PVS LUK 3 week 4 bijeenkomst 1

Praktijkvraagstuk
Luk 3

Week 4
Bijeenkomst 1








                   Verschillen gezondheid en maatschappelijke ongelijkheid!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
PraktijkvraagstukHBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Praktijkvraagstuk
Luk 3

Week 4
Bijeenkomst 1








                   Verschillen gezondheid en maatschappelijke ongelijkheid!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Agenda
  • Check-in
  • Activeren voorkennis
  • Opdracht 'Binnenkring-buitenkring'
  • Pauze
  • Opdracht 'Breng de wijk in kaart'
  • Vooruitblik bijeenkomst 3.4.2

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
1. Je begrijpt de invloed van gezondheidsverschillen en maatschappelijke ongelijkheid op de gezondheid van de zorgvrager en kan deze analyseren in de context van zorgverlening.

2. Je kunt maatschappelijke factoren zoals SES en laaggeletterdheid identificeren en bespreken hoe deze de gezondheid van zorgvragers beïnvloeden.

Slide 3 - Slide

Lesvoorbereiding:

H. 1.2.3 t/m H 1.4 Uit Verpleegkundige ondersteuning bij zelfmanagement en eigen regie.
H2 Verpleegkundige competenties voor zelfmanagementondersteuning. Uit Verpleegkundige ondersteuning bij zelfmanagement en eigen regie.

Artikel TVZ, Leininger: https://link.springer.com/article/10.1007/s41184-023-2262-6

Check-in
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

  focus ligt 
op de zorgvrager     zorgverlener
↓                                      ↓
                                           gezondheidsverschillen herkennen /aanpakken van ongelijkheid 
     

Slide 5 - Slide

De focus ligt op de zorgvrager (gezondheidsverschillen) en de rol van de zorgverlener in het herkennen en aanpakken van ongelijkheid.

eind van de les komt dit model weer in de LU en hopelijk kunnen studenten dan de stof aan de juiste cirkels linken.
Wat wordt bedoeld met gezondheidsverschillen?

Slide 6 - Mind map

Gezondheidsverschillen verwijzen naar de variaties in de gezondheidstoestand van verschillende bevolkingsgroepen. Deze verschillen kunnen zowel in de mate van ziekte, gezondheidstoestand als levensverwachting worden waargenomen. Gezondheidsverschillen ontstaan door een combinatie van biologische, sociale, economische en omgevingsfactoren. Dit betekent dat mensen in verschillende sociale lagen of met verschillende sociaaleconomische achtergronden vaak verschillende gezondheidsresultaten ervaren.
Welke factoren hebben invloed op gezondheidsverschillen?

Slide 7 - Open question

Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen. Deze factoren kunnen zowel individueel als maatschappelijk van aard zijn, en ze beïnvloeden in hoge mate hoe goed mensen gezond blijven, welke ziekten ze ontwikkelen en hoe goed ze herstellen. De belangrijkste factoren die invloed hebben op gezondheidsverschillen zijn:

1. Sociaaleconomische Status (SES)
Sociaaleconomische status is een van de meest bepalende factoren voor gezondheid. Het bestaat uit drie hoofdcomponenten:

Inkomen: Lagere inkomens leiden vaak tot beperkte toegang tot gezondheidszorg, ongezondere voeding, slechtere huisvesting en een groter risico op stressgerelateerde gezondheidsproblemen.
Opleiding: Mensen met een lager opleidingsniveau hebben vaak minder kennis van gezondheid en zorg, wat kan leiden tot slechtere gezondheidsgedragingen en onvoldoende benutten van gezondheidsdiensten.
Werk: Het type werk en de werkomstandigheden beïnvloeden de gezondheid. Mensen met zwaarder of gevaarlijk werk lopen meer risico op fysieke en mentale gezondheidsproblemen. Ook werkloosheid of tijdelijke contracten kunnen stress en onzekerheid veroorzaken, wat schadelijk is voor de gezondheid.
2. Laaggeletterdheid en Gezondheidsvaardigheden
Laaggeletterdheid, of beperkte lees- en schrijfvaardigheden, heeft invloed op de mogelijkheid om medische informatie te begrijpen en toe te passen. Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden kunnen moeilijker instructies opvolgen, medicatie correct innemen en medische risico’s herkennen. Dit kan leiden tot slecht beheer van gezondheidsproblemen en het missen van preventieve zorg.

