§1.4 wie heeft de macht?

H1.4 Wie heeft de macht? 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1.4 Wie heeft de macht? 

Slide 1 - Slide

Vandaag 

  1. Opening: 
  2. Herhalen: (in)formele kenmerken van een democratie
  3. Start §1.4: wie heeft de macht? 
  4. Aan de slag met...
  5. Afsluiten

FB-toets!!

Slide 2 - Slide

§1.4. | Lesdoelen
  • Je kunt met behulp van de rechten en taken van het parlement en regering beschrijven hoe in NL de politieke macht verdeeld mis tussen deze instituties en je kunt beargumenteren wie volgens jou de meeste macht heeft: het parlement of de regering.
  • Je kunt uitleggen welke rol de koning speelt in de NL democratie en wat ministeriële verantwoordelijkheid is.
  • Je kunt uitleggen hoe het kabinet tot stand komt en je kunt aan de hand van de begrippen dualisme en monisme toelichten welke relatie het kabinet met het parlement heeft.

Slide 3 - Slide

3

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

01:07
Welk formeel kenmerk van een democratie wordt hier ondermijnd?

Slide 11 - Open question

01:59
Op welke manier wordt hier een informeel kenmerk van de democratie ondermijnd?

Slide 12 - Open question

03:23
Vind jij dat men op basis van de informatie uit dit fragment kan stellen dat Polen en Hongarije democratieën zijn? Licht je antwoord toe.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

De werking van het Nederlands bestuur: monisme of dualisme? Waarom?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

Van welk(e) recht(en) maakt Baudet hier gebruik?

Slide 17 - Open question

Aan de slag met §1.4
Kennis en begrip: 1 t/m 6
Toepassen vraag 8

Slide 18 - Slide

§1.4. | Lesdoelen
  • Je kunt met behulp van de rechten en taken van het parlement en regering beschrijven hoe in NL de politieke macht verdeeld mis tussen deze instituties en je kunt beargumenteren wie volgens jou de meeste macht heeft: het parlement of de regering.
  • Je kunt uitleggen welke rol de koning speelt in de NL democratie en wat ministeriële verantwoordelijkheid is.
  • Je kunt uitleggen hoe het kabinet tot stand komt en je kunt aan de hand van de begrippen dualisme en monisme toelichten welke relatie het kabinet met het parlement heeft.

Slide 19 - Slide