Zorgsystemen 5

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Doelen vandaag:

- kiezen keuzedeel

- weten hoe het toetsen in elkaar zit

- klaar zijn voor de toets

activiteiten

De toets

- 20 vragen

- toetscomputers/laptops van school

- code

- klaar? verlaat lokaal

- vooraf tijd om theorie over te kijken

 

Herhaling

Kwaliteit: in hoeverre een product voldoet aan vooraf gestelde eisen, wensen en specificaties van een klant.

• productgerichte benadering

• productiegerichte benadering

• gastgerichte benadering

• prijs/kwaliteitsverhouding

 Kwaliteitszorg: constant bezig zijn met de huidige kwaliteit van een product en bezig zijn met het product/dienst te verbeteren

Micro-organismen

• bacteriën: bij 7-55 graden, delen 1 keer per 20 minuten. voldoende voedsel, vocht, neutraal millieu, zuurstof. 

• schimmels: zichtbaar, voeding nodig, kunnen ook verspreiden bij lage temperatuur.

• gisten: veel nuttige (alcohol, brood rijzen)

• virussen: griep, infecties. Op voedsel, mens tot mens. Daarom: voorkomen!

• protozoa, algen en wieren: Dierlijk organisme. Parasieten

Nuttige MO: yoghurt, darmflora, compost

Schadelijke MO: Salmonella, (e-)coli, staphylococcen, listeria. Veroorzaken ziekte

hygiene

• persoonlijke hygiëne
: Persoonlijke verzorging en gedrag. Kleding, haar, parfum, ziekte etc.

• hygiëne bij verwerking: kruisbesmetting, bakken niet op de grond, constant koelen etc.

• bedrijfshygiëne: schoonmaken, zorgen dar ongedierte niet naar binnen kan, care-ruimtes

Voedselveiligeheid & kwaliteitssytemen

HACCP: hazard analysis, critical control points. gevaren analyse, kritische beheers punten: Analyseren van gevaar en daar acties voor instellen die dat gevaar beheersen. Wettelijk verplicht

•ISO: internationaal

• BRC: voor leveren aan Britse supermarkten

• IFS: Duitsland/Frankrijk

• FSSC22000: vergeleikbaar met HACCP

Wie controleert? NVWA: Nederlandse voedsel- en warenautoriteit. zij voeren toezicht uit, doen onderzoek en communiceren richting bedrijven en klant

Bederf

• Fysisch bederf
: alles wat niet thuis hoort in een product. Pleister, glasscherven. Vaak goed te zien.

• Chemisch bederf
. Aantasting door bijv. schoonmaakmiddelen.

• Microbiologisch bederf. bactierien, virussen, gisten etc.

4-m methode: mens, materiaal, machine, methode

overgevoeligheid en allergenen

Allergie: antistoffen door lichaam, 14 allergenen

overgevoeligheid: lichaam reageert niet zoals het hoort 

Reinigen ontsmetten

Schoonheidsgraad

- Optisch schoon
: voor het oog

- Bacteriologisch schoon
: geen bacteriën

- Chemisch schoon: geen chemicaliën (schoonmaakmiddelen)

Reinigen, desinfecteren.

Reinigingsmiddelen, desinfectiemiddelen, onderhoudsmiddelen

Schoonmaakplan

• Wat je moet schoonmaken (welke objecten).

• Hoe je ieder object moet schoonmaken (reinigen of ontsmetten). (kies 1 object)

• Wanneer je ieder object moet schoonmaken.

• Hoe vaak je ieder object moet schoonmaken.

• Welke schoonmaakproducten je moet gebruiken.

• Welke hulpmiddelen je moet gebruiken.

• Wie het object heeft schoongemaakt.

• Wanneer iemand het object heeft schoongemaakt (datum en tijd).

• Aftekenen voor akkoord schoon.

Arbo

Arbowet, arbobesluit, arboregeling

Verantwoordelijkheid: werknemer, werkgever

Ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiger/direct overleg

Preventiemedewerker

Arbodienst, bedrijfsarts

Inspectie: SWZ, sociale zaken en werkgelegenheid

Belastende factoren

Belastende factoren

- fysiek belastend: repeterende handelingen, staand werken, tillen en dragen. Wat je zelf doet

- fysisch belastend: kou, hitte, geluid, airco. Komt van buitenaf

- Psycho-sociaal belastend: - ongewenst gedrag: pesterijen, geweld,
discriminatie en seksuele intimidatie, werkdruk

gevaar

- Gevaarlijke stoffen: voorzorgsmaatregelen

- Brandveiligheid

- Brand: regels naleven, brandwonden 1e, 2e, 3e graad

Wat doen bij 3e graad?

BHV, bedrijfshulpverlener: is geschoold op het gebied van veiligheid, ontruiming ehbo etc.

Ergonomie

• fysieke ergonomie
: lichaam moet zich aanpassen, moet gezond blijven

• cognitieve ergonomie
: werk moet uitdagen blijven maar ook voldoende afgestemd op het kunnen van de persoon

• organisatie ergonomie: teamwerk, thuis werken, werktijden

Millieu

- Millieuvervuiling: als er een ongezonde (voor mens, dier, omgeving) hoeveelheid van iets is.

- Afval scheiden: papier, plastik, blik, glas, olie en vet, agf

- Energie besparen

- mens en dier: riool, mest

- energieopwekking

- product: verpakkingsmateriaal, schadelijke grondstoffen

Duurzame energie: windenergie, zonne-energie

Millieufactoren

- lucht

- water

- geluid

- trillingen

- afvalstoffen,

- energiegebruik

- reiniging en desinfectie.

Noem de factoren die van invloed zijn op de snelheid waarbij bacteriën zich delen

Bij welke temperatuur delen bacreriën zich niet meer?

Noem drie voorbeelden van persoonlijke hygiëne

Wat houdt HACCP in en waarom moet een bedrijf hieraan voldoen?

Benoem een een microbiologisch gevaar, chemisch gevaar en een fysisch gevaar

Wat controleert de NVWA?

Noem de drie soorten bederf en noem bij elke een voorbeeld

Wat is de 4-M methode en waarvoor gebruik je hem?

Wat is het verschil tussen reinigen en ontsmetten

Noem 3 verschillende soorten van vervuiling

Welke twee vormen vana duurzame energie kennen we in Nederland?

opdracht - spiekbriefjes

Je krijgt een papier met begrippen. Maak achter de begrippen spiekbriefjes. Zoek de informatie op in je e-book

Werkplekopdracht

waarbij kan ik helpen?

e-learning

op basis van het aantal gehaalde punten bij de zelfcheck. Begin bij wat het minst goed ging en werk ze zo af.