CVRM EN BLOEDSTOLLING

1 / 26
next
Slide 1: Slide
LessonUpMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welk middel is hier een cholesterol SYNTHESE remmer?
A
enalapril
B
amlodipine
C
metoprolol
D
simvastatine

Slide 3 - Quiz

Welk middel is hier een cholesterol OPNAME remmer?
A
Pravastatine
B
Ezetimibe
C
Captopril
D
Losartan

Slide 4 - Quiz

Welke middelen moet je 's avonds innemen?
A
Atorvastatine en Rosuvastatine
B
Furosemide en Bumetanide
C
Simvastatine en Pravastatine
D
Hydrochloorthiazide en Spironolacton

Slide 5 - Quiz

Hoe werken bloeddrukverlagers?
A
Verwijding bloedvaten en Verlaging hartslag
B
Meer vocht uitplassen
C
Tegenwerken bloeddruksysteem
D
Alle antwoorden juist

Slide 6 - Quiz

Werking van RAAS remmers
A
bloedvaten verwijden
B
het bloeddruksysteem in de nieren remmen

Slide 7 - Quiz

Welke 2 medicijngroepen horen onder RAAS remmers?
A
Diuretica en Lisdiuretica
B
Calciumantagonisten en Betablokkers
C
ACE remmers en AT II antagonisten

Slide 8 - Quiz

EnalaPRIL, PerindoPRIL, LisinoPRIL
horen onder medicijngroep..?
A
Calciumantagonisten
B
ACE remmers
C
Betablokkers
D
AT II antagonisten

Slide 9 - Quiz

MetoproLOL, SotaLOL, BisoproLOL, AtenoLOL horen onder medicijngroep ..?
A
Betablokkers
B
AT II antagonisten
C
ACE REMMERS
D
Calciumantagonisten

Slide 10 - Quiz

ValSARTAN, CandeSARTAN, LoSARTAN, IrbeSARTAN horen bij het groepje
A
Betablokkers
B
Calciumantagonisten
C
AT II antagonisten
D
ACE REMMERS

Slide 11 - Quiz

AmloDIPINE, NifeDIPINE, BarniDIPINE
horen bij het groepje
A
ACE remmers
B
Betablokkers
C
AT II antagonisten
D
Calciumantagonisten

Slide 12 - Quiz

Welke diuretica werken het sterkst?
A
Furosemide en Bumetanide
B
Hydrochloorthiazide

Slide 13 - Quiz

Wat is een Thiazidediuretica?
A
Furosemide
B
Hydrochloorthiazide

Slide 14 - Quiz

Algemeen bijwerking van bloeddrukverlagers?
A
Hypertensie
B
Hypotensie

Slide 15 - Quiz

Bij welke medicijngroep komt 'prikkelhoest' als bijwerking voor?
A
ACE remmers
B
Calciumantagonisten

Slide 16 - Quiz

Meer plassen kan er voor zorgen dat je bloeddruk....
A
omhoog gaat
B
omlaag gaat

Slide 17 - Quiz

Hartglycosiden kunnen hartritmestoornissen voorkomen/bestrijden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Welk geneesmiddel is een hartglycosiden?
A
Sotalol
B
Digoxine

Slide 19 - Quiz

Digoxine heeft een SMALLE therapeutische breedte. Dat betekent...
A
Verschil met over en onderdosering is klein
B
Digoxine werkt tegen bepaalde bacteriën

Slide 20 - Quiz

Heeft DIGOXINE lange of korte halfwaarde tijd?
A
Lange halfwaardetijd
B
Korte halfwaardetijd

Slide 21 - Quiz

Wat zijn de overdosering symptomen bij Digoxine?
A
Hoofdpijn, Diarree, misselijkheid, spugen hartritmestoornissen
B
Wazig zien en jeuk

Slide 22 - Quiz

Wanneer meer kans op giftigheid en bijwerkingen bij digoxine?
A
Bij verminderde nierfunctie(ouderen)
B
Vergeten dosis dubbel innemen
C
Digoxine i.c.m. plaspillen
D
Alle antwoorden juist

Slide 23 - Quiz

DIGIBORD
UITLEG BLOEDSTOLLING + MEDICIJNEN

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Leerdoelen invullen
Powerpoint dia 6 t/m 12 

Slide 26 - Slide