3. Leefomstandigheden en Omgeving
De omgeving waarin mensen wonen heeft een grote invloed op hun gezondheid:

Woning: Slechte huisvesting, zoals overbevolking, slechte ventilatie of verontreiniging, kan leiden tot gezondheidsproblemen zoals ademhalingsziekten, allergieën en infecties.
Wijk: Wijken met weinig groen, onvoldoende voorzieningen of hoge criminaliteit kunnen het moeilijker maken voor bewoners om een gezonde levensstijl te onderhouden. Gebrek aan veilige speelplekken voor kinderen of sportfaciliteiten voor volwassenen kan lichamelijke activiteit belemmeren.
Milieuvervuiling: Blootstelling aan luchtvervuiling, verontreinigd water of toxische stoffen heeft vooral negatieve effecten op mensen in armere gemeenschappen, waar ze mogelijk niet in staat zijn om te verhuizen naar schonere omgevingen.
4. Toegang tot Gezondheidszorg
Toegang tot gezondheidszorg speelt een sleutelrol in het verkleinen van gezondheidsverschillen. Mensen in lagere sociaaleconomische groepen hebben vaak minder toegang tot medische voorzieningen of verzekeringen, wat hen belemmert om tijdig medische hulp te zoeken. Dit kan leiden tot een grotere belasting van de gezondheidszorg op latere leeftijd en hogere sterftecijfers door vermijdbare aandoeningen.

5. Discriminatie en Sociale Ongelijkheid
Mensen die geconfronteerd worden met discriminatie op basis van etniciteit, geslacht, seksuele geaardheid of andere kenmerken, kunnen gezondheidsverschillen ervaren als gevolg van verhoogde stress en beperkte toegang tot kansen en middelen. Dit kan een negatieve invloed hebben op zowel fysieke als mentale gezondheid.

6. CULTUUR en GEDRAG
Culturele factoren en gedragingen kunnen ook invloed hebben op gezondheidsverschillen. Bijvoorbeeld, sommige gemeenschappen hebben specifieke gezondheidsrisico's als gevolg van culturele gewoonten of opvattingen over gezondheid en zorg. Daarnaast spelen ook sociale normen, zoals roken of alcoholgebruik, een belangrijke rol in gezondheidsverschillen.

7. Genetische en Biologische Factoren
Genetische aanleg en biologische factoren kunnen de vatbaarheid voor bepaalde ziekten beïnvloeden, maar deze spelen doorgaans een kleinere rol in gezondheidsverschillen dan sociaal-economische en omgevingsfactoren. Toch kunnen bepaalde etnische of genetische groepen meer vatbaar zijn voor bepaalde aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, diabetes of bepaalde vormen van kanker.

8. Levensstijl en Gedrag
Gezondheidsgedragingen zoals dieet, fysieke activiteit, alcoholgebruik, roken en stressmanagement zijn sterk afhankelijk van sociaaleconomische en omgevingsfactoren. Bijvoorbeeld, mensen in hogere sociaal-economische groepen hebben vaker toegang tot gezonde voeding en mogelijkheden voor fysieke activiteit, terwijl mensen met een lagere SES vaker ongezonde keuzes maken vanwege financiële of omgevingsbeperkingen.

9. Sociale Netwerken en Steunsystemen
Sterke sociale netwerken en ondersteunende relaties kunnen bijdragen aan betere mentale en fysieke gezondheid. Mensen die sociaal geïsoleerd zijn, bijvoorbeeld door armoede of discriminatie, hebben vaak slechtere gezondheidsuitkomsten. Sociale steun kan helpen bij het omgaan met stress, ziekte en andere uitdagingen.

10. Psychosociale Factoren
Langdurige stress door armoede, werkloosheid of sociale uitsluiting kan de gezondheid sterk beïnvloeden. Psychosociale stressoren verhogen de kans op hart- en vaatziekten, depressie en andere chronische aandoeningen. Stress kan ook het immuunsysteem verzwakken en het vermogen om gezond gedrag te vertonen verminderen.
Welke van de volgende factoren heeft de grootste invloed op de gezondheidsverschillen tussen verschillende bevolkingsgroepen?
A
Genetische aanleg
B
Sociaaleconomicshe status (SES)
C
Leeftijd
D
Geslacht

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe beïnvloedt laaggeletterdheid de gezondheid van een individu?
A
Het zorgt voor minder toegang tot de gezondheidszorg
B
Het kan leiden tot minder begrip van ziekte en behandelopties
C
Het maakt het makkelijker om medische informatie te begrijpen
D
Het heeft geen invloed op gezondheidskeuzes

