Les 13 Voorbereiding gesprek

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Oefeningen om je woordenschat uit te breiden 😎

Aan het einde van de les:
  • Het doel van een formeel gesprek herkennen.
  • Weten hoe het doel bereikt kan worden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat

Slide 3 - Slide

  • Alinea: stukje tekst dat begint met en eindigt bij een nieuwe regel.
  • Argument: goede reden.
  • Beschouwen: bekijken, denken over.
  • Bron: vindplaats van informatie.
  • Centraal: in het midden gelegen.
  • Commentaar: tekst waarin iets wordt uitgelegd of waarin opmerkingen bij iets worden gemaakt (kan ook mondeling).
  • Constant: hetzelfde blijvend, niet veranderlijk.
  • Coördineren: zo organiseren dat alles en iedereen goed kan samenwerken.
  • Debat: een aan regels gebonden discussie.
  • Detail: klein onderdeel van een geheel.
  • Doseren: (iets) in goede hoeveelheden of in kleine porties tegelijk aanbieden.
  • Evalueren: achteraf bespreken/beoordelen.
  • Factuur: papier waarop staat hoeveel, waarvoor en aan wie je iets moet betalen, rekening.
  • Functie: bepaald werk dat je doet.
  • Gevarieerd: met verschillende dingen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is een formeel gesprek?
Noem eens wat voorbeelden.

Slide 7 - Mind map

Voorbeelden van formele gesprekken:

  • Een sollicitatiegesprek.
  • Een beoordelingsgesprek op het werk.
  • Een vergadering met collega's of leidinggevenden.
  • Een gesprek met een klant, partner of officiële instantie.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke (zes) tekst-/gespreksdoelen
ken je?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk je voor te bereiden op een formeel gesprek?

Slide 12 - Open question

Hier zijn zes tekst- of gespreksdoelen:

Informeren – Feiten of uitleg geven.
Overtuigen – De ander beïnvloeden om jouw standpunt te delen.
Activeren – Aanzetten tot actie.
Instrueren – Uitleggen hoe iets gedaan moet worden.
Amuseren – Vermaken of boeien.
Relaties onderhouden – Een band opbouwen of versterken.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is een open vraag? Geef eens een voorbeeld.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is een gesloten vraag? Geef eens een voorbeeld.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wanneer vraag je door? Geef eens een voorbeeld van een vervolgvraag.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat is een controlevraag? Geef eens een voorbeeld.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions


Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Bestudeer de theorie en maak opdracht:
Nu Nederlands - Gesprekken
1.1 Voorbereiding, opdracht 1 t/m 5 maken

Slide 28 - Slide

This item has no instructions