les 1A voorbereiding IO pedagogisch klimaat

Les 1a Signaleren en observeren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
PDOMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 1a Signaleren en observeren

Slide 1 - Slide

Vraag:
Hoe heb je de toets ervaren?
Zijn er studenten met een onvoldoende
            die hun toets willen inzien? 
 

Slide 2 - Slide

Doel van deze les
Aan het eind van deze les weet je
                                Doel van deze les:

 Aan het einde van de les weet je
-hoe je wordt getoetst; 
-wat de toetsstof voor dit blok is.

Aan het einde van de les kun je
- uitleggen wat een pedagogisch klimaat is;
- het verschil uitleggen tussen kwalitatief en 
  kwantitatief observeren.

Slide 3 - Slide

Wat versta jij onder een goed pedagogisch klimaat?

Slide 4 - Mind map

                                      Pedagogisch klimaat: (thema IO 1)

-Structuur; 
-Regels;   
Bovenstaande twee zorgen voor voorspelbaarheid en rust.

-Relatie: lkr-lln &lln onderling
-Competentie: ontdekken waar ben ik goed in, vertrouwen in eigen kunnen;
-Autonomie: leren het zelf te doen/kunnen 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Terug te vinden in DCO Ho. 5
 Onderwijsbehoefte:  wat heeft een leerling nodig om tot leren te komen. 
 
Om te weten wat de onderwijsbehoeften van een leerling zijn is observeren belangrijk.

                                 Signaleren  --> observeren
Signaleren: je krijgt een signaal dat er iets aan de hand is. bv: bepaald gedrag, moeite met lesstof of intuïtie.   
Signaleren is vaak subjectief.  Vraag: wat bedoelen we daar mee?  

Signaleren doe je voortdurend.

Slide 7 - Slide

Terug te vinden in DCO Ho. 5
                                 Signaleren  --> observeren
Observeren: bewust, doelgericht en systematisch waarnemen van gedrag.
Objectief.

Je gaat dus van een signaal naar een observatie om daarna een conclusie te trekken. Met de uitkomst van die conclusie ga je aan het werk.


Slide 8 - Slide

Kwalitatief observeren
Het gaat vooral om de vraag hoe het gedrag eruit ziet
bijv. onrustig, storend, onopvallend, etc.

Je schrijft tijdens de observatie al het gedrag van het kind op.
 
Onderzoeksvraag: waardoor is jouw leerling tijdens de taalles zo onrustig? Je beschrijft de situatie heel nauwkeurig.

Terug te vinden in DCO Ho. 5

Slide 9 - Slide

Voorbeeld 1 van een kwalitatieve observatiemethode:
Intervalobservatie:
Kiezen:    wanneer je een idee hebt wat de reden is van bepaald gedrag, maar nog twijfelt.

Een observatie waarbij je met tussenpozen waarneemt.
Bijv. 3 min. wel / 10 min. niet / 3 min. wel / etc... 




Terug te vinden in DCO Ho. 5

Slide 10 - Slide

Voorbeeld 2 van een kwalitatieve observatiemethode:
Logboek:
Kiezen: Als het gedrag dat je wilt observeren steeds in een specifieke situatie voorkomt.

Een soort dagboek.

Bijv. elke dag tijdens buitenspelen observeren.


Terug te vinden in DCO Ho. 5

Slide 11 - Slide

Kwantitatief observeren
Hierbij gaat het vooral om hoe vaak het gedrag voorkomt.

Je telt de gedragingen in een bepaalde periode.
Je kijkt bijvoorbeeld naar hoe vaak leerling X door de leerkracht heen praat tijdens de uitleg.

Terug te vinden in DCO Ho. 5

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 1 van een kwantitatieve observatie methodes:
Checklist:
Van te voren een lijst maken. 


5.1 Signaleren en observeren van gedrag

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 2 van een kwantitatieve observatie methodes:
Tijdsteekproefobservatie:
Je noteert in een vaste 
tijdinterval het gedrag dat je
waarneemt.


5.1 Signaleren en observeren van gedrag

Slide 14 - Slide

Ga naar Cumlaude-blok 6- IO1-2

Samen lezen we de opdracht door.

Aan de slag met de opdracht 
timer
20:00

Slide 15 - Slide

Huiswerk:
 

-doorlezen 5.1 Profielboek Pedagogiek (nodig voor heel IO1)

Slide 16 - Slide