Bijvoeglijk naamwoorden les 2

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek




Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (Opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 110)





1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek




Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (Opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 110)





Slide 1 - Slide

 bijvoeglijk naamwoord les 2 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken 
- Wat weet je al?
- Theorie
- Werken aan de opdracht 

Aan het einde van de les heb je de spelling van het meervoud van zelfstandig naamwoorden geleerd.

Slide 3 - Slide

Wat weet je al?

Slide 4 - Slide

de (populair) dj

Slide 5 - Open question

de (vrij) geest

Slide 6 - Open question

de (goud) horloge

Slide 7 - Open question

een (goed) antwoord

Slide 8 - Open question

het (serieus) gesprek

Slide 9 - Open question

de (verzengen) hitte

Slide 10 - Open question

de (woest) natuur

Slide 11 - Open question

de (oplossen) puzzel

Slide 12 - Open question

het (bizar) ongeluk

Slide 13 - Open question

de (haten) tegenstander

Slide 14 - Open question

een (onherbergzaam) gebied

Slide 15 - Open question

het (bioplastic) bestek

Slide 16 - Open question

het (faken) merk

Slide 17 - Open question

Theorie bijvoeglijke naamwoorden

Slide 18 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Je hebt de onverbogen vorm (mooi) en de verbogen vorm (mooie)

Bij verbogen vorm:
  • bijvoeglijk naamwoord + e
  • de mooie smartphone
  • goede ideeën
  • het spannende verhaal

Slide 19 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Onverbogen vorm (zonder e):
  • Als het bn achter het zelfstandig naamwoord staat
    Deze smartphone is mooi.
  • Bij het-woorden met een onbepaald lidwoord of geen lidwoord
    Het was een spannend verhaal
    Goed idee!


Slide 20 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Bij bn die eindigt op één medeklinker, verandert meestal de verbogen vorm.
  • Bij korte klank wordt de medeklinker verdubbelt
  • Bij lange klank wordt de medeklinker weggelaten

  • De witte gympen
  • Het bezwete voorhoofd

  • De -s en -f veranderen meestal in een -z of -v
  • lief - lieve, boos - boze 



Slide 21 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt, schrijf je het zo kort mogelijk -> tenzij het nodig is voor de uitspraak 

  • het vergrote scherm
  • het beantwoorde bericht 

  • de ontpitte kersen
  • de geredde drenkelingen 

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en. 




Slide 22 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 23 - Slide

Werken aan de opdracht 
Wat? Opdracht 6, 7, 8 en 9 op bladzijde 111
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les, het is huiswerk voor 06/12
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs 
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk

Gebruik de theorie op bladzijde 192 van je handboek 




timer
5:00

Slide 24 - Slide

Huiswerk:

Voor volgende week vrijdag 06/12 moet opdracht 6, 7, 8 en 9 op bladzijde 111 af zijn. 

Schrijf dit op in je plenda!

Slide 25 - Slide