Reumatoïde artritis

Reumatoïde artritis
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Reumatoïde artritis

Slide 1 - Slide

Reumatoïde artritis 
Inhoud:
  • Oefening: wat zie je?
  • Wat is reuma?
  • Wat is er aan de hand bij reumatoïde artritis?

Slide 2 - Slide

Oefening
Beschrijf wat je ziet:

Slide 3 - Slide

Wat zie je?

Slide 4 - Slide

Wat zie je?

Slide 5 - Slide

Wat zie je?

Slide 6 - Slide

Wat zie je?

Slide 7 - Slide

Wat zie je?
Wat zie je?

Slide 8 - Slide

Vraag:
Ken je mensen in je omgeving of op je stage met een reumatische aandoening? 

Kun je een omschrijving geven van hun klachten?

Slide 9 - Slide

1. Ken je mensen in je omgeving of op je stage met een reumatische aandoening?

2. Kun je een omschrijving geven van hun klachten?
timer
2:00

Slide 10 - Open question

Wat is reuma?
  • Acute en chronische aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat en van het bindweefsel.
  • De term reuma kan worden beschouwd als een verzamelnaam voor deze aandoeningen.

Slide 11 - Slide

Vele soorten reuma
https://reumanederland.nl/reuma/vormen-van-reuma/

Slide 12 - Slide

Reuma 
  • Vaak chronisch
  • Komt voor bij ongeveer 20% van de bevolking
  • Vrouwen zijn vaker aangedaan
  • Maak onderscheid in degeneratief of inflammatoir.
  • Degeneratief: pijn bij gebruik gewricht, vooral aan het einde van de dag. Hiertoe behoren artrose en osteoporose. 
  • Inflammatoir: ochtendstijfheid, pijn verbetert bij bewegen, in rust en na belasting. Met name eind nacht, ochtend. Hiertoe behoren bijvoorbeeld RA

Slide 13 - Slide

Reumatoïde artritis

Slide 14 - Slide

Symptomen bij RA
  • Voornamelijk aantasting van handen en voeten
  • Pijn
  • Zwelling
  • Stijfheid
  • Kan warm aanvoelen
  • Beweeglijkheid kan afnemen

Slide 15 - Slide

Oorzaken bij RA
  • Onbekend wat de precieze oorzaak is
  • Auto-immuun aandoening
  • Genetische componenten
  • Omgevingsfactoren kunnen een rol spelen (zoals roken)

Slide 16 - Slide

Wat wordt bedoeld met een auto-immuunaandoening?
timer
1:00

Slide 17 - Open question

Wat zijn auto-immuunziektes?
Uw immuunsysteem bestaat uit een grote groep verschillende cellen en eiwitten. Deze cellen en eiwitten ruimen infecties op en ruimen overbodige celresten op. Een goed werkend immuunsysteem moet dus infecties en overbodige celresten kunnen herkennen. Als uw immuunsysteem infecties opruimt, krijgt u ontstekingsverschijnselen zoals koorts, zwellingen, roodheid, pijn of een grieperig gevoel. Het opruimen van lichaamseigen celresten die overbodig geworden zijn, gebeurt iedere dag. 



Slide 18 - Slide

Wat zijn auto-immuunziektes?

Auto-immuun betekent dat het immuunsysteem zich tegen het lichaam zelf keert. Een auto-immuunziekte ontstaat als er bij het opruimen van lichaamseigen celresten iets verkeerd gaat. Dit gebeurt bijvoorbeeld als goed werkende cellen worden opgeruimd door het lichaam. Hierdoor beschadigt het orgaan waarin deze cellen voorkomen. Bij een andere vorm van auto-immuunziektes ontstaan er ontstekingsreacties bij het opruimen van overbodige cellen.
Een auto-imuunziekte ontstaat als er bij het opruimen van lichaamseigen celresten iets verkeerds gaat.


Slide 19 - Slide

De pathofysiologie bij RA
  • Er ontstaat een ontsteking van een synoviale membraan (een weefsel dat de binnenkant van gewrichten bekleedt)
  • Gevolg: oedeem en hyperplasie


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Diagnose stellen
  • Anamnese en lichamelijk onderzoek
  • Bloedonderzoek
  • Beeldvorming

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Behandeling van RA
  • Medicatie :
-Diverse soorten ontstekingsremmers 
-Pijnbestrijding 

  • Fysiotherapie, ergotherapie
  • Bestrijden van complicaties zoals: osteoporose, peesruptuur
  • Soms wordt een gewricht vastgezet: artrodese

Slide 24 - Slide

Het beloop
  • De ernst varieert: soms dooft de ontsteking uit, soms tast de ontsteking de omliggende structuren (ligamenten, kraakbeen en bot) aan.
  • Aantasting van gewrichten 
  • De reumatoloog is vaak langdurig betrokken bij een patiënt.

Slide 25 - Slide