§1.4 wie heeft de macht?

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

H1.4 Wie heeft de macht? 

Vandaag 

1. Opening: 
   
2. Herhalen: (in)formele kenmerken van een democratie
3. Start §1.4: wie heeft de macht? 
4. Aan de slag met...
5. Afsluiten

§1.4. | Lesdoelen

• Je kunt met behulp van de rechten en taken van het parlement en regering beschrijven hoe in NL de politieke macht verdeeld mis tussen deze instituties en je kunt beargumenteren wie volgens jou de meeste macht heeft: het parlement of de regering.
• Je kunt uitleggen welke rol de koning speelt in de NL democratie en wat ministeriële verantwoordelijkheid is.
• Je kunt uitleggen hoe het kabinet tot stand komt en je kunt aan de hand van de begrippen dualisme en monisme toelichten welke relatie het kabinet met het parlement heeft.

01:07

Welk formeel kenmerk van een democratie wordt hier ondermijnd?

01:59

Op welke manier wordt hier een informeel kenmerk van de democratie ondermijnd?

03:23

Vind jij dat men op basis van de informatie uit dit fragment kan stellen dat Polen en Hongarije democratieën zijn? Licht je antwoord toe.

De werking van het Nederlands bestuur: monisme of dualisme? Waarom?

Aan de slag met §1.4

Kennis en begrip: 1 t/m 6

Toepassen vraag 8

§1.4. | Lesdoelen

• Je kunt met behulp van de rechten en taken van het parlement en regering beschrijven hoe in NL de politieke macht verdeeld mis tussen deze instituties en je kunt beargumenteren wie volgens jou de meeste macht heeft: het parlement of de regering.
• Je kunt uitleggen welke rol de koning speelt in de NL democratie en wat ministeriële verantwoordelijkheid is.
• Je kunt uitleggen hoe het kabinet tot stand komt en je kunt aan de hand van de begrippen dualisme en monisme toelichten welke relatie het kabinet met het parlement heeft.