Chapter 4 future & theme words

 Stepping Stones chapter 4
grammar 8
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Stepping Stones chapter 4
grammar 8

Slide 1 - Slide

Als het over de toekomst hebt kun je dat met verschillende tijden aangeven, net zoals in het Nederlands.
Als je het hebt over tijdschema's (aankomst- vertrek tijden/ openings- sluitings tijden/ roosters etc...) dan gebruik je in het Engels de present simple= TT denk  aan-> shit-regel  -> she/he/it -> -s of -es

The film starts in ten minutes -dit zijn tijdschema's
The shops open at nine am and close at 6 pm
My plane leaves at 10

Slide 2 - Slide

The match ( start) in five minutes.

Slide 3 - Open question

My father (work) from nine till five

Slide 4 - Open question

Een tweede manier om toekomst aan te geven is het gebruik van de present continuous (- ing vorm) deze bestaat altijd uit 2 werkwoorden -> be->  am/is/are+ ww+ ing
- als je afspraken hebt in de (nabije) toekomst waarbij plaats en/of tijd vaststaat

We are visiting my grandparents tomorrow -> tijd staat vast
Is Joanna meeting Sarah at Mc Donalds at four o' clock?
They aren't playing tennis this afternoon

Slide 5 - Slide

He ( call ) back tomorrow

Slide 6 - Open question

Tom ( fly) to Spain next week

Slide 7 - Open question

Je hebt ook nog een -ing vorm die je gebruikt als iemand iets van plan is, of een voornemen heeft dat is de -> to be going to   -> going to blijft altijd staan alleen to be verandert -> je kijkt naar de persoon en je zoekt de vorm van BE ->am/is/are die erbij hoort + het hele werkwoord 
-je gebruikt deze tijd ook bij voorspellingen met bewijs

He is going to visit his grandmother-> plan
They are going to quit smoking -> plan/voornemen
The weatherman said it's going to rain-> bewijs

Slide 8 - Slide

I ( study ) harder next year

Slide 9 - Open question

My mother (quit) smoking

Slide 10 - Open question

Look at those clouds! It ( rain) !

Slide 11 - Open question

 de echte toekomende tijd-> will/won't = zullen
Deze gebruik je bij beloftes, aankondigingen en spontane besluiten en voorspellingen zonder bewijs

I will do my homework tonight , I promise! -> belofte
She will give a party if she passes her exams-> aankondiging/belofte
Wait! I will bring you to the station. -> spontaan besluit
I think that Ajax will win the cup -> voorspelling zonder bewijs-> je weet dit niet zeker, vaak staat er think en hope in de zin...

Slide 12 - Slide

I think that in 2050 we (have) flying scooters

Slide 13 - Open question

I think you ( be ) famous one day!

Slide 14 - Open question

Sarah promised me she (help) me when I am going to paint my house

Slide 15 - Open question

Ron (meet) Peter at the library
A
meets
B
is going to meet
C
is meeting
D
will meet

Slide 16 - Quiz

The movie (start) at 8 o'clock sharp
A
is starting
B
starts
C
is going to start
D
will start

Slide 17 - Quiz

The girls (walk) to the beach
A
are going to
B
are walking
C
walk
D
will walk

Slide 18 - Quiz

Peter's plane(arrive) at 10 a.m.
A
will arrive
B
is going to arrive
C
is arriving
D
arrives

Slide 19 - Quiz

John (visit) his grandmother in the elderly home tomorrow
A
is going to
B
is visiting
C
will visit
D
visits

Slide 20 - Quiz

Theme words Getting around town?
enkeltje

Slide 21 - Open question

spitsuur

Slide 22 - Open question

perron

Slide 23 - Open question

roltrap

Slide 24 - Open question

entrance

Slide 25 - Open question

vertraagd

Slide 26 - Open question

public transport

Slide 27 - Open question

to change

Slide 28 - Open question

aansluiting

Slide 29 - Open question

uitgang

Slide 30 - Open question

Ik heb steeds woorden en grammatica geleerd de afgelopen weken.
Ja dat klopt
Vaak maar niet altijd
Heel soms
nooit

Slide 31 - Poll

Ik snap alle grammatica
Ja dat klopt
Ja, maar ik ga nog oefenen
Ik snap niet alle grammatica en ga dus oefenen
Ik snap er niks van
Ik snap er niks van en ga om hulp vragen

Slide 32 - Poll