18.2 Functies van eiwitten

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 18.2 Functies van eiwitten
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 18.2 Functies van eiwitten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Het eiwit ATP5F1A is een onderdeel van het ATP-synthetase dat in de mitochondriën ATP vormt. Het gen voor dit eiwit bevindt zich op chromosoom 18.
Beschrijf hoe de polypeptideketen ATP5F1A in het mitochondrium terecht kan komen.

Slide 3 - Open question

De transportblaasjes met speekselenzym versmelten regelmatig met het celmembraan. Hoe komt het dat de cel niet steeds in volume groeit?

Slide 4 - Open question



                                                    H19 Sport

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat zijn alle functies van eiwitten die je net hebt gezien in de lessonup?

Slide 14 - Open question

BINAS tabel 90C: er zitten in spieren actine- en myosine eiwitten. Welk eiwit is een motoreiwit?
A
geen van beide
B
actine eiwitten
C
myosine eiwitten
D
beide

Slide 15 - Quiz

Waar haalt een motoreiwit zijn energie vandaan om zich over een microtubulus te verplaatsen?
A
ATP
B
CTP
C
GTP
D
TTP

Slide 16 - Quiz

Binas 70D
De lijst van gencodes geeft omschrijvingen en vermeldt de plaats in het genoom.
Noteer van drie bekende eiwitten die hun genetische code hebben in een locatie op chromosoom 11, de functie.

Slide 17 - Open question

Het medicijn taxol heeft op microtubuli een werking die tegengesteld is aan die van het medicijn colchicine. Taxol stabiliseert de eiwitten van de kernspoel die de cel gebruikt bij het uiteentrekken van de chromatiden tijdens de mitose. Colchicine remt de vorming van de microtubuli van de kernspoel.
Leg uit dat artsen beide stoffen kunnen gebruiken in de strijd tegen kanker.

Slide 18 - Open question