In de meeste teksten staan verwijswoorden. Ze verwijzen naar één of meer woorden in de tekst. Soms verwijzen ze naar een hele zin.
Voorbeelden van verwijswoorden zijn: hij, hem, haar, het, zij, die, dit, dat, hier, daar.
Zo kom je erachter waar een woord naar verwijst: stel een vraag die begint met Wie, Wat, Waar of Welk(e).