1e Les 4.1 Formules en naamgeving van zouten GRT

Welkom 4 Havo!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je scheikunde boek + BINAS op tafel te leggen. 

1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 4 Havo!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je scheikunde boek + BINAS op tafel te leggen. 

Slide 1 - Slide

4.1 Formules en naamgeving van zouten 
Wat weet je al over zouten?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van deze les
Aan het einde van deze les kun je;
1) Afleiden welke lading een ion heeft en hoeveel elektronen een ion bevat.

2) De systematische namen en verhoudingsformules van zouten geven en toepassen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Zouten
  • Worden gevormd doordat een metaalatoom elektron(en) weggeeft aan een niet-metaalatoom.
  • Hierdoor worden geladen deeltjes gevormd: ionen.
  • Metaalatomen vormen positieve ionen (te weinig e-),       niet-metaalatomen vormen negatieve ionen (te veel e-).

Slide 5 - Slide

Structuur van zouten
Ionbinding
Ionrooster

Slide 6 - Slide

Ionbinding
Een zout bestaat uit positieve en negatieve ionen. Deze ionen samen vormen een ionrooster. De bindingen tussen de ionen heten ionbindingen. Een ionbinding is een zeer sterke binding.

Slide 7 - Slide

Natriumchloride (NaCl)
  • Metaal-ion = natrium. Staat 1 elektron af, wordt Na+.
  • Niet-metaal ion = chloor. Neemt 1 elektron op, wordt Cl-.
  • Namen: natrium-ion en chloride-ion
  • Zout heet natriumchloride, NaCl.
  • Formule van een zout noem je de                     verhoudingsformule (niet molecuulformule!). 

Slide 8 - Slide

Verhoudingsformule

Slide 9 - Slide

Verhoudingsformule

Slide 10 - Slide

Verhoudingsformule
De verhoudingsformule van IJzer(III)sulfaat is;


WAAROM? -->
Schrijf de aantekening op het bord mee in je schrift.

(zie tabel 1 op p. 16 wb deel 4B voor de ionen)

Slide 11 - Slide

Verhoudingsformule
Geef de verhoudingsformule van:
1. Bariumoxide
2. Magnesiumfosfaat
3. Natriumsulfide
4. Ijzer(III)chloride
5. zilvercarbonaat
6. ammoniumjodide


Probeer eerst samen in 2-tallen (ca. 10 min), 
daarna bespreken we het op het bord.
Tip: gebruik tabel 1 op p. 16 (wb deel 4B)

Slide 12 - Slide

Maak een keuze...
- Je mag meedoen met de LessonUp --> dan pak je je iPad erbij en log je in bij LessonUp .
(open geen andere programma's op je iPad, want dan lig je uit LessonUp)
OF
- Je mag aan de slag met de opdrachten van 4.1 (p. 20-23)
Beide opties voer je alleen uit, zonder overleg.

Slide 13 - Slide

Geef de naam van de binding die tussen ionen voorkomt.
A
Ionbinding
B
Dipool-ionbinding
C
Dipool-dipoolbinding
D
Datieve binding

Slide 14 - Quiz

Wat is een zout?
A
Een verbinding van een metaal en een nietmetaal
B
een verbinding van twee metalen
C
een verbinding van twee nietmetalen

Slide 15 - Quiz

Welk deeltje heeft een ionbinding?
A
F2
B
NaCl
C
Fe
D
Fe + Cr

Slide 16 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van kaliumfluoride?
A
KF
B
CaF
C
KF₂
D
CaF₂

Slide 17 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van Magnesiumchloride?
A
MgCl
B
Mg2Cl
C
MgCl2
D
Mg2Cl2

Slide 18 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van calciumhydroxide?
A
CaOH2
B
Ca(OH)2
C
Ca2OH
D
(Ca)(OH)

Slide 19 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van calciumfosfaat?
A
CaPO4
B
Ca2(PO4)3
C
Ca3(PO4)2
D
Ca3PO4

Slide 20 - Quiz

Aan de slag!
Doe je iPad weer in je tas en start met de opdrachten van 4.1 (p. 20-23 wb deel 4B).

Je mag zachtjes overleggen met degene naast je.

HW voor de volgende les: 
4.1 Ionbinding opdr. 1 t/m 9 (p. 20-23 wb deel 4B)

Slide 21 - Slide

Leerdoelen van deze les
Aan het einde van deze les kun je;
1) Afleiden welke lading een ion heeft en hoeveel elektronen een ion bevat.
2) De systematische namen en verhoudingsformules van zouten geven en toepassen.

Slide 22 - Slide