herhaling Grammatik kennistoets

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

opbouw kennistoets

Vokabeln:

ND: 15P

DN: 10P

RM: 20P

persoonlijke voornaamwoorden 10P

bijvoeglijke naamwoorden der-Gruppe 10P

bijvoeglijke naamwoorden ein- Gruppe 10P

tussenstand persoonlijk voornaamwoord

Seite 66

Grammatikkarte

ik - mij

jij - jou

hij - hem

zij - haar

het - het

wij - ons

jullie - jullie

zij - hen

u - u

ich - mir - mich

du -  dir -  dich    

er -   ihm - ihn    

sie -   ihr -  sie    

es -   ihm - es   

wir -   uns -  uns  

ihr - euch - euch

sie - ihnen - sie

Sie - Ihnen - Sie

herhaling naamvallen ontleden

naamval 1: onderwerp  = HIJ

naamval 4 : lijdend voorwerp = HEM

naamval 3: meewerkend voorwerp = aan/voor HEM

Du hast _____ auf der Party gesehen.
(haar)

Ich habe es _____ schon drei Mal erklärt. = uitleggen
hem

Hast du das für ____ gemacht?
(mij)

Ich fahre mit _____ zur Party
(jou)

Wie konntest du _____ vergessen?
hem

Ohne _____ geh ich nicht!
haar

Der Hausmeister hat es _____
gegeben. (U)

Wir sehen _____ in der Schule.
(jullie)

Nieuw bijvoeglijk naamwoord

bijvoeglijk naamwoord der-Gruppe

Seite  123

Let op!

Alleen naamval 1,3,4

herhaling naamvallen ontleden

naamval 1: onderwerp  = HIJ

naamval 4 : lijdend voorwerp = HEM

naamval 3: meewerkend voorwerp = aan/voor HEM

Der Gruppe (Seite 123)

Kijk mee: Het bijvoeglijk naamwoord krijgt en of e

5 xe

naamval 1 enkelvoud ( m/v/o)

naamval 4  (m/v)

klassikaal maken

pagina 70

Zelfstandig werken/ huiswerk

opgave 73 pagina 9

Schritt 20 Lesen