This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
De wereld & ik
Les 3
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Planning
Terugblik
Artikel lezen
Leerdoelen
Voorkennis activeren
Culturele aspecten - uitleg
De ijsberg
Slow Looking - de zwerver
Begrippen
Begripvragen
Afsluiting
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Terugblik - vraag 1
Wat betekent het begrip 'waarde'?
A
Een gewoonte die iedereen volgt
B
Een overtuiging die belangrijk is voor mensen
C
Een regel die door de overheid is vastgesteld
D
Een objectieve waarheid
Slide 3 - Quiz
Neem wisbordjes, stiften en tissues mee voor terugblik-test-je-kennis-quiz. Laat leerlingen zelfstandig een antwoord opschrijven en zorg dat ze het tegelijkertijd boven hun hoofd houden. Op basis van de antwoorden zou je ervoor kunnen kiezen om extra uitleg te geven aan bepaalde leerlingen.
Terugblik - vraag 2
Noem drie voorbeelden van waarden.
A
Rechtvaardigheid, respect, creativiteit
B
Regels, wetten, beleid
C
Auto, horloge, iPhone
D
Rustig zijn, ouderen met u aanspreken, luisteren
Slide 4 - Quiz
Neem wisbordjes, stiften en tissues mee voor terugblik-test-je-kennis-quiz. Laat leerlingen zelfstandig een antwoord opschrijven en zorg dat ze het tegelijkertijd boven hun hoofd houden. Op basis van de antwoorden zou je ervoor kunnen kiezen om extra uitleg te geven aan bepaalde leerlingen.
Terugblik - vraag 3 Noem één voorbeeld waarbij twee waarden botsen
A
Vrijheid en verantwoordelijkheid
B
Gezondheid en creativiteit
C
Veiligheid en eerlijkheid
D
Eerlijkheid en creativiteit
Slide 5 - Quiz
Neem wisbordjes, stiften en tissues mee voor terugblik-test-je-kennis-quiz. Laat leerlingen zelfstandig een antwoord opschrijven en zorg dat ze het tegelijkertijd boven hun hoofd houden. Op basis van de antwoorden zou je ervoor kunnen kiezen om extra uitleg te geven aan bepaalde leerlingen.
Eerlijke behandeling waarbij iedereen krijgt wat hij of zij verdient
C
Anderen waarderen en vriendelijk met hen omgaan
D
Zorg dragen voor je taken en de gevolgen van je daden accepteren
Slide 6 - Quiz
Neem wisbordjes, stiften en tissues mee voor terugblik-test-je-kennis-quiz. Laat leerlingen zelfstandig een antwoord opschrijven en zorg dat ze het tegelijkertijd boven hun hoofd houden. Op basis van de antwoorden zou je ervoor kunnen kiezen om extra uitleg te geven aan bepaalde leerlingen.
Artikel lezen
Vragen:
"Tijdens een bedevaart nemen mensen even afstand van hun gewone, dagelijkse leven." Wat wordt er bedoeld met deze zin? Leg uit.
Welke redenen zijn er om op bedevaart te gaan? Licht de redenen kort toe.
Leg uit hoe een bedevaart tot verbondenheid leidt.
Verbondenheid = een gevoel van samenhorigheid, het hebben van een hechte band met mensen in je omgeving, het gevoel dat je bij elkaar hoort
Stelling:
'Ik zou ooit wel een bedevaart willen maken.'
Slide 7 - Slide
Print uit en lees samen het volgende artikel:
- Zie bijlage in module - les 3
- p. 1 t/m 5 = origineel
- p. 6 t/m 8 = versimpelde ChatGPT-versie
Maak zelf een keuze of je alleen de vragen of stelling doet, of allebei
Leerdoelen
Leerdoelen:
De leerlingen kennen aspecten van hun eigen culturele achtergrond.
De leerlingen kennen de rol van hun moedertaal, opvoeding en religie in hun culturele achtergrond.
De leerlingen kennen de invloed van hun eigen culturele achtergrond op hun wereldbeeld.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat cultuur is.
2. De leerlingen weten wat moedertaal betekent.
3. De leerlingen weten wat voorbeelden van religies zijn.
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Wat is cultuur?
Slide 10 - Mind map
De gewoonten, tradities, normen, waarden, kennis, kunst, wetten en
overtuigingen die een groep mensen met elkaar delen.
Wat is een moedertaal?
Slide 11 - Mind map
De eerste taal die iemand van huis uit leert en meestal het beste beheerst. Voor
veel ISK-leerlingen is het Nederlands niet de moedertaal.
Welke religies zijn er allemaal?
