L2 zakelijke correspondentie en brieven/mailings

LES 2
Week: 3

School: Business & Retail
Crebo: 25724 - Assistant Business Services
Leerweg: BOL & BBL & GIT
Kerntaak: B1-K1: Voert taken uit binnen de zakelijke dienstverlening
Werkproces: B1-K1-W2 Correspondentie


Docent: dhr. R. Dewkali
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

LES 2
Week: 3

School: Business & Retail
Crebo: 25724 - Assistant Business Services
Leerweg: BOL & BBL & GIT
Kerntaak: B1-K1: Voert taken uit binnen de zakelijke dienstverlening
Werkproces: B1-K1-W2 Correspondentie


Docent: dhr. R. Dewkali

Slide 1 - Slide

Welkom bij Business Services
Welkom bij
Business Services

Slide 2 - Slide

DEZE LES
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Lesafsluiting


AFSPRAKEN
  1. Je bent op tijd in de les.
  2. Je neemt een eigen device mee naar mijn les.
  3. Je maakt opdrachten en levert deze op tijd in.
  4. Jas uit, pet/muts etc. af.
  5. In het lokaal mag je alleen water drinken, niet eten.
  6. Telefoons op zacht en in je tas (niet in je zak).

Slide 3 - Slide

LESDOELEN
Aan het einde van deze les weet je meer over...
  1. de indeling van een brief.

Slide 4 - Slide

Publiek
Bouwplan
Briefplan
Selecteren
Categoriseren
Ordenen
In de kern van de brief een logische indeling maken.
Bepalen welk onderdeel van de brief waar komt te staan.
Bepalen voor wie je schrijft, waarom je schrijft en waar de brief over moet gaan.

De onderdelen kiezen die in de brief komen.
Bepalen wat er in de inleiding, kern en slot van de brief moet komen.
Degene aan wie je de brief schrijft.

Slide 5 - Drag question

Indeling van een brief
Aan de hand van deze brief, wordt de indeling uitgelegd.

Slide 6 - Slide

Piet Jansma
Kerkdreef 45
5644 KD  EINDHOVEN (1)
 
Eindhoven, 9 november 2017 (2)
 
Gemeente Tilburg
t.a.v. de heer J. van Someren
Schouwburgring 13
5023 AB  TILBURG (3)
 
Betreft: verhuizing (4)
 
 
Geachte heer Van Someren, (5)



Afzender is degene die de brief schrijft

Plaatnaam en de datum




Geadresseerde is degene aan wie de brief wordt gestuurd

Betreft regel geeft het onderwerp van de brief aan


Aanhef is waar de brief mee begint; geachte, beste

Slide 7 - Slide

Omdat ik een baan gevonden heb in Tilburg, ga ik in januari verhuizen naar deze stad. Ik heb een aantal vragen waarop ik het antwoord niet heb kunnen vinden op uw site, de vragen stel ik u daarom in deze brief. (6a)
 
Mijn nieuwe appartement bevindt zich op het Koningsplein, in het centrum dus. Mag ik hier als bewoner gratis parkeren of heb ik hiervoor een parkeervergunning nodig? De tweede vraag betreft de afvalinzameling: gebeurt dit door middel van kliko’s waarmee ik mijn afval kan scheiden of is er in Tilburg een ander systeem? Ook ben ik benieuwd hoeveel onroerend zaakbelasting ik betaal in uw stad. Tot slot wil ik graag weten of er koopzondagen in Tilburg zijn. Is dat elke zondag of één keer per maand? (6b)
 
Ik hoop dat ik snel antwoord op mijn vragen krijg. Alvast hartelijk dank voor de moeite. (6c)



Alinea is een bij elkaar horende stukjes tekst, tussen alinea’s komen witregels








Alinea is een bij elkaar horende stukjes tekst, tussen alinea’s komen witregels

Alinea is een bij elkaar horende stukjes tekst, tussen alinea’s komen witregels

Slide 8 - Slide

 
Met vriendelijke groet, (7)
 

                            (8)


P. Jansma (9)

Afsluiting is waar je de brief mee beëindigt, zoals hoogachtend of met vriendelijke groet

Handtekening


De naam van de afzender
PJansma 

Slide 9 - Slide

Witregels en leestekens
Witregels: na elk onderdeel komt één witregel m.u.v. na 'betreft' en 'afsluiting'.

