wat het zelfstandig werkwoord is en hoe ik deze in een zin herken.
Woorden met het lidwoord 'het ’ zijn altijd onzijdig (o).
Woorden met het lidwoord 'de ' zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v).
Slide 9 - Slide
het postkantoor.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze
Slide 10 - Quiz
Ik vind de jongen ... in mijn straat woont, altijd erg sympathiek.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze
Slide 11 - Quiz
Dit bedrijf levert producten ... van zeer slechte kwaliteit zijn.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze
Slide 12 - Quiz
Het boek ... ik laatst heb gelezen, is verdwenen uit de klas.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze
Slide 13 - Quiz
Verwijst het woordje dat naar de zin of het woord?
Door de sneeuw is het glad op de weg. Dat is erg gevaarlijk.
A
zin
B
woord
Slide 14 - Quiz
Waarnaar verwijst het onderstreepte woord? Enkele relschoppers liepen door het centrum, maar de politie heeft deze gearresteerd.
Slide 15 - Open question
Aan de slag
Opdr. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7
Ga verder met je weektaak.
Terug- en vooruitblik
Lesdoel: - ik kan de verwijswoorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken
218 - 219
Weektaak
Slide 16 - Slide
Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd wanneer je die, deze, dit of dat gebruikt bij mannelijke, vrouwelijke of onzijdige woorden.
Check ->>
Vooruitblik
In de volgende les ga je de zinsdelen herhalen en maak je leeskilometers.
Slide 17 - Slide
Conclusie
dat er verschillende soorten werkwoorden zijn.
wat het zelfstandig werkwoord is en hoe ik deze in een zin herken.
In het Nederlands is het lastig te bepalen of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. Je kunt het alleen zien aan het lidwoord.
Woorden met het lidwoord 'het ’ zijn altijd onzijdig (o).
Woorden met het lidwoord 'de ' zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v).
Als je wilt weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is, kun je in een woordenboek of opzoeken of een woord mannelijk (m) of vrouwelijk (v) is
Slide 18 - Slide
Met welke verwijswoorden wijs je naar de-woorden?
A
die - dat
B
die - deze
C
dit - deze
D
dat - dit
Slide 19 - Quiz
Met welke verwijswoorden wijs je naar het-woorden?
A
die - dat
B
die - deze
C
dit - deze
D
dat - dit
Slide 20 - Quiz
Als het ontwerp gereed is, kunt u ... door ons laten realiseren.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze
Slide 21 - Quiz
Vertel ons uw wensen; wij vertalen ... in uw ontwerp.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze
Slide 22 - Quiz
Rob kocht een nieuwe kano, ........ hij op internet had gezien.