leesvaardigheid leerjaar 1 theorie h.3 en 4

h.4 LEZEN klas 1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

h.4 LEZEN klas 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat doen we deze les?
  • Bekijken van de theorie van LEZEN h.3 en h.4
  • We bekijken opdracht 1 (blz.102)
  • Jullie gaan aan de slag met opdr. 2 (blz. 104 en 105)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

In de inleiding wordt duidelijk gemaakt waar de tekst over gaat. Vaak gebeurt dat met: 
1. een voorbeeld
2. een (grappig) verhaaltje (anekdote) of
3. een bijzondere situatie.

Daarmee wordt de lezer nieuwsgierig naar de rest van de tekst.
Inleiding

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  • een conclusie 
  • een korte samenvatting
  • er wordt naar de toekomst gekeken 
  • er wordt aangesloten bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is.


Slot

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

  • Hoofdgedachte: is één volledige zin, die samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
  • Je vindt de hoofdgedachte vaak in de inleiding of het slot.
  • Soms moet je die zelf formuleren.


Hoofdgedachte

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


  • Om de hoofdgedachte van de tekst te bepalen, moet je de tekst precies lezen.
  • Je leest de tekst van het begin tot het eind heel nauwkeurig.


Precies lezen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tegenstellend verband


Er wordt iets gezegd en daarna wordt het tegenovergestelde beweerd.   


Signaalwoorden

maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds … anderzijds, daar staat tegenover
 

Evert is een ontzettend avontuurlijke vent. Zijn vriend daarentegen is een enorme huismus die er geen behoefte aan heeft bijzondere dingen te beleven.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Chronologisch verband



De gebeurtenissen worden in de juiste tijdsvolgorde verteld
 


Signaalwoorden

Vroeger, later, nu, eerst, daarna, toen, vervolgens, voordat, nadat, tenslotte, in 1980..
 
We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opsommend verband


Na een uitspraak of bewering worden verschillende dingen achter elkaar opgenoemd.    
 


Signaalwoorden
ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen … maar ook, ten eerste … ten tweede

Mijn vrije tijd gebruik ik voor leuke dingen. In de eerste plaats sport ik graag. Verder houd ik van televisiekijken. Ook vind ik het heerlijk om een spannend boek te lezen.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Toelichtend verband


Iemand doet een uitspraak en legt die uit of licht die toe. Vaak gebruikt hij bij de uitleg of de toelichting een voorbeeld. 
 


Signaalwoorden
dat wil zeggen, zo, met andere woorden, bijvoorbeeld, ter toelichting, neem nou, denk aan, zoals.

Het lijkt me niet verstandig die cd nieuw te kopen. Je zou bijvoorbeeld eens op Marktplaats kunnen kijken, waar veel cd’s voor lage prijzen worden aangeboden..


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tekst 3: Hobby XL

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hobby XL


[1] Maikel van Hoof is fan van de kermis, in het bijzonder van de Turbopolyp oftewel Octopus. ‘Als jong mannetje namen mijn ouders mijn broer en mij al mee naar de kermis. Ik genoot van de lichtjes, de geluiden, de geur van suikerspinnen en oliebollen. Het sfeertje is zo speciaal.


Slide 13 - Slide

onderwerp van de tekst:

iemand (Maikel) met een bijzondere hobby.

[2] Van april tot oktober bezoek ik zo veel mogelijk kermissen. Het liefst alleen, zodat ik met niemand rekening hoef te houden. Als ik bij de Turbopolyp aankom, maak ik eerst altijd een praatje met Hans van Tol, de eigenaar en mijn idool. Daarna koop ik tien penningen; vervolgens neem ik plaats in de gondel en tot slot maak ik gauw de beugel vast: hoe eerder we vol zitten, hoe eerder we draaien. Heerlijk, je hoeft alleen maar te zitten, de rest gaat vanzelf.

Slide 14 - Slide

Welke vier dingen doet Maikel als hij op de kermis komt?

1. praatje met Hans Tol (eigenaar)
2. koopt hij 10 penningen
3. neemt plaats in de gondel
4. maakt de beugel vast

signaalwoorden: eerst, daarna, vervolgens, tot slot

[3] Ik luister goed naar de muziek die Hans draait en naar hoe hij er met bepaalde teksten een spektakel van maakt: ‘Let it go, nice and slow!’ Met een echo klinkt dat geweldig. Thuis oefen ik zelf met het geven van zulke showtjes. Ik heb er met technisch Lego de kermis nagebouwd, met attracties als de Turbopolyp, de Booster Maxxx en de Autoscooter. Ze hebben lichtjes en kunnen echt bewegen.

Slide 15 - Slide

indrukwekkende show
 
[4] Vorig jaar heb ik mijn verkering uitgemaakt. We waren een jaar samen. Mijn ex beweerde dat ze ook een Polypfan was, maar toen puntje bij paaltje kwam, durfde ze er niet in. Zij bleef kijken, maar al na mijn tweede rit werd ze ongeduldig: ‘Maikel, hoelang blijf je nog zitten?’ Mijn record is veertig keer na elkaar, dus ik zei dat ze alvast maar een broodje braadworst moest halen. Als je verkering met iemand hebt, moet je wel dezelfde dingen leuk vinden.’

Slide 16 - Slide

signaalwoord: tegenstelling
Wat vind je nog lastig?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions