§1.4

H1.4 Wie heeft de macht? 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H1.4 Wie heeft de macht? 

Slide 1 - Slide

Vandaag 

  1. Opening: pitches
  2. Herhalen: (in)formele kenmerken van een democratie
  3. Start §1.4: wie heeft de macht? 
  4. Aan de slag met...
  5. Afsluiten

Slide 2 - Slide

Innovaties voor de democratie
1/4/16 Superstemwijzer => het inroepen van de hulp van kunstmatige intelligentie
2. vloeibare democratie => per onderwerp keuze: zelf stemmen of stem aan afgevaardigde
3. Elite-universiteit voor topbestuurders: democratie niet overlaten aan 'de massa'
5. Maximaal 7 partijen
6/12verplicht vak democratie/burgerschap + verlagen stemgerechtigde leeftijd naar 16
7. Geïnformeerde kiezers een zwaardere stem geven
8/11. Inzetten op verbinding tussen niet verbonden groepen
9. Meer macht aan steden (en burgemeesters)
13/15. Meer alledaagse democratie / nationale discussiedag
14. Vervang een deel van de verkiezingen door een systeem van loting
17/18 politiek entertainment / debat op sociale media


Slide 3 - Slide

3

Slide 4 - Video

H1.4 Wie heeft de macht? 

Slide 5 - Slide



Vergelijking metrolijn in Shanghai (44 km, 5 jaar) en Noord-Zuidlijn (9km, bijna 30 jaar) 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aan de slag met §1.4
Kennis en begrip: 1 t/m 6
Toepassen vraag 8
KAVV maken van §1.3 +start §1.4 

Slide 10 - Slide

01:07
Welk formeel kenmerk van een democratie wordt hier ondermijnd?

Slide 11 - Open question

01:59
Op welke manier wordt hier een informeel kenmerk van de democratie ondermijnd?

Slide 12 - Open question

03:23
Vind jij dat men op basis van de informatie uit dit fragment kan stellen dat Polen en Hongarije democratieën zijn? Licht je antwoord toe.

Slide 13 - Open question

§1.4. | Lesdoelen
  • Je kunt met behulp van de rechten en taken van het parlement en regering beschrijven hoe in NL de politieke macht verdeeld mis tussen deze instituties en je kunt beargumenteren wie volgens jou de meeste macht heeft: het parlement of de regering.
  • Je kunt uitleggen welke rol de koning speelt in de NL democratie en wat ministeriële verantwoordelijkheid is.
  • Je kunt uitleggen hoe het kabinet tot stand komt en je kunt aan de hand van de begrippen dualisme en monisme toelichten welke relatie het kabinet met het parlement heeft.

Slide 14 - Slide