Slide 9 - Quiz

@Yvette, antwoord Ais m.i. ook  
Sociaal economische status

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

SES
Een van de meest bepalende factoren voor gezondheid.
Bestaat uit:
Inkomen
Opleiding
Werk

Slide 11 - Slide

Inkomen: Lagere inkomens leiden vaak tot beperkte toegang tot gezondheidszorg, ongezondere voeding, slechtere huisvesting en een groter risico op stressgerelateerde gezondheidsproblemen.
Opleiding: Mensen met een lager opleidingsniveau hebben vaak minder kennis van gezondheid en zorg, wat kan leiden tot slechtere gezondheidsgedragingen en onvoldoende benutten van gezondheidsdiensten.
Werk: Het type werk en de werkomstandigheden beïnvloeden de gezondheid. Mensen met zwaarder of gevaarlijk werk lopen meer risico op fysieke en mentale gezondheidsproblemen. Ook werkloosheid of tijdelijke contracten kunnen stress en onzekerheid veroorzaken, wat schadelijk is voor de gezondheid.
Gezondheidsvaardig-heden
'Gezondheidsvaardigheden zijn de individuele competenties die nodig zijn om goed met gezondheid en ziekte om te kunnen gaan'


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Drie componenten van gezondheidsvaardigheden
  1. Functionele gezondheidsvaardigheden
  2. Communicatieve gezondheidsvaardigheden
  3. Kritische gezondheidsvaardigheden

Slide 13 - Slide

Functionele gezondheidsvaardigheden: Het vermogen om gezondheidsinformatie te begrijpen en toe te passen voor dagelijkse gezondheidskeuzes, zoals het lezen van etiketten, medicatie-instructies en het begrijpen van gezondheidsadviezen. 2.5 miljoen mensen in Nl zijn laaggeletterd. laaggeletterdheid is hierbij een groot onderdeel.

Communicatieve gezondheidsvaardigheden: Het vermogen om effectief te communiceren met zorgverleners, vragen te stellen, informatie te delen en begrip te verkrijgen over medische behandelingen en zorgopties.

Kritische gezondheidsvaardigheden: Het vermogen om gezondheidsinformatie kritisch te evalueren, keuzes te maken op basis van betrouwbare bronnen. Dit draagt bij aan gedeelde besluitvorming en gelijkwaardige partner zijn in de zorg.
Opdracht:
Binnenkring-Buitenkring
  • Kom allemaal staan 
  • In een buitenkring en een binnenkring
  • Zorg dat iedere student tegenover een medestudent staat
  • Volg instructies van de docent

Slide 14 - Slide

Activerende werkvorm

Studenten komen staan. Je maakt een binnencirkel en een buitencirkel van studenten, waar studenten steeds tegenover een medestudenten staan. Als het vanwege de klassenindeling niet mogelijk is, kun je ook denken aan twee rijen studenten tegenover elkaar.

 Op de volgende sheets staan 3 vragen/stellingen. 
Op vraag 1 en 2 stellen respectievelijk de binnen en buitenkring de vragen (Beiden geven 1 ronde een antwoord), de andere kring geeft antwoord. Bij de derde vraag bedenken ze gezamenlijk het antwoord op de vraag. Per ronde wordt er 1 keer doorgedraaid binnen de tijd van 7 minuten. Iedere studenten spreekt dus kort 6 medestudenten tijdens deze opdracht.
Vraag 1
  • Binnenkring stelt de vraag
  • Buitenkring geeft antwoorden
  • 7 minuten 
  • 1 keer doordraaien

Hoe kunnen sociaaleconomische status en laaggeletterdheid van invloed zijn op de zorgbeleving en therapietrouw van de zorgvrager?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2
  • Buitenenkring stelt de vraag
  • Binnenkring geeft antwoorden
  • 7 minuten
  • 1 keer doordraaien

Geef een voorbeeld uit stage of werkervaring waarin jij of een collega te maken had met een zorgvrager die door lage SES of beperkte gezondheidsvaardigheden niet in staat was om gezondheidsadviezen goed op te volgen. Wat waren de gevolgen?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vraag 3
  • Binnenkring en buitenkring beantwoorden samen de vraag.
  • 7 minuten
  • 1 keer doordraaien

Bespreek manieren waarop zorgverleners de communicatie kunnen aanpassen om deze zorgvragers beter te ondersteunen (bijv. vereenvoudigde uitleg, gebruik van visuele hulpmiddelen). Geef voorbeelden.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je na het doen van deze opdracht meer dan je ervoor wist?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Een lage SES is vaak een reden voor een minder goede gezondheid. Kan een slechte gezondheid ook een reden zijn voor een lage SES?
Ja
Nee
Moeilijk