Leestekens
  • komma's: na de aanhef en na de afsluiting (Geachte mevrouw Van Welij,)
  • punten: aan het einde van een zin, bij initialen (M. van Welij)
  • dubbele punt: na betreft en eventueel na bijlage (Betreft: sollicitatie)

Slide 10 - Slide

Wat is een ander woord voor de betreft regel in een brief?
A
Aanhefregel
B
Afzenderregel
C
Referteregel
D
Plaats-/datumregel

Slide 11 - Quiz

Als je naar een contactpersoon schrijft van een organisatie, dan gebruik je de afkorting t.a.v. vóór de naam. Waar staat deze afkorting voor?
A
Ten aanzien van
B
Ter aanbeveling van
C
Ter adres van
D
Ter attentie van

Slide 12 - Quiz

Welke is de meest formele manier om een brief te ondertekenen?
A
Groetjes,
B
Hoogachtend,
C
Met vriendelijke groet,
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 13 - Quiz

Waarmee begint een brief?
A
Met de betreft regel.
B
Met plaatsnaam en datum.
C
Met naam en adres van de afzender.
D
Met naam en adres van de ontvanger.

Slide 14 - Quiz

Wat geeft de betreft regel in de brief aan?
A
De inleiding van de brief.
B
De naam van de afzender van de brief.
C
De ontvanger van de brief.
D
Het onderwerp van de brief.

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
10 december ‘23
B
10 dec. 2023
C
10 december 2023
D
10 -12-2023

Slide 16 - Quiz

Je schrijft een sollicitatiebrief en je richt je tot onderstaande contactpersoon. Welke aanhef is juist?
A
Geachte mevrouw Van der Steen,
B
Geachte mevr. Van der Steen,
C
Geachte mevrouw van der Steen,
D
Geachte Mevrouw van der Steen,

Slide 17 - Quiz

Welk leesteken wordt geplaatst achter de aanhef?
A
: dubbele punt
B
; puntkomma
C
, komma
D
. punt

Slide 18 - Quiz

Waarom brieven?
Brieven schrijven lijkt misschien niet meer van deze tijd, want alles kan digitaal. Toch is het belangrijk dat je een zakelijke brief kunt schrijven. Je gaat nu leren waarom dat zo is.
Daarnaast leer je welke soorten brieven er zijn en leer je deze briefsoorten herkennen.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Opdracht A  Briefsoorten

  1. Bekijk de PowerPointpresentatie Waarom brieven?
  2. Maak de Quiz briefsoorten en test je kennis
  3. Maak een print screen van het resultaat
  4. Sla het bestand op in OneDrive in het mapje BW2 Correspondentie
  5. Geef het bestand de volgende naam: briefsoorten

Slide 21 - Slide

Wat is wat?
Een zakelijke brief herken je snel, omdat iedere brief dezelfde onderdelen bevat. Die verschillende onderdelen hebben allemaal een eigen naam. Je gaat in deze opdracht de onderdelen van een brief leren kennen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Opdracht A  Leef je uit
  1. Vul het Excelbestand Vragen over brieven in (je ziet direct of je de goede antwoorden hebt ingevuld)
  2. Sla het bestand op in OneDrive in het mapje BW2 Correspondentie
  3. Geef het bestand de volgende naam: vragen over brieven

Slide 24 - Slide

Adressering, aanhef en afsluiting
Jouw brief moet natuurlijk wel bij de juiste persoon belanden. Daarom is het belangrijk dat je een brief correct adresseert.

In de zakelijke correspondentie is het ook belangrijk dat je professioneel overkomt. Daarom gebruik je de juiste aanhef en afsluiting in iedere situatie.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Opdrachten  A - B - C
Maak de Quiz adressering
Sla het bestand op in OneDrive in het mapje BW2 Correspondentie
Geef de bestanden de volgende naam: adressering

Maak de Quiz aanhef
Sla het bestand op in OneDrive in het mapje BW2 Correspondentie
Geef de bestanden de volgende naam: aanhef

Maak de Quiz afsluiting
Sla het bestand op in OneDrive in het mapje BW2 Correspondentie
Geef de bestanden de volgende naam: afsluiting

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide