Blok 1 Grammatica

Blok 1 Grammatica
Code: TRZN9R7S
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 1 Grammatica
Code: TRZN9R7S

Slide 1 - Slide

lesdoelen
In dit blok herhaal je wat je vorig jaar hebt geleerd.
Aan het einde van deze les kun je:
- werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd zetten.
- de persoonsvorm / werkwoordelijk gezegde en het onderwerp benoemen in een zin.
- uitleggen wat een persoonsvorm,heel werkwoord en een voltooid deelwoord is.

Slide 2 - Slide

Je past de tijdsproef toe.
Welke werkwoordsvorm verandert dan?
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
verleden tijd
D
voltooid deelwoord

Slide 3 - Quiz

Welke drie vormen kan een werkwoord hebben?

Slide 4 - Open question

Pas de tijdsproef toe:
Ik wandel met mijn hond.
ik …… met mijn hond.

Slide 5 - Open question

Pas de tijdsproef toe:
Mijn vrienden hadden mij thuis opgehaald.
Mijn vrienden ….. mij thuis opgehaald.

Slide 6 - Open question

De film is nog niet begonnen.

begonnen =
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
verleden tijd
D
voltooid deelwoord

Slide 7 - Quiz

De burgemeester zal morgen de nieuwe sporthal openen.
openen =

A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
tegenwoordige tijd
D
voltooid deelwoord

Slide 8 - Quiz

Wij maken ons huiswerk na schooltijd.
maken =
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
tegenwoordige tijd
D
voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

Wij zullen ons huiswerk na schooltijd maken.
Maken is in deze zin een heel werkwoord.
Leg uit waarom.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Link

Opdracht
- Afmaken: par. 1.1 'lekker lezen', opdr. 1.1 t/m 1.10;
- Maken: par. 1.2 'Over lezen', opdr. 2 t/m 7;
- Blok 1, grammatica, par. 1.3, theorie + opdr. 1 t/m 5.

Klaar? Verder met blok 1, grammatica par. 1.4 en 1.5, theorie + opdr. 6 t/m 12.

Slide 12 - Slide

zinsdelen
Je bouwt met stukjes informatie een zin.
De basisdelen zijn onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
Met extra informatie maak je de zin langer. 
Deze delen noem je zinsdelen.


Slide 13 - Slide

Maak een goede zin met de volgende zinsdelen:

heel hard - op straat - viel - Joris - met zijn fiets - gisteren

Slide 14 - Open question

Mijn mentor belt vanavond de ouders van Bas

Het onderwerp =
A
mijn mentor
B
belt
C
vanavond
D
de ouders van Bas

Slide 15 - Quiz

Gaat Joris vanavond skaten?

Het werkwoordelijk gezegde =
A
gaat
B
Joris
C
vanavond
D
gaat skaten

Slide 16 - Quiz

Je wil de getalproef toepassen, wat doe je dan?

Slide 17 - Open question

de mensen fietsen
een kind fietst

Slide 18 - Slide

Pas de getalproef toe.
De houthakkers hakken de bomen in het bos om.

Slide 19 - Open question

oefenen
Zoek op je iPad de app grammatica en spelling.

Ga naar grammatica en oefen:
pv
wwg
ond
VMBOT+  oefen ook met lijdend voorwerp / meewerkend voorwerp

Slide 20 - Slide

Opdracht
Lees de theorie en maak:
blok 1, grammatica, par. 1.3, opdr. 1 t/m 5;
blok 1, grammatica, par. 1.4 en 1.5, opdr. 6 t/m 12



Slide 21 - Slide

Huiswerk
Lees de theorie en maak:
blok 1, grammatica, par. 1.3, opdr. 1 t/m 5;
blok 1, grammatica, par. 1.4 en 1.5, opdr. 6 t/m 12

Slide 22 - Slide

Evaluatie
  1.    Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had. 


Schrijf op wat je nog moeilijk vindt en geef dat door aan je docent.



Slide 23 - Slide