Slide 19 - Poll

Ja, dit kan zeker. Door ziekte kun je bijvoorbeeld geen of een lagere opleiding volgen en/of niet of minder deelnemen aan het arbeidsproces. Hierdoor minder geld te besteden..etc etc

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 'Breng de wijk in kaart'
  • Met je samenwerkingsgroepje
  • 30 minuten
  • Breng zoveel mogelijk in kaart over de woonwijk van 1 van je groepsleden. Denk aan bijvoorbeeld SES, laaggeletterdheid/gezondheidsvaardigheden, opleidingsniveau, toegang tot gezondheidszorg, culturele factoren, leefstijl en gedrag, sociale netwerken, veelvoorkomende gezondheidsproblemen.
  • Gebruik voor de opdracht informatie vanuit deze link van het CBS, deze link van het RIVM en bijvoorbeeld Funda of  deze link van VZinfo

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vervolg opdracht
Stel je nu voor dat de zorgvrager uit jullie groepscasus woont in de wijk waar jullie zojuist onderzoek naar hebben gedaan.

  • Benoem welke factoren mogelijk invloed hebben op de gezondheid van jullie zorgvrager. Beargumenteer.
  • Benoem ook welke factoren volgens jullie geen invloed hebben op de gezondheid van jullie zorgvrager en beargumenteer.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke cirkel(s) van het GMZ hebben betrekking op maatschappelijke ongelijkheid en maatschappelijke factoren die gezondheidsverschillen veroorzaken?

Slide 23 - Slide

Klassikaal bepreken en weer terugredeneren naar dit model,

Bespreek vooral de blauwe ringen, waarbij de focus ligt op de zorgvrager (gezondheidsverschillen) en de rol van de zorgverlener in het herkennen en aanpakken van de ongelijkheid.

In volgende slide..hoe kun je dit dan bijv aanpakken?



Wat kun je als verpleegkundige doen wanneer er sprake is van maatschappelijke factoren die de gezondheid beïnvloeden?

Slide 24 - Mind map

Met dank aan  co-pilot:

