Boekenbattle les 6

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Begrip: titelverklaring

  • Het eerste begrip waarmee je aan de slag gaat, is de titelverklaring.

  • Op de volgende slide volgt eerst de uitleg over dit begrip. Daarna volgt een voorbeeld bij Wonder.

Slide 2 - Slide

Titelverklaring 

  • De titel verklaren Uitleggen hoe de titel bij het boek past.

  • Letterlijk/figuurlijk Een titel kun je letterlijke en/of figuurlijk uitleggen. 

  • Thema, persoon, plaats, gebeurtenis De titel heeft vaak iets met het thema (onderwerp van het boek) te maken. De titel kan ook naar een persoon, plaats of gebeurtenis uit het boek wijzen.

Slide 3 - Slide

Voorbeeld: Titelverklaring Wonder

  • De titelverklaring van Wonder:

  • Het boek heet Wonder omdat de moeder van August hem ervaart als een Wonder. Ze vindt hem mooi zoals hij is en houdt van hem zoals hij is. 

Slide 4 - Slide

Nu jij!

Op de volgende slide volgt een vraag over de titel van jouw boek.

Slide 5 - Slide

Leg uit hoe de titel van jouw boek bij jouw boek past.

Slide 6 - Open question

Begrip: personages

  • Het volgende begrip is: personages.
  • Hoofd- en bijfiguren, personages beschrijven en relaties.
  • Eerst volgt weer de uitleg, dan een voorbeeld bij Wonder en daarna de opdrachten.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Voorbeeld: personages Wonder
  • Naast August spelen zijn ouders en zus een belangrijke rol in het verhaal. Zij zijn er altijd voor hem. Hetzelfde geldt voor Summer, het meisje dat August leert kennen op school. 

  • Verder is er nog een aantal pesters in het verhaal, die allerlei gemene streken uithalen.

Slide 11 - Slide

Nu jij!

Op de volgende slide volgt een aantal vragen over de personages in jouw boek.

Slide 12 - Slide

Wie is de hoofdpersoon in jouw boek?

Slide 13 - Open question

Wie zijn de bijfiguren in jouw boek?

Slide 14 - Open question

Beschrijf hun relatie.

Slide 15 - Open question

Begrip: thema

  • Het volgende begrip is: thema
  • Eerst volgt weer de uitleg, dan een voorbeeld bij Wonder en daarna de opdrachten.

Slide 16 - Slide

Thema

  • Verhalen gaan ergens over, hebben een onderwerp. Dat noem je een thema

  • In één verhaal kunnen meerdere thema's voorkomen.



Slide 17 - Slide

Voorbeeld: thema Wonder
  • Pesten en vriendschap zijn thema’s die een grote rol spelen in het verhaal. 
  • Auggie wordt namelijk gepest vanwege zijn uiterlijk. Gelukkig zien andere kinderen hoe hij echt is en maakt hij gaandeweg vriendschappen.

Slide 18 - Slide

Nu jij!

Op de volgende slide volgt een vraag over het thema van jouw boek.

Slide 19 - Slide

Over welk thema/welke thema's gaat jouw boek?

Slide 20 - Open question

Aan de slag!
Lees verder in je boek tot het einde van de les.

Slide 21 - Slide