Slide 12 - Mind map
Geloof een aanbidding rond één of meerdere goden, vaak met eigen rituelen en
waarden. Voorbeelden zijn: christendom, islam, jodendom, hindoeïsme en
boeddhisme.
Cultuur - aspecten
Nu weten we wat cultuur is, maar uit welke aspecten bestaat het?
Taal
Religie
Waarden en normen
Tradities en rituelen
Symbolen
Kunst
Kleding
Eetgewoonten
Slide 13 - Slide
1. Laat leerlingen nadenken over welke aspecten er zijn.
2. Leg ieder aspect klassikaal uit en laat leerlingen voorbeelden bedenken.
Jouw eigen ijsberg
Taal - Religie - Waarden en normen - Tradities en rituelen - Symbolen
- Kunst - Kleding - Eetgewoonten
Neem deze 9 aspecten over en vul voor jezelf in.
Teken de ijsberg groot over in je schrift
Plaats nu jouw 9 aspecten in de ijsberg (zijn ze zichtbaar of niet-zichtbaar?
Slide 14 - Slide
stap 1 (individueel): Leerlingen schrijven de 9 aspecten over in hun schrift en gaan per aspect voorbeelden opschrijven die in hun eigen leven van toepassing zijn.
stap 2: Leg uit hoe de ijsberg werkt. Sommige zaken zijn zichtbaar, andere onzichtbaar.
Stap 3 (in tweetallen): Leerlingen dienen hier hun antwoorden van stap 1 in te vullen in hun eigen ijsberg.
Slow Looking
Slide 15 - Slide
Laat de leerlingen 30 seconden naar de foto kijken.
Slow Looking
Geef individueel antwoord op de volgende vragen:
Wat zie je op de foto?
Wat kan deze persoon zien en voelen?
Wat zou deze persoon denken?
Wat zou belangrijk zijn voor deze persoon?
Schrijf een tekst vanuit deze persoon waarin je antwoord geeft op bovenstaande vragen.
Slide 16 - Slide
Nadat leerlingen individueel antwoord geven in hun schrift ga je de klassikale discussie aan: 'waarom vertoont deze persoon dit gedrag'? Stuur er hierbij op aan dat jullie het over een zwerver hebben die op zoek is naar voedsel.
In het klassengesprek kun je verschillende leerlingen aan het woord laten om te kijken of verschillende perspectieven zijn. Leerlingen uit individuele culturen zullen bijvoorbeeld wijzen op feit dat deze persoon waarschijnlijk persoonlijke fouten heeft gemaakt in het leven. Leerlingen uit collectivistische culturen zullen juist wijzen op het falen van de samenleving als geheel. Het doel is dat leerlingen gaan inzien dat er ook andere perspectieven mogelijk zijn.
Mocht je een van deze perpectieven niet te horen krijgen, kun je altijd aan de klas vragen hoe er een oplossing kan komen voor deze situatie.
Begrippen uit deze les
Culturele achtergrond
Moedertaal
Religie
Opvoeding
Wereldbeeld
En de definities
Het geheel van waarden, tradities, gewoonten en overtuigingen die iemand heeft meegekregen.
De eerste taal die iemand van huis uit leert.
Geloof en aanbidding rond één of meerdere goden
Het grootbrengen en begeleiden van kinderen door ouders of verzorgers.
Hoe iemand naar de wereld en het leven kijkt.
Slide 17 - Slide
Leerlingen schrijven mee
Begripvraag 1: Noem drie aspecten van jouw eigen culturele achtergrond.
Slide 18 - Open question
Stel de vraag klassikaal en laat leerlingen zelfstandig een antwoord schrijven in hun schrift. Na het schrijven kun je willekeurig leerlingen aanwijzen die het mogen delen met de klas.
Begripvraag 2: Welke rol speelt opvoeding in jouw eigen achtergrond?
Slide 19 - Open question
Stel de vraag klassikaal en laat leerlingen zelfstandig een antwoord schrijven in hun schrift. Na het schrijven kun je willekeurig leerlingen aanwijzen die het mogen delen met de klas.
Begripvraag 3: Wat is een moedertaal?
Slide 20 - Open question
Stel de vraag klassikaal en laat leerlingen zelfstandig een antwoord schrijven in hun schrift. Na het schrijven kun je willekeurig leerlingen aanwijzen die het mogen delen met de klas.
Begripvraag 4: wat hebben culturele achtergrond en wereldbeeld met elkaar te maken? Geef een voorbeeld om dit te verduidelijken.
Slide 21 - Open question
Stel de vraag klassikaal en laat leerlingen zelfstandig een antwoord schrijven in hun schrift. Na het schrijven kun je willekeurig leerlingen aanwijzen die het mogen delen met de klas.