1. Bewustwording en Empathie
Herkenning van de factoren: Als verpleegkundige moet je je bewust zijn van de invloed van maatschappelijke factoren op de gezondheid van je zorgvrager. Dit vereist niet alleen aandacht voor de medische aspecten van de zorg, maar ook voor de sociale en economische situatie van de zorgvrager.
Empathisch luisteren: Het is belangrijk om een vertrouwensrelatie op te bouwen met de zorgvrager, zodat ze zich comfortabel voelen om over hun situatie en uitdagingen te praten. Dit kan helpen om verborgen problemen zoals armoede, huisvestingsproblemen of discriminatie te identificeren.
2. Zorg op Maat Bieden
Holistische benadering: Kijk naar de zorgvrager als een geheel, niet alleen naar hun medische symptomen. Dit betekent dat je ook sociale en omgevingsfactoren meeneemt in het zorgplan. Bijvoorbeeld, als een zorgvrager zich in een onveilige of ongezonde woonomgeving bevindt, kan dit hun gezondheid beïnvloeden.
Afstemmen van zorg: Pas de zorg en communicatie aan op basis van de sociale context van de zorgvrager. Mensen met een lagere sociaal-economische status kunnen bijvoorbeeld moeite hebben met het begrijpen van complexe medische termen, dus eenvoudigere taal kan helpen.
3. Ondersteuning Bieden en Doorverwijzen
Verwijzing naar ondersteunende diensten: Als je merkt dat maatschappelijke factoren zoals armoede, huisvesting of geestelijke gezondheidsproblemen de gezondheid van je zorgvrager beïnvloeden, kun je ze doorverwijzen naar maatschappelijke werkers, psychologen of andere ondersteunende diensten.
Hulp bij toegang tot zorg: Zorgvragers in een kwetsbare positie hebben vaak moeite met het verkrijgen van toegang tot zorg. Je kunt helpen bij het navigeren door het zorgsysteem, bijvoorbeeld door te helpen bij het aanvragen van een zorgverzekering, het vinden van een huisarts of het regelen van vervoer naar medische afspraken.
4. Gezondheidseducatie en Voorlichting
Informatie toegankelijk maken: Veel zorgvragers, vooral degenen met een lagere sociaal-economische status of beperkte gezondheidsvaardigheden, hebben moeite met het begrijpen van medische informatie. Het is belangrijk om informatie op een begrijpelijke manier over te brengen, bijvoorbeeld door visuele hulpmiddelen, eenvoudiger taalgebruik of mondelinge uitleg.
Preventie en zelfzorg bevorderen: Geef voorlichting over gezonde gewoonten en preventieve zorg, aangepast aan de situatie van de zorgvrager. Bijvoorbeeld, als een zorgvrager moeite heeft met het betalen van gezonde voeding, kun je goedkope en gezonde alternatieven voorstellen.
5. Bouwen aan Gemeenschapsbetrokkenheid
Sociale netwerken versterken: Als een zorgvrager sociaal geïsoleerd is, kun je hen helpen om verbindingen te leggen met lokale gemeenschappen of steungroepen. Dit kan bijvoorbeeld door ze door te verwijzen naar lotgenotenbijeenkomsten of andere sociale initiatieven die ondersteuning bieden.
Samenwerken met andere zorgverleners: Vaak hebben zorgvragers te maken met verschillende gezondheids- en sociale problemen die een multidisciplinaire aanpak vereisen. Verpleegkundigen kunnen samenwerken met maatschappelijk werkers, huisartsen, diëtisten en andere zorgprofessionals om de zorg zo goed mogelijk af te stemmen op de behoeften van de zorgvrager.
6. Pleiten voor Sociale Rechtvaardigheid
Beïnvloeden van beleidsveranderingen: Verpleegkundigen kunnen zich inzetten voor beleidsveranderingen die de gezondheid van kwetsbare groepen verbeteren. Dit kan door actief deel te nemen aan gezondheidsbevorderende initiatieven of door het bevorderen van de toegang tot zorg voor achtergestelde groepen.
Opleiden en sensibiliseren: Verpleegkundigen kunnen bijdragen aan het vergroten van het bewustzijn van maatschappelijke gezondheidsproblemen binnen de bredere zorgorganisatie of in de gemeenschap, bijvoorbeeld door het organiseren van campagnes over de impact van armoede of discriminatie op gezondheid.
7. Zelfzorg en Zelfmanagement Ondersteunen
Betrekken van de zorgvrager: Betrek zorgvragers actief bij hun zorgproces en het ontwikkelen van een behandelplan. Dit vergroot hun gevoel van controle en kan hen motiveren om gezondere keuzes te maken, zelfs in moeilijke omstandigheden.
Ondersteunen bij zelfmanagement: Help zorgvragers bij het ontwikkelen van vaardigheden voor het beheren van hun eigen gezondheid, bijvoorbeeld door hen te leren hoe ze hun medicatie goed moeten gebruiken of hoe ze hun stress kunnen verminderen.
Samenvattend:
Als verpleegkundige kun je een belangrijke rol spelen in het verminderen van de impact van maatschappelijke factoren op de gezondheid van een zorgvrager. Dit doe je door een holistische benadering van zorg, het bieden van ondersteuning en doorverwijzing, het verstrekken van begrijpelijke informatie, het bevorderen van sociale netwerken, en het pleiten voor een meer rechtvaardig zorgsysteem.
wat neem je mee
uit deze les?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

uitdelen artikel voor journalclub?

overleggen met Lisette

staat in Brondocument en lvf zoiets over een artikel.

is bekend welk artikel en welke actie nodig is?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Zijn de lesdoelen behaald?
1. Je begrijpt de invloed van gezondheidsverschillen en maatschappelijke ongelijkheid op de gezondheid van de zorgvrager en kan deze analyseren in de context van zorgverlening.

2. Je kunt maatschappelijke factoren zoals SES en laaggeletterdheid identificeren en bespreken hoe deze de gezondheid van zorgvragers beïnvloeden.


Ja
Nee
Deels

Slide 27 - Poll

This item has no instructions

Welke vragen of onduidelijkheden zijn er nog na deze les?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Vooruit kijken
Les 3.4.2:

Gezamenlijke besluitvorming en partnerschap in zorg

Verschillende rollen binnen de samenwerking



Slide 29 - Slide

Indien er nog tijd is in deze les kunnen studenten vast een start maken met 1 van beide opdrachten. JE kunt studenten er ook op wijzen dan ze de samenwerkingstijd of on begeleide tijd hiervoor kunnen gebruiken. Inleverdatum evt nog benoemen ivm de go/no go

Slide 30 - Slide

This item has no instructions