This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Begrip: titelverklaring
Het eerste begrip waarmee je aan de slag gaat, is detitelverklaring.
Op de volgende slide volgt eerst de uitleg over dit begrip. Daarna volgt een voorbeeld bij Wonder.
Slide 2 - Slide
Titelverklaring
De titel verklarenUitleggen hoe de titel bij het boek past.
Letterlijk/figuurlijkEen titel kun je letterlijke en/of figuurlijk uitleggen.
Thema, persoon, plaats, gebeurtenisDe titel heeft vaak iets met het thema (onderwerp van het boek) te maken. De titel kan ook naar een persoon, plaats of gebeurtenis uit het boek wijzen.
Slide 3 - Slide
Voorbeeld: Titelverklaring Wonder
De titelverklaring van Wonder:
Het boek heet Wonder omdat de moeder van August hem ervaart als een Wonder. Ze vindt hem mooi zoals hij is en houdt van hem zoals hij is.
Slide 4 - Slide
Nu jij!
Op de volgende slide volgt een vraag over de titel van jouw boek.
Slide 5 - Slide
Leg uit hoe de titel van jouw boek bij jouw boek past.
Slide 6 - Open question
Begrip: personages
Het volgende begrip is: personages.
Hoofd- en bijfiguren, personages beschrijven en relaties.
Eerst volgt weer de uitleg, dan een voorbeeld bij Wonder en daarna de opdrachten.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Voorbeeld: personages Wonder
Naast August spelen zijn ouders en zus een belangrijke rol in het verhaal. Zij zijn er altijd voor hem. Hetzelfde geldt voor Summer, het meisje dat August leert kennen op school.
Verder is er nog een aantal pesters in het verhaal, die allerlei gemene streken uithalen.
Slide 11 - Slide
Nu jij!
Op de volgende slide volgt een aantal vragen over de personages in jouw boek.
Slide 12 - Slide
Wie is de hoofdpersoon in jouw boek?
Slide 13 - Open question
Wie zijn de bijfiguren in jouw boek?
Slide 14 - Open question
Beschrijf hun relatie.
Slide 15 - Open question
Begrip: thema
Het volgende begrip is: thema
Eerst volgt weer de uitleg, dan een voorbeeld bij Wonder en daarna de opdrachten.
Slide 16 - Slide
Thema
Verhalen gaan ergens over, hebben een onderwerp. Dat noem je een thema.
In één verhaal kunnen meerdere thema'svoorkomen.
Slide 17 - Slide
Voorbeeld: thema Wonder
Pesten en vriendschap zijn thema’s die een grote rol spelen in het verhaal.
Auggie wordt namelijk gepest vanwege zijn uiterlijk. Gelukkig zien andere kinderen hoe hij echt is en maakt hij gaandeweg vriendschappen.
Slide 18 - Slide
Nu jij!
Op de volgende slide volgt een vraag over het thema van jouw boek.