3.6 Vermenigvuldigen met decimale getallen/ 3.6 Vermenigvuldigen en delen met ronde getallen

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: 3.6
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: 3.6
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
LJ1: Pak je boek van rekenen en laat deze nog even dicht op tafel liggen. 

LJ2: Open je boek op blz. 82. Lees alle theoriestukken van paragraaf 3.6 goed door. Probeer daarna opdracht 52, 57, 61 en 66 te maken.


Huiswerk controle.




Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- weet je hoe je kan vermenigvuldigen met decimale getallen 


Leergebied overstijgende doelen:
Reflecteren:
- Kijk je werk kritisch na en verbeter waar nodig
- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit heeft voor je planning

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept - Krystian, Thirza, Jessica, Gijs, Jochem en Jamie.
Je maakt zelfstandig 3.6 opdracht 37 t/m 41 op blz 72/73

De rest doet mee met de mini-check. 
Pak hiervoor een los blaadje zodat je kan rekenen. 

Slide 4 - Slide

Bereken:
7 x 5,3 =

Slide 5 - Open question

Bereken:
9 x 7,63 =

Slide 6 - Open question

Bereken:
5 x 15,75 =

Slide 7 - Open question

Wie maakt wat
Had je de vragen goed dan mag je zelfstandig aan de slag met paragraaf 3.6 opdracht 37 t/m 41 op blz 72/73

De rest doet mee met de instructie

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed van de mini-check -->
Dan maken we samen opdracht 38.



 

Slide 10 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig 3.6 opdracht 37 t/m 41 op blz 72/73



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na. 
Daarna pak je een wiskundespel uit de kast. 
timer
12:00

Slide 11 - Slide

2. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000
- kun je grote getallen zonder het woord miljoen of miljard schrijven
- Kun je delen met 10, 100 of 1000
- kun je grote getallen met het woord miljoen of miljard schrijven. 

Leergebied overstijgende doelen:
Reflecteren:
- Kijk je werk kritisch na en verbeter waar nodig
- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit heeft voor je planning

Slide 12 - Slide

3. Arrangementen
Verdiept - Bregje en Ramon
Jullie maken zelfstandig 3.6 opdracht 52 t/m 67 op blz 82 t/m 86

De rest doet mee met de mini-check. 
Pak hiervoor een los blaadje zodat je kan rekenen. 

Slide 13 - Slide

Bereken:
34,72 x 10 =

Slide 14 - Open question

Bereken:
6167 : 1000 =

Slide 15 - Open question

Schrijf de getallen met alleen cijfers:
1,9 miljoen

Slide 16 - Open question

Schrijf met het woord miljard:
8 320 000 000

Slide 17 - Open question

Wie maakt wat
Had je 3/4 vragen goed dan mag je zelfstandig aan de slag met paragraaf 3.6 opdracht 52 t/m 67 op blz 82 t/m 86

De rest doet mee met de instructie

Slide 18 - Slide

4. Instructie
Bij vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000 hoef je de getallen niet onder elkaar te zetten. Het kan uit het hoofd.

34,73 x 10 =
6,932 x 100 =
0,061 x 1000 = 

Slide 19 - Slide

Grote getallen
Duizend = 1000                      3 nullen
Miljoen = 1 000 000              6 nullen
Miljard = 1 000 000 000      9 nullen

1,23 miljoen in cijfers. De komma schuift 6 plaatsen naar rechts

0,25 miljoen in cijfers. De komma schuift 9 plaatsen naar rechts

Slide 20 - Slide

Delen door 10, 100 of 1000
Je kunt een decimaal getal delen door 10, 100 of 100. Je hoeft geen staartdeling te maken. Het kan uit het hoofd. 

34,72 : 10 =
6,9 : 100 = 
40,5 : 1000 = 

Slide 21 - Slide

Grote getallen
Je kunt van grote getallen met alleen cijfers getallen maken met het woord miljoen of miljard. Je gaat dan het getal delen door miljoen of miljard. 

Schrijf 5 670 000 met het woord miljoen. De komma schuift 6 plaatsen naar links.

Schrijf 850 000 000 met het woord miljard. De komma schuift 9 plaatsen naar links. 

Slide 22 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->
dan maken we samen opdracht 53, 58, 63 en 66. 



 

Slide 23 - Slide

6. Zelfstandig werken
LJ 1 - Je maakt zelfstandig 3.6 opdracht 37 t/m 41 op blz 72/73
LJ 2 - Je maakt zelfstandig 3.6 opdracht 52 t/m 67 op blz 82 t/m 86



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na. 
Daarna pak je een wiskundespel uit de kast. 
timer
12:00

Slide 24 - Slide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Lesdoelen: 
- weet je hoe je kan vermenigvuldigen met decimale getallen?

Slide 25 - Slide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Lesdoel: 
- kun je vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000?
- kun je grote getallen zonder het woord miljoen of miljard schrijven?
- Kun je delen met 10, 100 of 1000?
- kun je grote getallen met het woord miljoen of miljard schrijven?

Slide 26 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Vrijdag 23 december
3.6 opdracht 37 t/m 41

Huiswerk LJ2: 
Vrijdag 23 december
3.6 opdracht 52 t/m 67
Toetsen LJ1: 
Geen



Toetsen LJ2: 
Geen

Slide 27 - Slide