Bijvoeglijk naamwoorden les 1

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek




Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten





1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek




Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten





Slide 1 - Slide

 bijvoeglijk naamwoord les 2 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Wat weet je al?
- Theorie
- Werken aan de opdracht 

Aan het einde van de les heb je de spelling van het meervoud van zelfstandig naamwoorden geleerd.

Slide 3 - Slide

Wat weet je al?

Slide 4 - Slide

de (voorspellen) uitkomst

Slide 5 - Open question

het (verwachten) probleem

Slide 6 - Open question

Houdt rekening met alle (relevant) aspecten voor de onderzoeksvraag

Slide 7 - Open question

Theorie bijvoeglijke naamwoorden

Slide 8 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Je hebt de onverbogen vorm (mooi) en de verbogen vorm (mooie)

Bij verbogen vorm:
  • bijvoeglijk naamwoord + e
  • de mooie smartphone
  • goede ideeën
  • het spannende verhaal

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Onverbogen vorm (zonder e):
  • Als het bn achter het zelfstandig naamwoord staat
    Deze smartphone is mooi.
  • Bij het-woorden met een onbepaald lidwoord of geen lidwoord
    Het was een spannend verhaal
    Goed idee!


Slide 10 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Bij bn die eindigt op één medeklinker, verandert meestal de verbogen vorm.
  • Bij korte klank wordt de medeklinker verdubbelt
  • Bij lange klank wordt de medeklinker weggelaten

  • De witte gympen
  • Het bezwete voorhoofd

  • De -s en -f veranderen meestal in een -z of -v
  • lief - lieve, boos - boze 



Slide 11 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt, schrijf je het zo kort mogelijk -> tenzij het nodig is voor de uitspraak 

  • het vergrote scherm
  • het beantwoorde bericht 

  • de ontpitte kersen
  • de geredde drenkelingen 

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en. 




Slide 12 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 13 - Slide

Werken aan de opdracht 
Wat? Opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 110
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les, het is huiswerk voor 29/11
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs 
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk

Gebruik de theorie op bladzijde 192 van je handboek 




timer
5:00

Slide 14 - Slide

Huiswerk:

Voor volgende week vrijdag 29/11 moet opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 110 af zijn. 

Schrijf dit op in je plenda!

Slide 15 - Slide