Par 3.1 Ionen en zouten

Par 3.1 Ionen en zouten
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Par 3.1 Ionen en zouten

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- We gaan beginnen met hoofdstuk 3: zouten
- kijken naar de ion binding en het ionrooster
- werken aan de verhoudingsformules van zouten  

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les
- Kun je de lading van ionen uit je hoofd of vinden in je binas
- Kun je de verhoudingsformule van een zout opstellen
- Kun je zouten een naam geven
- Kun je een ion rooster tekenen 

Slide 3 - Slide

Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?

Slide 4 - Slide

Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?
Combinatie van een metaal atoom + niet metaal atoom

Slide 5 - Slide

Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?
Combinatie van een metaal atoom + niet metaal atoom
zie hoofdstuk 2.

Nieuw:
Zout is opgebouwd uit ionen = geladen deeltjes 
Hoe ontstaat deze lading:

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zouten
Metalen = geven elektronen weg --> positieve lading

niet-metalen = nemen elektronen op --> negatieve lading

Slide 12 - Slide

Hoe weet je wat de lading is?

Slide 13 - Slide

Hoe weet je wat de lading is?
BiNaS tabel 99, rechts boven: oxidatie getallen

Dit is niet altijd handig om te gebruiken! 
Kijk maar naar Broom, deze heeft een lading van -1
in de binas staat +1, +5 en -1. 
Alleen handig als er maar 1 getal staat (zoals bij Magnesium) 

Slide 14 - Slide

Het opbouwen van een zoutmolecuul:
Het zout zelf is ALTIJD neutraal 
Dus er moeten evenveel + als - zijn



Slide 15 - Slide

naamgeving 
1. Eerst de naam van het metaal 
2. dan het niet-metaal 
3. eindigen op -ide

Hierbij gebruik je GEEN griekse telwoorden zoals mono di tri etc. 

Slide 16 - Slide

Bijvoorbeeld een combinatie van Natrium en Chloor
Natrium lading: Na+
Chloor lading: Cl-

Verhoudingsformule: NaCl
Naamgeving: NatriumChloride

Slide 17 - Slide

Bijvoorbeeld een combinatie van Magnesium en chloor 
Magnesium lading: Mg2+
Chloor lading: Cl-

Verhoudingsformule: MgCl2
Naamgeving: MagnesiumChloride

Slide 18 - Slide

Let op:
Bij zouten gebruik je GEEN Griekse telwoorden als mono, di, tri etc.

We hebben afgesproken dat een zout altijd neutraal geladen is., dus er is maar één mogelijkheid.

Slide 19 - Slide

Ion-rooster
+ en - trekken elkaar aan
= ionbinding
= heel erg sterk!

geladen deeltjes kunnen niet vrij
bewegen -> geen stroomgeleiding
in vaste fase 

Slide 20 - Slide

Ion-binding
In een vast zout trekken de positieve en de negatieve ionen elkaar sterk aan. De ionen zijn door een ion binding gebonden, doordat deze ion binding een sterke binding is hebben zouten een hoog smeltpunt.

Slide 21 - Slide

Laten we even oefenen, geef de verhoudingsformule van de volgende zouten
1. Natriumbromide
2. Kaliumoxide
3. Magnesiumsulfide
4. Lithiumjodide
5. tin(|V)fluoride
*hint --> romeinse cijfers in de naam kunnen de lading aangeven*

Slide 22 - Slide

Laten we even oefenen, geef de verhoudingsformule van de volgende zouten
1. Natriumbromide / NaBr
2. Kaliumoxide / K2O
3. Magnesiumsulfide / MgS
4. Lithiumjodide / LiI
5. tin(IV)fluoride / SnF4
*hint --> romeinse cijfers in de naam kunnen de lading aangeven*

Slide 23 - Slide

Vind de fout in de volgende verhoudingsformules
1. CaBr
2. MgF3
3. Ba2S
4. Fe3O2 (vanuit Ijzer(|||)oxide) 

Slide 24 - Slide

Vind de fout in de volgende verhoudingsformules
1. CaBr moet zijn: CaBr2
2. MgF3  moet zijn: MgF2
3. Ba2S moet zijn: BaS
4. Fe3O2 (vanuit Ijzer(|||)oxide): Fe2O3

Slide 25 - Slide

Opgaven par 3.1
Voorkennis opgaven 1 t/m 6
Par 3.1 basis: 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15
Herhaling: 12
Verrijking: 16
Leer tabel 3-4




Slide 26 - Slide