Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen. Deze factoren kunnen zowel individueel als maatschappelijk van aard zijn, en ze beïnvloeden in hoge mate hoe goed mensen gezond blijven, welke ziekten ze ontwikkelen en hoe goed ze herstellen. De belangrijkste factoren die invloed hebben op gezondheidsverschillen zijn:
1. Sociaaleconomische Status (SES)
Sociaaleconomische status is een van de meest bepalende factoren voor gezondheid. Het bestaat uit drie hoofdcomponenten:
Inkomen: Lagere inkomens leiden vaak tot beperkte toegang tot gezondheidszorg, ongezondere voeding, slechtere huisvesting en een groter risico op stressgerelateerde gezondheidsproblemen.
Opleiding: Mensen met een lager opleidingsniveau hebben vaak minder kennis van gezondheid en zorg, wat kan leiden tot slechtere gezondheidsgedragingen en onvoldoende benutten van gezondheidsdiensten.
Werk: Het type werk en de werkomstandigheden beïnvloeden de gezondheid. Mensen met zwaarder of gevaarlijk werk lopen meer risico op fysieke en mentale gezondheidsproblemen. Ook werkloosheid of tijdelijke contracten kunnen stress en onzekerheid veroorzaken, wat schadelijk is voor de gezondheid.
2. Laaggeletterdheid en Gezondheidsvaardigheden
Laaggeletterdheid, of beperkte lees- en schrijfvaardigheden, heeft invloed op de mogelijkheid om medische informatie te begrijpen en toe te passen. Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden kunnen moeilijker instructies opvolgen, medicatie correct innemen en medische risico’s herkennen. Dit kan leiden tot slecht beheer van gezondheidsproblemen en het missen van preventieve zorg.
3. Leefomstandigheden en Omgeving
De omgeving waarin mensen wonen heeft een grote invloed op hun gezondheid:
Woning: Slechte huisvesting, zoals overbevolking, slechte ventilatie of verontreiniging, kan leiden tot gezondheidsproblemen zoals ademhalingsziekten, allergieën en infecties.
Wijk: Wijken met weinig groen, onvoldoende voorzieningen of hoge criminaliteit kunnen het moeilijker maken voor bewoners om een gezonde levensstijl te onderhouden. Gebrek aan veilige speelplekken voor kinderen of sportfaciliteiten voor volwassenen kan lichamelijke activiteit belemmeren.
Milieuvervuiling: Blootstelling aan luchtvervuiling, verontreinigd water of toxische stoffen heeft vooral negatieve effecten op mensen in armere gemeenschappen, waar ze mogelijk niet in staat zijn om te verhuizen naar schonere omgevingen.
4. Toegang tot Gezondheidszorg
Toegang tot gezondheidszorg speelt een sleutelrol in het verkleinen van gezondheidsverschillen. Mensen in lagere sociaaleconomische groepen hebben vaak minder toegang tot medische voorzieningen of verzekeringen, wat hen belemmert om tijdig medische hulp te zoeken. Dit kan leiden tot een grotere belasting van de gezondheidszorg op latere leeftijd en hogere sterftecijfers door vermijdbare aandoeningen.
5. Discriminatie en Sociale Ongelijkheid
Mensen die geconfronteerd worden met discriminatie op basis van etniciteit, geslacht, seksuele geaardheid of andere kenmerken, kunnen gezondheidsverschillen ervaren als gevolg van verhoogde stress en beperkte toegang tot kansen en middelen. Dit kan een negatieve invloed hebben op zowel fysieke als mentale gezondheid.
6. CULTUUR en GEDRAG
Culturele factoren en gedragingen kunnen ook invloed hebben op gezondheidsverschillen. Bijvoorbeeld, sommige gemeenschappen hebben specifieke gezondheidsrisico's als gevolg van culturele gewoonten of opvattingen over gezondheid en zorg. Daarnaast spelen ook sociale normen, zoals roken of alcoholgebruik, een belangrijke rol in gezondheidsverschillen.
7. Genetische en Biologische Factoren
Genetische aanleg en biologische factoren kunnen de vatbaarheid voor bepaalde ziekten beïnvloeden, maar deze spelen doorgaans een kleinere rol in gezondheidsverschillen dan sociaal-economische en omgevingsfactoren. Toch kunnen bepaalde etnische of genetische groepen meer vatbaar zijn voor bepaalde aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, diabetes of bepaalde vormen van kanker.
8. Levensstijl en Gedrag
Gezondheidsgedragingen zoals dieet, fysieke activiteit, alcoholgebruik, roken en stressmanagement zijn sterk afhankelijk van sociaaleconomische en omgevingsfactoren. Bijvoorbeeld, mensen in hogere sociaal-economische groepen hebben vaker toegang tot gezonde voeding en mogelijkheden voor fysieke activiteit, terwijl mensen met een lagere SES vaker ongezonde keuzes maken vanwege financiële of omgevingsbeperkingen.
9. Sociale Netwerken en Steunsystemen
Sterke sociale netwerken en ondersteunende relaties kunnen bijdragen aan betere mentale en fysieke gezondheid. Mensen die sociaal geïsoleerd zijn, bijvoorbeeld door armoede of discriminatie, hebben vaak slechtere gezondheidsuitkomsten. Sociale steun kan helpen bij het omgaan met stress, ziekte en andere uitdagingen.
10. Psychosociale Factoren
Langdurige stress door armoede, werkloosheid of sociale uitsluiting kan de gezondheid sterk beïnvloeden. Psychosociale stressoren verhogen de kans op hart- en vaatziekten, depressie en andere chronische aandoeningen. Stress kan ook het immuunsysteem verzwakken en het vermogen om gezond gedrag te vertonen verminderen.