What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
naamvallen: regels
naamvallen - regels:
wanneer gebruik je welke naamval
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5,6
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
naamvallen - regels:
wanneer gebruik je welke naamval
Slide 1 - Slide
welk zinsdeel staat in de 1e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
van-bepaling
Slide 2 - Quiz
welk zinsdeel staat in de 2e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
van-bepaling
Slide 3 - Quiz
welk zinsdeel staat in de 3e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
van-bepaling
Slide 4 - Quiz
welk zinsdeel staat in de 4e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
van-bepaling
Slide 5 - Quiz
welke naamval krijg je na de voorzetsels:
bis, durch, für, gegen, ohne, um, entlang
A
2e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
D
3e/4e naamval
Slide 6 - Quiz
welke naamval krijg je na de voorzetsels:
aus, bei, mit, nach, seit, von, zu
A
2e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
D
3e/4e naamval
Slide 7 - Quiz
welke naamval krijg je na de voorzetsels:
an, auf, hinter, in, neben, über, unter, vor, zwischen
A
2e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
D
3e/4e naamval
Slide 8 - Quiz
welke naamval krijg je na de voorzetsels:
außerhalb, innerhalb, statt, trotz, während, wegen
A
2e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
D
3e/4e naamval
Slide 9 - Quiz
welke naamval krijg je bij de werkwoorden:
bitten, fragen, lehren, kosten, es gibt, es interessiert
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 10 - Quiz
welke naamval krijg je bij de werkwoorden:
bedürfen, gedenken, sich rühmen
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 11 - Quiz
welke naamval krijg je bij de werkwoorden:
begegnen, danken, dienen, drohen, folgen, glauben, gleichen, gratulieren, helfen, kondolieren, nützen, schaden, trauen, winken
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 12 - Quiz
in welke naamval staan deze persoonlijke voornaamwoorden:
ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie, Sie, wer
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 13 - Quiz
in welke naamval staan deze persoonlijke voornaamwoorden:
mich, dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie, Sie, wen
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 14 - Quiz
in welke naamval staan deze persoonlijke voornaamwoorden:
mir, dir, ihm, ihr, ihm, uns, euch, ihnen, Ihnen, wem
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 15 - Quiz
1e naamval
2e naamval
3e naamval
4e naamval
der große Mann
des großen Mannes
dem großen Mann
den großen Mann
Slide 16 - Drag question
More lessons like this
naamvallen: regels en rijtjes
May 2020
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5,6
Naamvallen Ontleden + Pers.vnw. 3AHA
8 days ago
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Naamvallen Ontleden + Pers.vnw.
September 2024
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H4 - Woche 38 - Stunde 3 & 4
September 2021
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
08.10.2024
October 2024
- Lesson with
40 slides
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 5
Naamvallen 1, 3 en 4 persoonlijk voornaamwoorden
September 2023
- Lesson with
46 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3v-Zugspitze Schritt 42-Redemittel-Verkehrsmittel-Zinsontleding
15 days ago
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 3
Pers. vnw naamvallen en voorzetsels 3e, 4e
April 2024
- Lesson with
19 slides
Duits
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3