H4-lundi 31 octobre + jeudi 3 novembre 2022

  1. Jas buiten het lokaal
  2. Telefoon in je tas
  3. Kauwgom in de afvalbak

  4. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  5. Pak je spullen:
  6. agenda, pen, chromebook, boeken, schrift
  7. Tas op de grond naast je tafel
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  1. Jas buiten het lokaal
  2. Telefoon in je tas
  3. Kauwgom in de afvalbak

  4. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  5. Pak je spullen:
  6. agenda, pen, chromebook, boeken, schrift
  7. Tas op de grond naast je tafel

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Aujourd'hui (31/10)
  • P2- Wat ga je leren? Planner
  • P2 - Hoe gaan we dat doen?
  • P2 - Uitleg Presentatie
  • Noteer belangrijke data
  • Voca voor donderdag
  • U4 ex. 31, 32, 33
  • T1 - je werk inzien

Slide 3 - Slide

Belangrijke data
 elke maandag en elke donderdag: huiswerk Frans

Inleveren in CLASSROOM
16 november
24 november 09.00 uur
 5 december 09.00 uur

Toetsweek 2 = 15/12 - 22/12 (Luistertoets Woots)

Slide 4 - Slide

Na deze les weet je:
  • of je de woordjes die je moest leren goed genoeg kent
  •  hoe je in het Frans iets in de toekomende tijd zegt
  •  welke Franse jeugdkrant je gaat lezen voor je leesdossier

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Na deze les weet je:
  • of je de woordjes die je moest leren goed genoeg kent
  •  hoe je in het Frans iets in de toekomende tijd zegt
  •  welke Franse jeugdkrant je gaat lezen voor je leesdossier

Slide 6 - Slide

Aujourd'hui (3/11)
Les devoirs - petit test (5")

Finir (afmaken): U4 ex. 31, 32, 33 (10")
Explication (uitleg): futur, futur proche (et conditionnel) (10")
Explication (uitleg): Leesdossier (10")

Travail individuel: U2 ex. 9,10 + Lire P'tit Libé

timer
1:00

Slide 7 - Slide


Futur 

Futur proche









Imparfait

Passé composé

Slide 8 - Slide

U4
klassikaal ex. 31, 
32, 33


om 08.45 uur: T1

Slide 9 - Slide

Futur simple

De futur simple is de toekomende tijd.


Je gebruikt de futur simple om uit te drukken dat dingen zullen gebeuren.

In het Nederlands vertaal je de futur simple met een vorm van het hulpww 'zullen'+ infinitief

Slide 10 - Slide

Futur simple = toekomende tijd
ik        zal werken
jij        zal fietsen
hij      zal lopen
wij     zullen eten
jullie zullen feesten
zij       zullen kopen

Slide 11 - Slide

Futur simple
Hele ww
Uitgang
Futur simple
Je
manger
-ai
Je mangerai
Tu
manger
-as
Tu mangeras
Il / Elle / On
manger
-a
Il mangera
Nous
manger
-ons 
Nous mangerons
Vous
manger
-ez
Vous mangerez
Ils / Elles
manger
-ont
Ils mangeront

Slide 12 - Slide

De futur simple maak je zo:
Hele werkwoord (infinitief) met daarachter de uitgang
je        partirai
tu        partiras
il          partira
nous  partirons
vous   partirez
ils        partiront





Slide 13 - Slide

Ik zal spreken
Hij zal eten
On partira
Jullie zullen uitgaan
Zij zullen vinden
Je parlerai
Il mangera
Wij zullen vertrekken
Vous sortirez
Ils trouveront

Slide 14 - Drag question

Futur proche (zeer nabije toekomst)

De futur proche gebruik je als je binnen zeer korte tijd iets gaat doen.


De futur proche bestaat uit 

een vorm van het werkwoord ALLER (gaan) + het hele werkwoord


Bijvoorbeeld:

Il va faire ses devoirs. (Hij gaat zijn huiswerk maken)

Elle va prendre son sac. (Zij gaat haar tas pakken)

Slide 15 - Slide

futur proche

Slide 16 - Slide

Aujourd'hui (3/11)
Les devoirs - petit test (5")

Finir (afmaken): U4 ex. 31, 32, 33 (10")
Explication (uitleg): futur, futur proche (et conditionnel) (10")
Explication (uitleg): Leesdossier (10")

Travail individuel: U2 ex. 9,10 + Lire P'tit Libé

timer
1:00

Slide 17 - Slide

Ik geef mezelf voor deze les .... punt(en)
14

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Slide