This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Aan het einde van deze les:
kun je renteberekeningen maken over jaren of delen van een jaar;
kun je berekeningen maken met samengestelde interest;
kun je het verschil maken tussen absolute en relatieve getallen;
kun je verschil maken tussen procenten en procentpunten.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Programma van de les
Terugblik §3.2.2 en §3.2.3
Uitleg §3.2.4 en §3.2.5
Aan de slag
Afronding
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Terugblik §3.2.2 en §3.2.3
Bladzijde 38 t/m 40
Opdracht 3.15 t/m 3.20
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
De opa en oma van Maud hebben € 1.000 op een spaarrekening gezet toen ze werd geboren. De rente op deze rekening is 1,5% per jaar. Maud kan pas bij de spaarrekening als ze 18 jaar oud is.
Bereken hoeveel er na 18 jaar op de spaarrekening staat.
Slide 5 - Open question
€ 1.000 x 1,015^18 = € 1.307,34
Terugblik §3.2.2 en §3.2.3
Opdracht 3.19c
spaarbedrag
rente
periode
eindbedrag
rentebedrag over de hele periode
a. € 6.000
4,5% p.j.
15 jaar
€ 11.611,69
€ 5.611,69
b. € 1.200
0,5% p.m.
24 maanden
€ 1.352,59
€ 152,59
c. € 8.000
1% p. kwartaal
8 jaar
Slide 6 - Slide
Eindbedrag: € 8.000 x (1,01)^32 = € 10.999,53
Rentebedrag: € 2.999,53
Terugblik §3.2.2 en §3.2.3
Opdracht 3.20
Slide 7 - Slide
Eind 2013:
€ 10.000 x 1,05^10 jaar = € 16.288,95
Begin 2014: € 16.288,95 - € 4.000 = € 12.288,95
Rente in 2014: € 12.288,95 x 0,05 = € 614,45 (vraag b)
Begin 2014: € 12.288,95
Eind 2015: € 12.288,95 x 1,05^2 = € 13.548,57
Begin 2016: € 13.548,57 + € 2.000 = € 15.548,57
Begin 2020: € 15.548,57 x 1,05^4 = € 16.502,69 (vraag c)
Uitleg §3.2.4
Absolute verandering
Verandering in aantallen.
Relatieve verandering
Verandering in procenten.
Voorbeeld: Jolanda krijgt 3% opslag.
Haar loon was € 2.100 per maand. Ze gaat nu € 63 per maand meer verdienen.
Slide 8 - Slide
Welke formule gebruiken voor voor het berekenen van een relatieve verandering?
De winst van bedrijf X is in februari toegenomen met 3% en is nu (eind februari dus) € 1.545,-
Bereken de winst van januari.
Slide 9 - Open question
€ 1.545 = 103%
€ 1.500 = 100%
Uitleg §3.2.5
Procentpunt
Absolute verandering van procenten.
Voorbeeld: in 2019 behaalde 80% van de leerlingen een diploma. In 2020 behaalde 85% van de leerlingen een diploma.
Slide 10 - Slide
Verandering in procentpunten: 5
Procentuele verandering: 6,3%
Aan de slag
Bladzijde 40 t/m 42 lezen
Opdracht 3.21 t/m 3.25 maken
Gemaakte opdrachten nakijken
Slide 11 - Slide
This item has no instructions
Terugblik §3.2.2 en §3.2.3
Opdracht 3.20
Slide 12 - Slide
Eind 2013:
€ 10.000 x 1,05^10 jaar = € 16.288,95
Begin 2014: € 16.288,95 - € 4.000 = € 12.288,95
Rente in 2014: € 12.288,95 x 0,05 = € 614,45 (vraag b)
Begin 2014: € 12.288,95
Eind 2015: € 12.288,95 x 1,05^2 = € 13.548,57
Begin 2016: € 13.548,57 + € 2.000 = € 15.548,57
Begin 2020: € 15.548,57 x 1,05^4 = € 16.502,69 (vraag c)
Aan het einde van deze les:
kun je renteberekeningen maken over jaren of delen van een jaar;
kun je berekeningen maken met samengestelde interest;
kun je het verschil maken tussen absolute en relatieve getallen;
kun je verschil maken tussen procenten en procentpunten.