet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Tachtig procent van de eindexamenleerlingen is geslaagd.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Waarom staan er een paar schoenen in de gang?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Het is moeilijk om te beoordelen of de media wel betrouwbaar zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Softdrugs wordt niet verkocht in deze zaak.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Na de pauze beginnen het toneelstuk en de muziekvoorstelling.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
De Verenigde Staten stuurt veel hulpvoedsel naar het rampgebied toe.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
De helft van de aanwezigen verlieten de zaal voortijdig.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Het elftal speelde een serie wedstrijden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Een aantal leerlingen spijbelen tijdens de les lo.